Pieter Heering (1838-1921), afkomstig uit Enkhuizen, was van 1862 tot 1868 predikant in Steen-wijkerwold. Hij voelde zich thuis te midden van de boerengemeenschap en hij trouwde er met Antonia Wilhelmina Spakler. Uit heimwee naar Steenwijkerwold begon hij later voor literaire tijdschriften (o.a. De Gids) verhalen te schrijven die op het Overijsselse platteland speelden. Zijn personages liet hij daarin dialect spreken. In 1883 werden deze verhalen gebundeld in ‘Overijselsche vertellingen’.
Uitgeverij SenS uit Tuk liet in oktober-november 2019 een semi-wetenschappelijke uitgave het licht zien. Dr. H. Scholtmeijer*) heeft daarin de negen verhalen niet alleen voorzien van een inleiding, een verantwoording en verklarende voetnoten, hij heeft ze ook ‘hertaald’ in hedendaags Nederlands. Het heet boek nu dan ook niet meer ‘Overijselsche vertellingen’, maar ‘Overijsselse vertellingen’. Uiteraard heeft hij de dialogen in het Nedersaksisch gelaten, zoals dat toen in Steenwijkerwold werd gesproken (tenminste in de oren van de ‘Hollander’ Pieter Heering!)
Uitgeverij SenS uit Tuk liet in oktober-november 2019 een semi-wetenschappelijke uitgave het licht zien. Dr. H. Scholtmeijer*) heeft daarin de negen verhalen niet alleen voorzien van een inleiding, een verantwoording en verklarende voetnoten, hij heeft ze ook ‘hertaald’ in hedendaags Nederlands. Het heet boek nu dan ook niet meer ‘Overijselsche vertellingen’, maar ‘Overijsselse vertellingen’. Uiteraard heeft hij de dialogen in het Nedersaksisch gelaten, zoals dat toen in Steenwijkerwold werd gesproken (tenminste in de oren van de ‘Hollander’ Pieter Heering!)