Weinig romans weten binnen hun verhaal de motieven religie en homoseksualiteit samen te brengen op een manier die niet alleen de moeite waard is, maar ook vrolijk en grappig. Deze ongebruikelijke combinatie leidt in Zuurtjes tot een humoristisch, diepgaand en origineel verslag van Benson, een dik, schijnheilig, gulzig jongetje dat door zijn klasgenootjes wordt geplaagd en door zijn teleurgestelde vader geminacht. Benson snoept bijzonder graag, hij speelt stiekem seksuele spelletjes met een klein clubje vrienden waarbij hij seksuele fantasieën over jongens heeft in plaats van over meisjes. Daarnaast is hij devoot rooms-katholiek en houdt hij aandoenlijk veel van zijn moeder. Het zal hem tien jaar van zijn leven kosten voordat hij zichzelf leert respecteren, zijn homoseksualiteit zal aanvaarden en daaruit durft te concluderen dat het voor hem niet mogelijk is om rooms-katholiek te blijven. In deze tien jaar gaat hij als novice het klooster in om zijn zonden af te leren, wordt hij uitbuit klooster weggestuurd op grond van valse beschuldigingen, en ontwikkelt hij zich tenslotte op eigen kracht van een verkrampt, irritant, ongelukkig dikkertje tot een slanke en gelukkige jonge man.