In de jaren tussen 1862 en 1870 kwamen in het restaurant Magny in Parijs regelmatig kopstukken uit het literaire wereldje van die dagen bijeen: Flaubert, Toergenjev, Gautier, Sainte-Beuve, de gebroeders Goncourt, Renan, George Sand. De letterlijke gesprekken die gedurende dit tafelen bij Magny werden gevoerd zijn verloren gegaan, maar in hele en halve citaten, in fragmenten in allerlei memorialen, nagelaten brieven en dagboeken zijn toch veel details bewaard gebleven. Robert Baldick, die eerder een keuze uit het dagboek van de Goncourts bezorgde, evenals uit de brieven van Flaubert, is er op onnavolgbare wijze in geslaagd een zestal fameuze tafelgesprekken in Magny te reconstrueren.
Kritisch, vinnig, soms badinerend, soms cynisch, op een door geen taboe of gêne geremde toon discussieerden de disgenoten over de meest uiteenlopende onderwerpen: literatuur, kunst, vrouwen, erotiek, religie, filosofie, politiek. Ze beroddelden en commentarieerden naar hartelust vooraanstaande tijdgenoten, ze brachten elkaar op de hoogte van de laatste schandaaltjes, probeerden elkaar met hartige bekentenissen in de privé-sfeer te overtroeven, verwoordden op nauw verholen sarcastische toon hun naijver en rancunes. Zo ontstaat via dit boek een verrassend kleurrijk beeld van het bruisende Parijs uit het Tweede Keizerrijk, met al zijn pracht en praal ook een tijd van aanzwellende catastrofen en verval. Met de oorlog tussen Frankrijk en Pruisen in 1870 komt het tot een uitbarsting. Een jaar later is de Derde Republiek een feit, maar die staat meteen in de fatale slagschaduw van het Duitse keizerrijk. Na het beleg van Parijs volgt het drama rond de Commune, met nieuwe slachtpartijen als gevolg. In 1870 is Jules de Goncourt gestorven. In 1872 sluit een laatste gesprek tussen Flaubert en Edmond de Goncourt een tijdperk af.
Kritisch, vinnig, soms badinerend, soms cynisch, op een door geen taboe of gêne geremde toon discussieerden de disgenoten over de meest uiteenlopende onderwerpen: literatuur, kunst, vrouwen, erotiek, religie, filosofie, politiek. Ze beroddelden en commentarieerden naar hartelust vooraanstaande tijdgenoten, ze brachten elkaar op de hoogte van de laatste schandaaltjes, probeerden elkaar met hartige bekentenissen in de privé-sfeer te overtroeven, verwoordden op nauw verholen sarcastische toon hun naijver en rancunes. Zo ontstaat via dit boek een verrassend kleurrijk beeld van het bruisende Parijs uit het Tweede Keizerrijk, met al zijn pracht en praal ook een tijd van aanzwellende catastrofen en verval. Met de oorlog tussen Frankrijk en Pruisen in 1870 komt het tot een uitbarsting. Een jaar later is de Derde Republiek een feit, maar die staat meteen in de fatale slagschaduw van het Duitse keizerrijk. Na het beleg van Parijs volgt het drama rond de Commune, met nieuwe slachtpartijen als gevolg. In 1870 is Jules de Goncourt gestorven. In 1872 sluit een laatste gesprek tussen Flaubert en Edmond de Goncourt een tijdperk af.