De zes grote mogendheden – Rusland, Frankrijk, Engeland, Italië, Duitsland en Oostenrijk-Hongarije – besloten tot het instellen van een Internationale Controle Commissie die de grenzen van het nieuwe land, bepaald op de Internationale Conferentie van Londen in 1913, moest vaststellen. De Commissie vroeg Nederland deel te nemen aan een militaire missie in Albanië om deze grenzen te handhaven en een Albanese gendarmerie op te zetten. Dat verzoek werd gehonoreerd.
Generaal De Veer en kolonel Thomson vertrokken in november 1913 naar Albanië om de situatie alvast te inventariseren. Zij maakten in november en december van dat jaar een verkenningstocht door heel Albanië. Van die tocht werd uitgebreid verslag gedaan. Met name Thomson heeft hier van 10 januari tot 15 februari 1914 aan gewerkt. De Veer had de handen vol aan de krijgsraad die zich boog over de berechting van de Turkse couppleger Bekir Aga.
Op 15 februari werd het concept-verslag naar Nederland gestuurd. Pas op 2 mei ontving De Veer 17 gedrukte exemplaren, toen de missie eigenlijk al mislukt was.
Het verslag geeft een interessant inkijkje in de opvattingen van de Nederlandse militairen bij het begin van hun opdracht: die was eervol, maar ook uiterst moeilijk. Zowel door de geografische omstandigheden als de sociale structuren en de internationale situatie.
Er zijn hoogstwaarschijnlijk maar een beperkt aantal exemplaren van het verslag gedrukt; het is nu uiterst zeldzaam. In het kader van het publicatieproject over de missie, zo’n honderd jaar na dato, is er nu weer een heruitgave beschikbaar.
