Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Hebban recensie

Zelfbeschikking en zelfvernietiging

Inge Deutekom 28 maart 2017

In het Boekenweekessay, deze week uitgekomen in het kader van het thema 'Verboden vruchten', verkent Connie Palmen (1955) de zonde van de vrouw. We kennen allemaal het verhaal van Adam en Eva die uit het paradijs verdreven worden, omdat ze de verboden vrucht - de appel - van de boom der kennis hebben gegeten. Door het gebod van God de vader te schenden verliezen ze hun onschuld en worden zich bewust van zichzelf en hun naaktheid. Daarmee is ook de vrije wil geboren: de keus tussen goed en kwaad. Aan de hand van vier vrouwenlevens uit de vorige eeuw onderzoekt Palmen het verband tussen onaangepastheid, het creëren van een nieuwe identiteit en zelfdestructie als gevolg van de gevoelens van schuld en schaamte die dat met zich meebrengt.

Palmen ziet de erfzonde als de zonde van de verbeelding. De vier vrouwen conformeren zich niet aan het traditionele beeld dat van vrouwen bestaat door zich te onderwerpen aan een man, maar scheppen een nieuw imago waarmee ze het publieke domein betreden. Thuis wachten echter de demonen  die ze proberen te bestrijden.

"Het is de ultieme tragiek van het gehavende kind dat zichzelf opoffert en wegmaakt door een ander te worden. De zelfopoffering is de vrijwillig ondergane straf, een zelfbestraffing voor het schenden van de wet van de Vader, voor de soevereiniteit van de hergeboorte. Geen enkele liefde zal vanaf nu vertrouwd kunnen worden, want de liefde voor de vrouw uit het publieke domein is de liefde voor een idool, niet de liefde voor de echte vrouw, voor het beschadigde kind."


Dit essay ontbeert de bevlogenheid en beeldende kracht van Palmens laatste roman. De schrijfstijl is niet bijzonder levendig of geestig. Wel leest het gemakkelijk, omdat het dun is (nog geen 60 bladzijden) en opgedeeld is in vier delen, voorafgegaan door een ‘handleiding’. Wie de vrouwen niet kent, kan de inhoud niet op betrouwbaarheid beoordelen, maar dat is ook niet nodig. Het gaat erom of Palmen overtuigt en aannemelijk maakt. Dat is ten dele het geval. De voorbeelden lijken vrij willekeurig bij elkaar gezocht en door Palmen naar haar hand gezet.

De belangrijkste overeenkomst is dat deze vier geen geborgen jeugd hebben gehad, daardoor geen gevoel voor eigenwaarde hebben ontwikkeld, een excentriek leven hebben geleid en aan mateloosheid te gronde zijn gegaan. De vraag is of dit niet ook voor beroemde mannen geldt.

Monroe droomde ervan om een ster te zijn, ontdekte dat ze aandacht kreeg wanneer ze een bepaalde pose aannam en perfectioneerde haar lichaam, houding en blik. De schaduwkant hiervan bleek dat ze zich een ding voelde dat men weg kon doen. Ze pleegde zelfmoord door een overdosis pillen in te nemen.

Marguerite Duras ervoer het schrijverschap als een wedergeboorte en het schrijven als een religieuze handeling, maar maakte van haar leven een fantoomleven. Net als Monroe sprak ze soms over zichzelf in de derde persoon. Ze overschreed vele grenzen en doorbrak zowel literair-technische als inhoudelijke taboes. Haar mateloosheid in het gebruik van genotsmiddelen leidde tot een eenzame dood.

Jane Bowles ging gebukt onder een verlammende besluiteloosheid en een verbod op de verbeelding. Door lichamelijke en mentale klachten werd ze teruggeworpen op een innerlijk leven. Het schrijven bleek een uitweg, maar versterkte haar afzondering. Haar mateloosheid in het gebruik van alcohol en haar destructieve affaire met een Marokkaanse vrouw hebben haar ziektebeeld versterkt. Zij deed alles wat ze eng vond als een soort offer om vergeving te krijgen voor de zonde van de verbeelding en eindigde in een psychiatrische kliniek.

Een heel ander type was Patricia Highsmith, die zich een ongewenst kind voelde, een jongen in een meisjeslichaam, en de wens koesterde om haar stiefvader te vermoorden. Ook zij vond in het schrijven een uitweg voor haar verlangen om zichzelf ‘weg te maken’. Ook zij had last van schaamte, zelfhaat en mateloosheid. Ook zij rookte, dronk, had slechte seksuele relaties met vrouwen en stierf in eenzaamheid. Haar lugubere fantasie en haargevoelens kon ze kwijt in haar alter ego, de gewetenloze moordenaar in haar romans.

1

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Inge Deutekom