Lezersrecensie
Recensie De ontdekking van de hemel
Ruim 31 dagen geleden sloeg ik de eerste bladzijde om van Harry Mulisch meesterwerk: De ontdekking van de hemel, ruim 31 dagen en enkele uren geleden, onder het genot van een lauw voorjaarszonnetje, heb ik het boek zeer langzaam dichtgeslagen. Van pure overrompeling heb ik mij omgekleed, in een mum van tijd stond ik in een donkere joggingbroek een goed ademend T-shirt en enkele snelle schoenen buiten. Ik moest er even tussenuit. Genieten van het licht dat het voorjaarszonnetje schijnt, genieten van de warmte die het boek me net heeft gegeven.
De Bijbel van de Nederlandse literatuur is ruim negenhonderd bladzijden schoon, een waar klassiek drama. Harry Mulisch publiceerde dit boek in 1992, zeven jaar na zijn vorige roman Hoogste tijd. In slechts zeven jaren schreef hij een boek dat bijna geen enkele man in zijn gehele leven zou kunnen schrijven, en in geval van reïncarnatie meerdere levens. Een verhaal over de onmogelijke hechte vriendschap van Onno Quist, een gereformeerde opgevoede zoon van de minister van Staat, en Max Delius, tweevoudig oorlogsslachtoffer, zowel zijn Joodse moeder als zijn fascistische vader verdwenen in de Tweede Wereldoorlog uit zijn nog jonge leven. Onno is een levensgenieter, hij beschikt over een onmogelijk rommelig huis en gedachte, tevens is hij een letterkundige en spreekt alle talen van de wereld, een lange tijd gemotiveerd wetenschapper. Op een gegeven moment besluit Onno de politiek in te gaan. Max is astronoom en leeft voor het andere geslacht, tevens is hij een uiterst opgeruimd persoon. Beide, Max als allereerste, krijgen ze een relatie met Ada Brons, getalenteerd cellospeelster, dochter van een tweedehands boekhandelaar die getrouwd is met een harde vrouw zo vindt Ada. Ada wordt uitgenodigd om een concert te geven in het Havana van Fidel Castro, Onno –heeft inmiddels een relatie met Aad- en Max besluiten om mee te gaan. De twee vrienden komen terecht op een bijzonder congres over het bevorderen van ‘De Revolutie’ waarin Cuba het voortouw heeft genomen. Na een zonnige dag op het Cubaanse strand ondergaan Ada en Max tezamen een ernstige zonde met gevolgen. Naar aanleiding van dit akkefietje komt Quinten tot leven. Onno klimt inmiddels steeds hoger de politiek in en krijgt een bestuursfunctie in Amsterdam. De Goden grijpen met regelmaat in de levenslijnen van Ada, Onno, Max en Quinten in. Uiteindelijk om hun te laten leiden naar de geboorte van Quinten uit het ‘levensloze’ lichaam van Ada, die door een auto-ongeluk in coma is gekomen. Max ziet het opvoeden van de zoon van Onno als de ultieme manier om zijn schuld te vereffenen. Samen met de moeder van Ada Sophia voeden ze de jongen op, en wel op kasteel Groot Rechteren, in de buurt van de telescoop van Westerbork waar Max werkt. Uit het leven van Onno verdwijnt eerst Ada, daarna zijn vader, hier opvolgend Helga –zijn nieuwe vriendin- en daarop volgend verdwijnt hijzelf, Onno kan alles niet meer overzien en na het mislukken van zijn politiek carrière besluit hij te ‘verdwijnen’. Op zeventienjarige leeftijd gaat de bijzondere Quinten op een zoektocht naar zijn vader, die vier jaar eerder uit zijn leven verdween. Ze treffen elkaar onder het hemelse licht in het Pantheon van Rome.
Quinten beschikt tevens over helblauwe, bijna hemelse ogen. Hij ontwikkelt een theorie over de Stenen Tafelen, de Tien Geboden die door Mozes tweemaal zijn ontvangen. Samen met zijn vader, die uiterst kritisch staat tegenover zijn hypothese, haalt hij de saffieren Stenen Tafelen onder een altaar vandaan. Ze vluchtten naar Jeruzalem. In deze stad van de godsdiensten is het voor Quinten duidelijk dit is de Burcht uit zijn dromen. Het midden van de wereld is hier. Quinten is de Messias hij brengt de Stenen Tafelen bijna weer thuis, en voor de tweede keer vallen ze aan diggelen. Quinten reist net als enkele eerdere heilige via de rots naar de hemel. Hij heeft een geheim uit de hemel herontdekt.
Het gehele boek staat vol met symbolische verwijzingen en dubbelzinnige gebeurtenissen. Ooit heb ik eens gehoord dat het boek over de Tweede Wereldoorlog gaat, helaas, dan zit je ernaast de Tweede Wereldoorlog heeft er niet alles mee te maken. Het verhaal speelt zich namelijk af in de jaren ’60, ’70 en ’80. Tevens heb ik eens vernomen dat het boek wel de helft dunner had kunnen zijn als het anders was beschreven. Daar wil ik me volledig bij aan sluiten, maar dan zou ik het nooit een mooi boek hebben gevonden, juist al die mysterieuze verhaallijnen al die vragen die Mulsich stelt, vragen die iedereen zich vaker zou moeten stellen, dat maken het boek tot een ongelooflijke schepping. Al is het boek ruim negenhonderd bladzijden dik, je kunt er ruim vier keer zoveel van maken als je het gaat bespreken. Het is een verhaal dat je omvangt, afsluit van de buitenwereld, verwarmd en soms genadeloos laat afkoelen, bijvoorbeeld in de stukken waarin een persoon een bijna gehele essay gaat uitschrijven. Tevens was ik zo trots op mijn naam: Quinten. De Uitverkorene. De ultieme letter Q, die onder andere symbool staat voor de bevruchting van de vrouwelijke eicel door de mannelijke zaadcel. Nooit en te nimmer in de gehele eeuwigheid zal ik dit boek meer vergeten. Mulisch stelt regelmatig de vraag of het leven wel zin heeft, of het nog wel gebeurt is als je iets niet meer kan zien, of dat je door het doen van een goed ding je leven zinnig hebt gemaakt. ‘Beste de heer Mulisch, bij deze wil ik u ervan op de hoogte stellen dat uw leven zin heeft gehad, want uw zinnen blijven eeuwig voortleven. Veelal komt de vraag naar voren als een het niet had gedaan dan had een andere het wel gedaan. Maar niemand zou De ontdekking van de hemel hebben geschreven als u het niet had gedaan. Daarom heeft uw leven zin gehad.’ Consummatum est.
De Bijbel van de Nederlandse literatuur is ruim negenhonderd bladzijden schoon, een waar klassiek drama. Harry Mulisch publiceerde dit boek in 1992, zeven jaar na zijn vorige roman Hoogste tijd. In slechts zeven jaren schreef hij een boek dat bijna geen enkele man in zijn gehele leven zou kunnen schrijven, en in geval van reïncarnatie meerdere levens. Een verhaal over de onmogelijke hechte vriendschap van Onno Quist, een gereformeerde opgevoede zoon van de minister van Staat, en Max Delius, tweevoudig oorlogsslachtoffer, zowel zijn Joodse moeder als zijn fascistische vader verdwenen in de Tweede Wereldoorlog uit zijn nog jonge leven. Onno is een levensgenieter, hij beschikt over een onmogelijk rommelig huis en gedachte, tevens is hij een letterkundige en spreekt alle talen van de wereld, een lange tijd gemotiveerd wetenschapper. Op een gegeven moment besluit Onno de politiek in te gaan. Max is astronoom en leeft voor het andere geslacht, tevens is hij een uiterst opgeruimd persoon. Beide, Max als allereerste, krijgen ze een relatie met Ada Brons, getalenteerd cellospeelster, dochter van een tweedehands boekhandelaar die getrouwd is met een harde vrouw zo vindt Ada. Ada wordt uitgenodigd om een concert te geven in het Havana van Fidel Castro, Onno –heeft inmiddels een relatie met Aad- en Max besluiten om mee te gaan. De twee vrienden komen terecht op een bijzonder congres over het bevorderen van ‘De Revolutie’ waarin Cuba het voortouw heeft genomen. Na een zonnige dag op het Cubaanse strand ondergaan Ada en Max tezamen een ernstige zonde met gevolgen. Naar aanleiding van dit akkefietje komt Quinten tot leven. Onno klimt inmiddels steeds hoger de politiek in en krijgt een bestuursfunctie in Amsterdam. De Goden grijpen met regelmaat in de levenslijnen van Ada, Onno, Max en Quinten in. Uiteindelijk om hun te laten leiden naar de geboorte van Quinten uit het ‘levensloze’ lichaam van Ada, die door een auto-ongeluk in coma is gekomen. Max ziet het opvoeden van de zoon van Onno als de ultieme manier om zijn schuld te vereffenen. Samen met de moeder van Ada Sophia voeden ze de jongen op, en wel op kasteel Groot Rechteren, in de buurt van de telescoop van Westerbork waar Max werkt. Uit het leven van Onno verdwijnt eerst Ada, daarna zijn vader, hier opvolgend Helga –zijn nieuwe vriendin- en daarop volgend verdwijnt hijzelf, Onno kan alles niet meer overzien en na het mislukken van zijn politiek carrière besluit hij te ‘verdwijnen’. Op zeventienjarige leeftijd gaat de bijzondere Quinten op een zoektocht naar zijn vader, die vier jaar eerder uit zijn leven verdween. Ze treffen elkaar onder het hemelse licht in het Pantheon van Rome.
Quinten beschikt tevens over helblauwe, bijna hemelse ogen. Hij ontwikkelt een theorie over de Stenen Tafelen, de Tien Geboden die door Mozes tweemaal zijn ontvangen. Samen met zijn vader, die uiterst kritisch staat tegenover zijn hypothese, haalt hij de saffieren Stenen Tafelen onder een altaar vandaan. Ze vluchtten naar Jeruzalem. In deze stad van de godsdiensten is het voor Quinten duidelijk dit is de Burcht uit zijn dromen. Het midden van de wereld is hier. Quinten is de Messias hij brengt de Stenen Tafelen bijna weer thuis, en voor de tweede keer vallen ze aan diggelen. Quinten reist net als enkele eerdere heilige via de rots naar de hemel. Hij heeft een geheim uit de hemel herontdekt.
Het gehele boek staat vol met symbolische verwijzingen en dubbelzinnige gebeurtenissen. Ooit heb ik eens gehoord dat het boek over de Tweede Wereldoorlog gaat, helaas, dan zit je ernaast de Tweede Wereldoorlog heeft er niet alles mee te maken. Het verhaal speelt zich namelijk af in de jaren ’60, ’70 en ’80. Tevens heb ik eens vernomen dat het boek wel de helft dunner had kunnen zijn als het anders was beschreven. Daar wil ik me volledig bij aan sluiten, maar dan zou ik het nooit een mooi boek hebben gevonden, juist al die mysterieuze verhaallijnen al die vragen die Mulsich stelt, vragen die iedereen zich vaker zou moeten stellen, dat maken het boek tot een ongelooflijke schepping. Al is het boek ruim negenhonderd bladzijden dik, je kunt er ruim vier keer zoveel van maken als je het gaat bespreken. Het is een verhaal dat je omvangt, afsluit van de buitenwereld, verwarmd en soms genadeloos laat afkoelen, bijvoorbeeld in de stukken waarin een persoon een bijna gehele essay gaat uitschrijven. Tevens was ik zo trots op mijn naam: Quinten. De Uitverkorene. De ultieme letter Q, die onder andere symbool staat voor de bevruchting van de vrouwelijke eicel door de mannelijke zaadcel. Nooit en te nimmer in de gehele eeuwigheid zal ik dit boek meer vergeten. Mulisch stelt regelmatig de vraag of het leven wel zin heeft, of het nog wel gebeurt is als je iets niet meer kan zien, of dat je door het doen van een goed ding je leven zinnig hebt gemaakt. ‘Beste de heer Mulisch, bij deze wil ik u ervan op de hoogte stellen dat uw leven zin heeft gehad, want uw zinnen blijven eeuwig voortleven. Veelal komt de vraag naar voren als een het niet had gedaan dan had een andere het wel gedaan. Maar niemand zou De ontdekking van de hemel hebben geschreven als u het niet had gedaan. Daarom heeft uw leven zin gehad.’ Consummatum est.
2
Reageer op deze recensie