De poezie en het schaarse proza van Richard Minne (1891-1965) worden gekenmerkt door een a-literaire, uiterst menselijke toon en stemming. Hij hield zich afzijdig van het literaire leven en werkte zelfs een tijd op het land.
De bundel Wolfijzers en schietgeweren uit 1942 bevat naast gedichten en enkele verhalen, vooral brievenmateriaal waaruit men hem als een gevoelig, sceptisch en sociaal bewogen mens en schrijver leert kennen. Op het gebied van het rationeel-humanistische en de sterk doorgedreven eenvoud van zijn stijl, kan men hem plaatsen naast Elsschot en Jan van Nijlen.