Een boek dat je meeneemt.

In Björnstad neemt Fredrik Backman je mee naar dit kleine stadje in Zweden, waar alles om ijshockey draait. Men zegt zelf: je kunt er niet leven, je kunt er hoogstens overleven.
Het boek kan worden verdeeld in twee delen: een deel voor, en een deel na de heftige gebeurtenis die het stadje op z’n kop zet.
In het eerste gedeelte maken we kennis met de Kevin Erdahl, een jongen die al zijn hele leven ijshockey speelt en er zo goed in is, dat hij van alle grote clubs aanbiedingen heeft gekregen. Hij blijft echter trouw aan Björnstad. Trouw en loyaliteit zijn zaken die tellen in deze stad,op vaantjes van de ijshockeyclub staat dan ook niet voor niks de woorden: cultuur,traditie,saamhorigheid.
Ook belangrijk in het boek is de familie Andersson, vader Peter is technisch manager van Björnstad Hockey. Verder bestaat het gezin uit moeder Mira, zoon Leo en dochter Maya.
Na het spelen van de halve finale gebeurt er iets wat het stadje de kop kan kosten.
Dit wordt duidelijk in het tweede gedeelte van het boek. Het is nu de vraag waar ieders loyaliteit ligt. Want hoewel ijshockey alles bepaalt, telt het geweten ook mee.
Ook de verdeling van Björnstad in De Hoogte en De Laagte (rijk en arm) speelt een kleine rol in het verhaal.
Backman schrijft op een prettige manier maar laat de lezer af en toe tussen de regels door lezen en is niet altijd duidelijk over wat hij wil zeggen.
Als lezer is de ‘gruwelijke daad’ (zoals op de achterflap omschreven) niet bijzonder origineel, maar wel heel actueel. Toch omschrijft Backman de gevoelens van vriendschap en loyaliteit op een dusdanige manier dat je een brok in je keel krijgt. Na het lezen van dit boek weet je meer over ijshockey dan daarvoor, gelukkig is het ook goed te lezen als je geen sportfanaat bent. Het eerste deel van de roman-trilogie is al met al bijzonder geslaagd.