1898. Dr. Edward Byrne komt tijdens een wetenschappelijke expeditie op een gletsjer in de Canadese Rockies ten val en blijft door zijn rugzak in een kloof hangen. Terwijl hij op zijn kop in het duister zit vastgeklemd, geen kant op kan en snel onderkoeld raakt, ziet hij een verschijning, een engel. Hij wordt gered door een medereiziger, die hem lossnijdt van zijn rugzak waarin zijn botaniseertrommel met bijzondere plantjes zit. Als steile Engelsman laat hij geen woord los van wat hij heeft meegemaakt. Hij zegt niets tegen de mysterieuze vrouw die hem liefdevol verzorgt, noch tegen de andere intimi in zijn leven. Maar het voorval heeft voorgoed zijn leven en zijn liefde veranderd. Vijfentwintig jaar lang blijft de verschijning hem achtervolgen. Uiteindelijk keert hij terug naar de Rockies om bij de gletsjer te gaan wonen en te wachten tot het ijs van toen de langzame weg naar beneden heeft gevonden. Tegelijkertijd wacht bij diezelfde gletsjer iemand op hem. Maar zal zijn obsessie met het ijs het hem mogelijk maken haar liefde te beantwoorden? En waar wacht hij eigenlijk op? Op zijn plantjes, of op zijn engel? IJsval is in een koele stijl geschreven, maar daaronder gloeit een warme weemoedigheid, die een extra dimensie aan het verhaal geeft. Voordat Thomas Wharton zijn grootste en sublieme roman Salamander publiceerde had hij al deze zeer geprezen en bekroonde roman op zijn naam staan. Het boek ontving de Commonwealth Writer's Prize en de Henry Kreisel Award voor het beste debuut, en de Grand Prize voor het beste boek van het Banff Mountain Book Festival.