Wat een fantastisch plot!

Wat doe je als zorgzame moeder van een zevenjarige zoon als hij tijdens een weekje vakantie in de Ardennen de oplader van zijn onmisbare tablet blijkt te zijn vergeten, en dus vermaakt moet worden? Dan zet je een spannende speurtocht op touw met als inzet de mysterieuze verdwijning een aantal jaar geleden van een meisje uit het dorp...

In dit thrillerdebuut van Frederik Baas (pseudoniem van Jan van Mersbergen) is de ik-figuur een schrijver die zich voor het schrijven van zijn tweede roman al een aantal jaar heeft teruggetrokken in een huisje in de Ardennen. Zijn uitgever Robbert komt samen met zijn vriendin Barbara en haar zoontje Rens een weekje logeren in een naburig vakantiehuisje. Robbert stort zich ook daar op zijn werk zodat Barbara en Rens optrekken met de schrijver en zijn hondje Clint. Barbara hoort van de nooit opgeloste verdwijning van een meisje uit het dorp en heeft hiermee een dankbaar onderwerp voor een speurtocht die ze als vermaak voor Rens opzet. Rens stort zich vol overgave op de puzzelstukjes, maar gaandeweg merken Barbara en de schrijver dat ze het verloop van de speurtocht niet meer in eigen handen kunnen houden..

De spanning in dit verhaal wordt (best tergend) langzaam opgebouwd, wat je nieuwsgierigheid enorm prikkelt. Hier en daar laat de schrijver wat teasers vallen:
'(..) en na die week vakantie nog voldoende tijd om bij te komen. Ze wisten toen nog niet dat ze die tijd werkelijk nodig zouden hebben.'  Baas heeft een prettige vlotte schrijfstijl en weet de aandacht van de lezer goed vast te houden met herkenbare observaties ('Het is hoe gesprekken gaan. Je zegt wat, je houdt wat achter.')
Het uiteindelijke plot is verrassend en een geslaagde beloning voor het geduld van de lezer. Mij heeft het boek zeker nieuwsgierig gemaakt naar de boeken die Jan van Mersbergen onder zijn eigen naam heeft geschreven en wellicht een volgende thriller uit naam van Frederik Baas.