Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

'Het debat moet gaan over of het destijds JUIST LEEK wat men deed’!

Jacob Pol 25 januari 2024
Niet over of het destijds juist was wat men gedaan had.

Met een scalpel ontleed op minutieuze wijze Bas van der Boom het functioneren van de Joodse raad in Amsterdam in de periode van 1941-1943 met las uiteindelijke conclusie die eigenlijk niemand wil horen noch lezen “Het moreel uiterst incriminerende verhaal dat de Joodse raad bepaalde wie op transport ging, is een door oorlogsmisdadigers na de oorlog bedachte leugen”.
Hannah Arendt schreef ooit er was een beschaving voor en er is een beschaving na de Tweede Wereldoorlog, daartussen … en dat is direct het bijzondere en goede aan het onderzoek en boek van Bas van der Boom hij gaat niet uit van wat wij allemaal na die oorlog te weten zijn gekomen en met die feiten oordelen met terugwerkende kracht over de Joodse Raad, hij zoekt na de uitgangspunten van voor de oorlog en hoe die in de oorlog hun leidraad werden daar de Geschiedenis van de Joden er vol een van is van verdrijving, uitsluiting, in getto’s leven, van pogroms trachtte de Joodse Raad de met veel geweld op hun afkomende onheil te voorkomen hun angst voor escalaties, strafmaatregelen, willekeur en razzia’s was groot waarbij het niet meehielp dat zo’n vierhonderd opgepakte Joodse mannen in februari 1941 via Buchenwald in Mauthausen terecht kwamen en daar vermoordt werden door de erbarmelijke omstandigheden. Wally de Lang heeft dit glashelder en contentieus uitgezocht in haar boek ‘De razzia’s van 22 en 23 februari 1941 in Amsterdam’ waarna de Februaristaking uitbrak die hardhandig werd neergeslagen. Alle doodsberichten die binnen een paar maanden weerom kwamen uit Mauthausen voedde de enorme angst voor Mauthausen en dat alles beter was dan hier naar toegezonden te worden dus riep de Joodse Raad op tot:
Gehoorzamen. De werkkampen, door de Duitsers eerst voorgesteld van in Nederland (Westerbork/Vught), vervolgens Duitsland, waarbij het uiteindelijke werkelijke plan van uitroeiing in het Oosten sterk verdoezeld werd, leken in alles beter dan het moordkamp Mauthausen.
Verzachten. De deportaties gingen gepaard met talloze regels en voorschriften waar de Joodse Raad invloed op probeerde uit te oefenen door leeftijdsgrenzen, ouderen, zwakken, zieken en kinderen te ontzien van vertrek.
Verzorgen. Zij die dienden te vertrekken zo goed mogelijk uitrusten met ondermeer schoenen, dekens, insectenpoeder zodat zij een grotere kans hadden op overleven.
Selectie. De ‘Onmisbaren’ zij die nodig waren om de achtergeblevenen goed te verzorgen, voor hun belangen op te komen hen bij terugkomst zo goed mogelijk op te vangen.
De vraag die blijft puzzelen en ook van der Boom blijft achtervolgen in zijn boek is het lijkt achteraf absurd om te hebben meegewerkt aan deze industriële massamoord echter de mensen van de Joodse Raad wisten niet wat wij niet weten want hij stelt terecht dat de Joden de raadgevingen van de Joodse Raad bleven opvolgen daar als men anders geweten had, van de gaskamers, men niet op de treinen naar de werkkampen was gestapt. Primo Levi beschrijft in zijn boeken dat kampbewakers rondbazuinen dat zij, de Joden, na de oorlog niet gelooft zouden worden daar de absurditeit van wat in deze kampen plaatsvond elke menselijke voorstelling op dat moment te boven ging. De verhalen die sporadisch kwamen konden niet geverifieerd worden, er waren evenveel tegenwerpingen. Daarbij moet niet vergeten worden dat zowel de ambtenarij, de burgemeesters als de politie wegkeken, meewerkten, samenwerkten en zeker geen verzet boden.
Onderduiken. Van der Boom zoekt dit zo nauwkeurig mogelijk uit en komt niet tot een eensluidende conclusie wel dat onderduiken lange tijd zeer lastig was voor de Joden daar zij niet gewenst waren, de Nederlandse bevolking had ze liever niet onderdak of vroegen dermate veel geld waartoe de meeste Joden niet in staat waren dit te betalen.
De keuze voor Gehoorzamen kwam voort uit de beschaving van voor 1940 en hun geschiedenis van lijden waarbij de Joodse Raad “zowel product als producent” van een verkeerde inschatting werd. Achteraf waren verzet en onderduiken waarschijnlijk betere kansen om te overleveren geweest.
“Zelfs in het holst van de oorlog mocht niet bekend worden verondersteld welk gruwelijk lot de mensen wachtte die naar ‘het oosten’ waren overgebracht”.
Ten slotte gaat van der Boom in op de landen die eveneens met Joodse Raden te maken hadden en war eveneens veel onderzoek naar gedaan is en die in grote lijnen hetzelfde handelden als de Amsterdamse Joodse Raad. Voor België en Frankrijk geldt expliciet dat zij een Militair Bestuur hadden en wij een Burgerlijk waarmee beter en makkelijker te onderhandelen bleek, helaas onze koningin en haar minister hadden de vlucht gekozen, hun volk achterlatend en in die beide landen waren veel meer buitenlandse Joden die niets vertrouwden gezien wat ze al mee hadden gemaakt en daardoor zich door die Joodse Raden niet lieten leiden.
Oordelen over deze jaren is bijzonder complex en ondoorzichtig door de vele gelaagdheden die deze jaren kenmerken zo is de in Nederland wonende de Duitse familie Frank die wel onderdook terwijl de gelauwerde dagboekschrijfsters Etty Hillesum die voor de Joodse Raad in Westerbork werkte en ondanks haar vrijstelling waarmee ze voortdurend op neer naar Amsterdam reisde en zich afvroeg wat er gebeurde met al die tienduizenden die ze zag vertrekken, dwangarbeid tot de dood, zijn ze uit op onze vernietiging of welke boeken zal ik meenemen, ze dook niet onder en werd uiteindelijk in september 1943 op de trein gezet. Hanny Michaelis trachtte eveneens om voor de Joodse Raad te mogen werken waardoor zij een vrijstelling had bemachtigd wat niet lukte, in haar dagboek diskwalificeert ze de Joodse Raad daar de gangbare opvatting was dat slechts de elite hierbij werkte, zij dook wel onder op verschillende adressen. Haar ouders werden beide wel vermoord.
Het kleinste kwaad nastreven om daarmee het grote kwaad te voorkomen, de vraag waar Ian Buruma in zijn boekje ‘In de schaduw van het kwaad’ omheen blijft cirkelen naar aanleiding van Hanna Arendts boek ‘De banaliteit van het kwaad over Eichmann’, ofwel besef je welk leed je aanricht met die ene pennenstreek achter je bureau, warm, veilig … de Jood die op de trein moest en die opstapte ‘die wist dat ze iets niet wist’.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Jacob Pol

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.