De Iraakse Safia groeide op in schitterende paleizen, maar niet in haar eigen land. Van jongs af aan leefde ze in ballingschap in onder meer Libanon en Jordani en werd ze streng bewaakt door lijfwachten. Ze was 24 toen ze wapenleveranties organiseerde aan de oppositie in Irak, en 28 toen haar vader voor haar ogen op straat werd doodgeschoten door Saddams geheime dienst.
In deze buitengewone levensgeschiedenis vertelt Safia over haar jeugd in de paradijselijke, door Saddam verwoeste Eufraatdelta, over de bedreigingen en de ballingschap, en over haar onophoudelijke strijd voor de democratie en de rachten van Iraakse vrouwen.
Johanna Awad-Geissler werkte jaren als radiojournalist in Cairo en als medewerker van de Verenigde Naties in Wenen, waar zij de internationale politiek van dichtbij leerde kennen.
In deze buitengewone levensgeschiedenis vertelt Safia over haar jeugd in de paradijselijke, door Saddam verwoeste Eufraatdelta, over de bedreigingen en de ballingschap, en over haar onophoudelijke strijd voor de democratie en de rachten van Iraakse vrouwen.
Johanna Awad-Geissler werkte jaren als radiojournalist in Cairo en als medewerker van de Verenigde Naties in Wenen, waar zij de internationale politiek van dichtbij leerde kennen.