Het wereldkampioenschap voetballen is al een week bezig. Meneer Jansen zit elk edag aan de buis gekluisterd, voor geen goud wil hij één wedstrijd missen. Zijn vrouw is het voetballen intussen spuugzat: "Ik houd het niet meer uit!" roept ze, "jij gaat met het nationale elftal naar bed en je staat ermee op. Dat moet ik eens proberen!" Drie beroemde voetballers, Johan Cruijf, Wilfried Van Moer en Michel Platini zijn het onderling niet eens wie van hen de grootste voetballer aller tijden zal zijn. "Ik lees steeds in de krant dat ik de beroemdste ben", zegt Johan Cruijf. "Ach wat, die journalisten weten toch niets van voetbal," zegt Van Moer minachtend, "gisternacht verscheen God in levende lijve bij mij en zei tegen mij: "Wilfried, jij bent de geniaalste van alle voetballers." "Wat beweer jij dat ik gezegd zou hebben?" vraag Platini, zich dreigend vooroverbuigend.