Tom Dumoulin die onderweg naar Andorra duelleert met Luis Ocaña, Peter Winnen die richting Alpe d'Huez achtervolgd wordt door Fausto Coppi, Eddy Merckx die op de Mont Ventoux het vuur aan de schenen legt van Lance Armstrong - in dit volledig verzonnen verslag van een al even fictieve Ronde van Frankrijk kan het allemaal. Hoewel 'Zij blijven allemaal goden' gebaseerd is op daadwerkelijke gebeurtenissen, laat de schrijver zich namelijk geenszins door de echte geschiedenis beperken. De fantasie overwint hier de feiten. Wat werkelijk gebeurd is, krijgt steeds een (ironische) twist. Zo keert pechvogel Eugène Christophe terug in de Tour als mechanieker en drinkt Jean Nelissen een borrel met Jacques Anquetil.
Enerzijds is dit boek dus een lofzang op de verbeelding, maar meer nog vormt het een ode aan de Tour. En aan zijn helden, zoals uit de titel al blijkt. Uitzonderingen worden daarbij niet gemaakt. Zij blijven allemaal goden.
Enerzijds is dit boek dus een lofzang op de verbeelding, maar meer nog vormt het een ode aan de Tour. En aan zijn helden, zoals uit de titel al blijkt. Uitzonderingen worden daarbij niet gemaakt. Zij blijven allemaal goden.
