Op gegroeid, later wonend en werkend tussen de stenen van Den Haag (“de stad van de gedempte grachten”) staart Piet-Hein Houben nu zwijgend over de blauwende heuvels bij Siena met een van zijn olijfgaard opgeraapte steen in zijn hand. Daarin beluistert hij “de stap van de terugkeer naar kleuren vergeten”. Het is dan ook niet verwonderlijk dat zijn nieuwe bundel, waarvan de titel zoals gewoonlijk met een s begint, Steen voor steen heet. Schreef de grote dichter Mallarmé zijn gedichten niet soms op een steen? Vormen de gedichten allengs geen bundel, zoals de stenen een muur? En is er in zo’n Toscaanse zwerfkei niet van alles te zien, “zodra het licht de zwaarte komt bewegen”? Trouwens, Houbens evocaties van landschap, binnenhuis, liefde en kunst zijn in hun rijmen, assonanties, enjambementen en subtiele antimetrieën zo strak getrokken dat ze het qua spanning wel tegen zo’n steen op zouden kunnen nemen.
Steen voor steen is Houbens zesde bundel, de Italiaanse uitgave Prima della memoria, waarin ook fraaie kleurenreproducties van Houbens schilderijen zijn opgenomen, niet meegerekend.
Over Sirene en andere gedichten:
“Elegante, amoureuze verzen die knap in elkaar steken” – Aad Nuis in Vrij Nederland
Steen voor steen is Houbens zesde bundel, de Italiaanse uitgave Prima della memoria, waarin ook fraaie kleurenreproducties van Houbens schilderijen zijn opgenomen, niet meegerekend.
Over Sirene en andere gedichten:
“Elegante, amoureuze verzen die knap in elkaar steken” – Aad Nuis in Vrij Nederland