De ex-vrouw van Georges Simenon vertelt haar visie op twintig jaar samenleven met Simenon. De schrijver zelf heeft twee in het Nederlands vertaalde autobiografieen geschreven, een in de jaren 1960-1962, een andere in 1975. In de eerste is hij nog gehuwd met Denyse en draagt haar op handen, in de tweede wil hij er geen woorden over vuil maken en spreekt hij over een vergissing en een mislukking. Vanuit dat oogpunt is een derde visie interessant. Denyse beschrijft Simenon als iemand met een grillig karakter, aan wie zij is overgeleverd ("een vogeltje voor de kat"), anderzijds is zij degene, die het hele huishouden, de opvoeding van de kinderen en zijn zakelijke belangen regelt. Zij besteedde veel aandacht aan het promiscue gedrag van de schrijver, hetgeen zij accepteert. Zij is de heldin van het verhaal, die ondanks vernederingen van hem blijft houden. Helaas is de schrijfster geen literair talent. Zij heeft nogal aandacht voor triviale details. De dialogen die veelvuldig voorkomen zijn zwak. Indien men de biografieen van Simenon bezit, is dit een aardige aanvulling.
(NBD|Biblion recensie, A. Grob-Haen.)