In 1962 maakte de 26-jarige antropoloog Carlos Castaneda een studiereis door het zuidwesten van de Verenigde Staten. Zijn belangstelling gold vooral de geneeskrachtige planten die door de Indianen in die streek werden gebruikt. In Arizona ontmoet hij een ouden Yaqui Indiaan, don Juan geheten. Don Juan bleek iemand te zijn die over uitzonderlijke vermogens beschikte, hij was een man van "kennis" , een brujo, een tovenaar. Carlos Castaneda kwam onmiddellijk in zijn ban en was tien jaar lang zijn leerling. Via het gebruik van hallucinogene middelen werd hij ingewijd in een andere, aparte werkelijkheid. Over deze ingrijpende verandering in zijn leven, en de zowel angstaanjagende als fascinerende mogelijkheden, heeft Castaneda vier boeken geschreven. Deze genieten in de VS een groot gezag en een grote faam, zowel als antropologische studies en als boeiende ervaringsrapporten over bewustzijnsverruimende middelen.
