Gül, de dochter van de smid, is zachtmoedig, goudeerlijk, vlijtig en meegaand. Té meegaand eigenlijk. Haar eigen dromen en verlangens tellen nauwelijks. Haar vader en brutale zusje Melike zien haar soms meewarig aan. Toch zijn er genoeg momenten dat ze voor zichzelf opkomt. Wanneer ze een jurk voor zichzelf wil, wanneer ze haar schoonmoeder laat weten dat ze zich niet langer als enige in huis wil uitsloven, wanneer ze haar man overhaalt om met haar naar de film te gaan. Wanneer ze het roken ontdekt. Terwijl Gül haar weg zoekt, verandert de wereld om haar heen, en daarmee verandert ook haar leven. Haar angsten en verlangens weerspiegelen de manier waarop in de warme geborgenheid van het Anatolische familieleven langzaam maar zeker het moderne leven doordringt. Op poëtische en lichtvoetige wijze weet Özdogan in De dochter van de smid niet alleen een familie, maar een tijdperk en een manier van leven te portretteren, zonder te oordelen, alleen door te verbeelden.