Lezersrecensie
Slachtoffers en heldinnen in een onschuldige tijd
“De jaren van onschuld” leverde Edith Wharton (1862 – 1937) in 1921, als eerste vrouw, de Pullitzer Prijs voor fictie op. De jury wilde de prijs geven aan Sinclair Lewis, maar het conservatieve bestuur van de Pullitzer prijs zag het niet zitten om éen van hun prijzen aan een socialist te geven. Na heel wat gesoebat werd de prijs uiteindelijk aan Edith Wharton, die in die jaren goed bevriend was met Sinclair Lewis, toegekend. Dit is geen diskwalificatie van de kwaliteiten Edith Wharton of “De jaren van onschuld”. Het geeft vooral aan hoe de tijdsgeest was in die jaren en wat er nodig was om ‘dan maar’ een vrouw de Pulitzer prijs voor proza te geven. Het is Wharton die in “De jaren van onschuld” en ook in ander werk op directe en indirecte wijze strijd voor de emancipatie van vrouwen.
Wharton gaat voor “De jaren van onschuld” terug naar haar kinderjaren die zij doorbracht in de hoogste sociaal-maatschappelijke kringen van New York. Toch is het geen autobiografische roman geworden. Wharton laat op ironische wijze zien wat de voor- en nadelen zijn van het leven als lid van de New Yorkse ‘upperclass’ in die jaren en hoe de normen en waarden van die ‘upperclass’ door veranderingen in maatschappelijke opvattingen over de rechten van de vrouw, sociale contacten (om nog maar te zwijgen over huwelijken) met leden van andere sociale klassen, en allerlei andere opvattingen over ‘hoe het hoort’ voor leden van de ‘upperclass’. Whartons oog voor detail hierbij, zowel voor de interieurs van woningen en de tafelschikkingen als voor de subtielere verschillen in maatschappelijke opvattingen is wat “De jaren van onschuld” tilt boven de meeste romans die in een dergelijk milieu afspelen.
De drie centrale protagonisten in “De jaren van onschuld” zijn: de advocaat Newland Archer, zijn verloofde/echtgenote May Welland en haar nicht Ellen Olenska. Wanneer Newland eind de twintig is en het tijd wordt, zoals ‘het hoort’, om te trouwen, na wat aangerommeld te hebben met onder andere een getrouwde vrouw, ligt het voor de hand dat hij voor een jongere vrouw uit eigen kring kiest. De nog geen twintigjarige May Welland is én nog maagd én van een onberispelijke New Yorkse ‘upperclass’ familie. May haar hele opvoeding is gericht op het worden van echtgenote van een man uit eigen kring. Kort voordat dat de verloving tussen May en Newland bekend wordt gemaakt stelt Newland zich de vraag waarom vrouwen niet net zo vrij en zelfstandig kunnen en mogen zijn als mannen. Hij realiseert zich dat hij een zelfstandige en vrije vrouw als echtgenoten/levenspartner wil hebben en dat hij nog veel werk zal hebben om van May zo’n vrouw te maken. Dit is het moment waarop Ellen Olenska, gedesillusioneerd in een huwelijk met een Poolse edelman, terugkeert uit Europa naar haar New Yorkse familie. Ellen is tijdens haar verblijf in Europa stukken zelfstandiger en vrijer geworden dan welke New Yorkse vrouw dan ook die Newland kent.
Deze driehoeksverhouding is voor alle drie ongemakkelijk waarbij Wharton vooral de positie, twijfels, vragen, (on)zekerheden van Newland in deze beschrijft. Dat Newland zelf veel minder onafhankelijk, vrij en zelfstandig is dan hij in het begin vermoedt, wordt hem langzaam maar zeker duidelijk. Hij is net als alle anderen in zijn sociale kringen gevangen in een net van conventies, gebruiken, ‘hoe het hoort’, reputatieschade, hypocrisie, sociale in- en uitsluiting, roddel en achterklap. Het is voor Newland onmogelijk om hieraan te ontkomen zonder volledige buiten gesloten te worden. In tegenstelling tot Ellen Olenska vindt hij geen mazen in het ‘net’ om af en toe door heen te kunnen slippen en weet hij ook geen gebruik te maken van de ‘vrije ruimte’ binnen het ‘net’ zoals zijn echtgenote May dit wel doet. Door deze tekortkomingen bij Newland maakt Wharton van hem een meelijwekkende figuur en zijn de twee vrouwen in zijn leven de ware helden en slachtoffers in “De jaren van onschuld”.
“De jaren van onschuld” is niet alleen een goede inkijk in de levens van de New Yorkse elite aan het einde van de 19e eeuw. Het is vooral een heel goede roman die de eeuwige en oneindige spanning weergeeft tussen individuele vrijheid en zelfstandigheid versus collectieve normen en waarden van de gemeenschap(pen) waar wij toe behoren. Het is deze eeuwige spanning en het met oog voor details geschreven verhaal die er voor zorgen dat “De jaren van onschuld” ruim een eeuw na publicatie nog steeds hedendaagse lezers aanspreekt.
Wharton gaat voor “De jaren van onschuld” terug naar haar kinderjaren die zij doorbracht in de hoogste sociaal-maatschappelijke kringen van New York. Toch is het geen autobiografische roman geworden. Wharton laat op ironische wijze zien wat de voor- en nadelen zijn van het leven als lid van de New Yorkse ‘upperclass’ in die jaren en hoe de normen en waarden van die ‘upperclass’ door veranderingen in maatschappelijke opvattingen over de rechten van de vrouw, sociale contacten (om nog maar te zwijgen over huwelijken) met leden van andere sociale klassen, en allerlei andere opvattingen over ‘hoe het hoort’ voor leden van de ‘upperclass’. Whartons oog voor detail hierbij, zowel voor de interieurs van woningen en de tafelschikkingen als voor de subtielere verschillen in maatschappelijke opvattingen is wat “De jaren van onschuld” tilt boven de meeste romans die in een dergelijk milieu afspelen.
De drie centrale protagonisten in “De jaren van onschuld” zijn: de advocaat Newland Archer, zijn verloofde/echtgenote May Welland en haar nicht Ellen Olenska. Wanneer Newland eind de twintig is en het tijd wordt, zoals ‘het hoort’, om te trouwen, na wat aangerommeld te hebben met onder andere een getrouwde vrouw, ligt het voor de hand dat hij voor een jongere vrouw uit eigen kring kiest. De nog geen twintigjarige May Welland is én nog maagd én van een onberispelijke New Yorkse ‘upperclass’ familie. May haar hele opvoeding is gericht op het worden van echtgenote van een man uit eigen kring. Kort voordat dat de verloving tussen May en Newland bekend wordt gemaakt stelt Newland zich de vraag waarom vrouwen niet net zo vrij en zelfstandig kunnen en mogen zijn als mannen. Hij realiseert zich dat hij een zelfstandige en vrije vrouw als echtgenoten/levenspartner wil hebben en dat hij nog veel werk zal hebben om van May zo’n vrouw te maken. Dit is het moment waarop Ellen Olenska, gedesillusioneerd in een huwelijk met een Poolse edelman, terugkeert uit Europa naar haar New Yorkse familie. Ellen is tijdens haar verblijf in Europa stukken zelfstandiger en vrijer geworden dan welke New Yorkse vrouw dan ook die Newland kent.
Deze driehoeksverhouding is voor alle drie ongemakkelijk waarbij Wharton vooral de positie, twijfels, vragen, (on)zekerheden van Newland in deze beschrijft. Dat Newland zelf veel minder onafhankelijk, vrij en zelfstandig is dan hij in het begin vermoedt, wordt hem langzaam maar zeker duidelijk. Hij is net als alle anderen in zijn sociale kringen gevangen in een net van conventies, gebruiken, ‘hoe het hoort’, reputatieschade, hypocrisie, sociale in- en uitsluiting, roddel en achterklap. Het is voor Newland onmogelijk om hieraan te ontkomen zonder volledige buiten gesloten te worden. In tegenstelling tot Ellen Olenska vindt hij geen mazen in het ‘net’ om af en toe door heen te kunnen slippen en weet hij ook geen gebruik te maken van de ‘vrije ruimte’ binnen het ‘net’ zoals zijn echtgenote May dit wel doet. Door deze tekortkomingen bij Newland maakt Wharton van hem een meelijwekkende figuur en zijn de twee vrouwen in zijn leven de ware helden en slachtoffers in “De jaren van onschuld”.
“De jaren van onschuld” is niet alleen een goede inkijk in de levens van de New Yorkse elite aan het einde van de 19e eeuw. Het is vooral een heel goede roman die de eeuwige en oneindige spanning weergeeft tussen individuele vrijheid en zelfstandigheid versus collectieve normen en waarden van de gemeenschap(pen) waar wij toe behoren. Het is deze eeuwige spanning en het met oog voor details geschreven verhaal die er voor zorgen dat “De jaren van onschuld” ruim een eeuw na publicatie nog steeds hedendaagse lezers aanspreekt.
2
Reageer op deze recensie