Jaap Harten werd ooit door Kees Fens in de Volkskrant een Harold Pinter in de dop genoemd. Het rijke oeuvre van Jaap Harten (1930) bestaat uit poëzie, korte verhalen, romans en essays. Hans Renders las het werk van Harten en stelde er zijn keuze uit samen. Hij is ruimhartig,maar ook onorthodox te werk gegaan. Als een sampelende dj à la Junkie xl haalde hij uit dit rijke reservoir wat hem van pas kwam. Niet alleen ontdeed
Renders de poëzie van tijdgebonden thematiek, ook snoeide hij onverbiddelijk in Hartens proza. Uit Hartens debuut Studio in daglicht (1953-1954) bleef welgeteld één gedicht over; de open brieven aan verwante kunstenaars in Garbo en de broeders Grimm (1969) doorstonden daarentegen allemaal de selectie. Van de roman Madame Tussaud in Berchtesgaden (1972) werd tweederde weggesneden zodat een boeiende, historisch interessante faction-novelle overbleef.
Renders de poëzie van tijdgebonden thematiek, ook snoeide hij onverbiddelijk in Hartens proza. Uit Hartens debuut Studio in daglicht (1953-1954) bleef welgeteld één gedicht over; de open brieven aan verwante kunstenaars in Garbo en de broeders Grimm (1969) doorstonden daarentegen allemaal de selectie. Van de roman Madame Tussaud in Berchtesgaden (1972) werd tweederde weggesneden zodat een boeiende, historisch interessante faction-novelle overbleef.