Lezersrecensie
Een venster op het verleden
Als kind ben ik eens een paar weken bij familie ondergebracht. Mijn moeder moest geopereerd worden. Ik ben die paar weken even onderdeel geweest van hun leven en ritme. Mijn oom en tante hadden drie kinderen. Ik ben een tijdje met hen opgetrokken. In het begin wat onwennig. Daarna meer een onderdeel van het gezin. Ik heb er fijne herinneringen aan. Het voelt nog steeds als een venster op een specifieke periode in tijd. Een andere ervaring en tevens begrensd.
Tomoko overkomt hetzelfde. Maar dan voor een jaar. 1972-1973. Zij maakt een tijdje deel uit van het gezin van de zus van haar moeder die in Ashiya wonen.
Het is geen doorsnee gezin. Het bestaat uit oom Erich Ken, oma Rosa, tante, de vrouw van oom Erich, wiens echte naam onbekend blijft, Mina hun dochter, mevrouw Yoneda, de inwonende huishoudhulp, meneer Kobayashi, de tuinier. En er is nog een zoon: Ryuichi die inmiddels studeert en niet meer thuis woont. En dan is er nog een dwergnijlpaard met de naam Pochiko.
Oom is directeur van de Fressy frisdrank fabriek. Het huis in Ashiya is gebouwd door de vader van oom Erich en is Westers omdat oma Rosa van oorsprong Duits is.
Tomoko wordt onderdeel van het gezin en vriendin van Mina, die zeer ziekelijk is en regelmatig in het ziekenhuis belandt.
Ogawa beschrijft minutieus het jaar bezien door de ogen van Tomoko. Ze raken verslingerd aan volleybal, boeken lezen, lucifersdoosjes, de sterren, en de Olympische spelen in Duitsland. Waar Japan goud wint en er een Palestijnse gijzeling van de sportploeg van Israël plaatsvindt. Was ik alweer vergeten, maar komt weer terug bij het lezen van dit boek.
Een mooi boek. Met een zeer precies taalgebruik. Dat lijkt typisch Japans te zijn. Volgens mij vertaald door iemand met een Belgische taal achtergrond, maar voor mijn gevoel niet ver van het Japanse origineel. Het verhaal boeit van de eerste tot de laatste pagina. Het jaar eindigt wanneer Tomoko met haar moeder weer teruggaat naar haar eigen dorp.
Anders dan de precieze beschrijvingen lijkt er geen specifieke boodschap in te zitten. Je bent even onderdeel van de familie. Dat is goed genoeg.
Tomoko overkomt hetzelfde. Maar dan voor een jaar. 1972-1973. Zij maakt een tijdje deel uit van het gezin van de zus van haar moeder die in Ashiya wonen.
Het is geen doorsnee gezin. Het bestaat uit oom Erich Ken, oma Rosa, tante, de vrouw van oom Erich, wiens echte naam onbekend blijft, Mina hun dochter, mevrouw Yoneda, de inwonende huishoudhulp, meneer Kobayashi, de tuinier. En er is nog een zoon: Ryuichi die inmiddels studeert en niet meer thuis woont. En dan is er nog een dwergnijlpaard met de naam Pochiko.
Oom is directeur van de Fressy frisdrank fabriek. Het huis in Ashiya is gebouwd door de vader van oom Erich en is Westers omdat oma Rosa van oorsprong Duits is.
Tomoko wordt onderdeel van het gezin en vriendin van Mina, die zeer ziekelijk is en regelmatig in het ziekenhuis belandt.
Ogawa beschrijft minutieus het jaar bezien door de ogen van Tomoko. Ze raken verslingerd aan volleybal, boeken lezen, lucifersdoosjes, de sterren, en de Olympische spelen in Duitsland. Waar Japan goud wint en er een Palestijnse gijzeling van de sportploeg van Israël plaatsvindt. Was ik alweer vergeten, maar komt weer terug bij het lezen van dit boek.
Een mooi boek. Met een zeer precies taalgebruik. Dat lijkt typisch Japans te zijn. Volgens mij vertaald door iemand met een Belgische taal achtergrond, maar voor mijn gevoel niet ver van het Japanse origineel. Het verhaal boeit van de eerste tot de laatste pagina. Het jaar eindigt wanneer Tomoko met haar moeder weer teruggaat naar haar eigen dorp.
Anders dan de precieze beschrijvingen lijkt er geen specifieke boodschap in te zitten. Je bent even onderdeel van de familie. Dat is goed genoeg.
2
Reageer op deze recensie