Lezersrecensie
… Het is mijn schuld niet dat ik leef en adem …”.

07 november 2023
“Since then, at an uncertain hour,
That agony returns,
And till my ghastly tale is told,
This heart within me burns”.
‘De verdronkenen en de geredden’ is het volgende boek die ik van Primo Levi herlees en opent met dit gedicht waar Levi zijn eigen interpretatie aangeeft in een je verslagen achterlatend gedicht die inmiddels vertaald is in het Nederlands daar het is opgenomen in zijn indrukwekkende gedichtenbundel ‘Op een onzeker uur’ die in 1984 uitkwam en vier jaar later in onze taal.
Levi beëindigde zijn leven op 11 april 1987 in het jaar daarvoor had hij dit boek afgerond die pas in 1991 in Nederland uitkwam.
Regen, de regen valt genadeloos op ons neer. Achter ons raast het verkeer heen en weer. Deze plek is niet moeilijk te vinden. Bereiken wel.
Dit boek herlezen valt me zwaar, zijn strijd om niet te laten vergeten wat hier op deze plaats ter grote van zo’n vijfendertig vierkante kilometer heeft plaatsgevonden te samen met al die andere plekken en plaatsen “Ook al zouden we alles vertellen, ze zouden ons niet geloven”. Levi streed een ongelijke strijd met zichzelf, hij besefte iedereen die in het Lager was beland diende te sterven, de ‘Geheimisträger’ dienden te worden vernietigd niemand mocht bevrijdt worden en tegelijkertijd besefte hij dat bij de onderdrukkers er velen waren die deze geheimen kenden echter die velen kenden slechts weinig, slechts een paar enkelen wist veel waarbij de Duisters er trots op waren mochten er enkelen van Levi’s soortgenoten overleven hun verhalen te monsterlijk waren om te geloofd te worden, jullie schrijven de geschiedenis niet! Dat doen wij. Naarmate de jaren verstreken en de tijd steeds verder af kwam te staan van wat hij had meegemaakt, gezien en ondergaan, raakte hij steeds verder weg van hen die hun ouders opvolgden en die niet in zijn tijd geleefd hadden. Steeds vaker moest hij zich verantwoorden van hoezo niet gevlucht, geen weerstand geboden, geen verzet gepleegd.
Lopend om het monument heen, de plassen ontwijkend wetend voor hen was deze luxe niet weggelegd, m’n regenjas dichter om me heen trekken en denkend aan hun dunne gestreepte zomerse linnenjasjes die ze in de herfst en winter aan moesten houden …
Levi beschrijft in al zijn boeken nauwgezet de situaties waarin hij belandde, wat hem bij voortduring overkwam en hield daarbij een scherp oog voor zijn omgeving en bleef de humanist die zocht naar woorden die zo zuiver mogelijk het meegemaakte weergaven, naakt, helder, zonder omwegen, de waanzin en moet ervaren dat zijn verhaal niet gehoord wordt, ze praten door elkaar heen, met elkaar, niet met hem en zijn zuster die hem aankijkt, opstaat en weggaat zonder iets te zeggen. Levi registreert ijzersterk, hij is de chemicus die analyseert, observeert en feitelijk beschrijft.
Het monument valt mij eigenlijk tegen, op een niet al te hoog plateau staan vier met blokken strak op mensen lijken figuren, bovenop buigt de laatste steen een vijfenveertig graden naar voren, tussen hen in is bovenaan op ijzerdraad lijkende zwart metaal gespannen, een aantal plakkaten vertellen in verschillende talen een kleine duiding van de waanzin die hier plaatsvond. Op de grond op het plateau liggen twee lichamen om elkaar heen gestrengeld een verbeelding van hoe mensen moesten slapen samen op die te smalle brits, ieder omgekeerd met je hoofd tussen de voeten van de ander.
Het kwaad en hoeveel mensen zich niets willen herinneren, liegen, leugens vertellen en hoe mooie woorden die gruwelijke daden verbergen Einsatzkommando’s die achter het front duizenden Joden doodgeschoten op de rand van de door henzelf gegraven massagraf. Hoe pijnlijk de Duitsers de Jood volledig ontmenselijkte daar hij werd aangesteld als Kapo, Lagerälteste die op hun medemensen (Joden) genadeloos in moesten slaan om hun iets meer geprivatiseerde functie met voordelen te behouden. Hij beziet en beschrijft het mededogen, de vele grijstinten in evenzovele relaties en de intense strijd daarbinnen om te overleven.
Je mag hier niet over oordelen, geen veroordeling over uitspreken vindt Levi daar het systeem die hen zo maakte moet worden veroordeeld en al die mensen die dit systeem uitvoerden of zich door dit systeem zo lieten gaan, zij veroorzaakten dit, zij dreven de mensen hiertoe. Levi begrijpt de wens om te vereenvoudigen echter zo eenvoudig is dit niet om kwaad en goed, winnaars en verliezers van elkaar te onderscheiden daar de Duitsers uitstekend in staat waren om elk moreel kompas te vernietigen, om alles wat de mens een mens maakt eruit te rammen, ongedierte moesten ze worden zonder nog een graantje geweten zoals de Sonderkommando ’s die na de vergassing de vermoorden moesten opruimen, hun uitkleden, gouden tanden uitrukken en alle, ja alle haren afscheren en vervolgens verbranden die niet voor niets de ‘aasvogels van het crematorium’ werden genoemd en die daarna een partijtje moesten voetballen tegen de SS-ers. Ze werden uitgekozen voor dit werk en nee zeggen betekende direct vermoordt te worden.
Levi’s essays (her)lezen in deze tijd doet je doordringen en waar hij onophoudelijk voor bleef strijden, hoe uitzonderlijk die jaren waren waar de mens geïndustrialiseerd vernietigd werd en in dit werkkamp waar hij verbleef totaal werden uitgebuit, uitgeperst tot hun laatste ademteug voordat ze het crematorium in verdwenen om via de pijp hun vrijheid weerom te verkrijgen. Hij wilde onophoudelijk laten zien er is géén vergelijk, hoe verschrikkelijk, gruwelijk andere oorlogen en strijd zijn, dit was een unicum zonder hier trots op te zijn, niet eerder werden zoveel mensen domweg vermoord om wie ze ooit waren, bij miljoenen, treinen met volgepropte veewagons uit vele Europese landen werden uitstappend gedreven naar de gaskamers enkele ogenblikken later vermoord zijnde. Levi’s enige opdracht is dit levend te houden, niet voor hemzelf maar voor al die miljoenen die dit niet kunnen, die dit genadeloze lot moesten ondergaan daar anderen hun tot ongedierte hadden bestempeld.
Zijn essays zijn adembenemend om te (her)lezen wanneer hij vertelt over ‘de grijze laag/Schaamte/Nutteloos geweld (met wat een zeggingskracht)’ om uiteindelijk te komen bij zijn behandeling van zijn correspondentie n.a.v. ‘Is dit een mens’ met Duisters om uit te komen bij de goede Duitser H.S. met wie hij zestien jaar correspondeerde totdat ze Albert Speer bezocht n.a.v. zijn ‘Dagboeken uit Spandau’ waardoor zij enige compassie voor hem had gekregen. Levi raakte wantrouwig en geïrriteerd en hoe terecht Levi’s wantrouwen bleek werd jaren later helder door briljant monnikenwerk van Magnus Brechtken die bijna duizend pagina’s nodig heeft om deze verhelderde messcherpe biografie over de ‘Goede’/’Edele’/’Deugende’ Nazi te schrijven die honderden, duizenden, miljoenen mensen wist in te pakken met zijn verhalen over ‘de kunstenaar, de architect’ die iedereen na de oorlog te graag wilde geloven. Niet iedere Nazi was slecht geweest. Onder anderen Simon Wiesenthal, onze eigen Harry Mulisch en Erich Fromm naast zijn biografen Joachim Fest en Gitta Sereny pakte Speer iedereen in, in de jaren na zijn gevangenschap. Het lukte Albert Speer tot zijn dood (1981) om zijn verhalen tot feit te laten zijn daar niemand de archieven in dook en zij die trachtten het beeld wel te doen kantelen zoals Erich Goldhagen of Jean Amery, een belangrijke schrijfvriend na de oorlog voor Levi, werden door talloze anderen weersproken met valse bewijzen waar Speer voor zorgde. Als met een lancet glijdt Brechtken door het overweldigende archiefmateriaal wat er altijd al lag maar Speer was dé alomtegenwoordige Zeitzeuge. Brechtken laat zien hoe de wereld na de oorlog smachtte naar ‘goede’ Nazimisdadiger die men eindeloos geloofde terwijl hij medeverantwoordelijk was voor de bouw van Auschwitz II, hij liet honderdduizenden dwangarbeiders en concentratiekampgevangenen via zijn bewapeningsfabrieken en de materialen voor hem werken, zijn verjaging van de Joden uit Berlijn voor de megalomane plannen waaruit blijkt dat Berlijn al meer in puin lag dan de geallieerden nog stuk konden bombardeerden. Macht en geld dreef hem voor, in en na de oorlog met zijn verhalen waar een ieder zich door liet inpakken, zoals hij zich zogenaamd door Hitler liet inpakken, zo pakte hij de rest van de wereld in. Hij loog alles bij elkaar want we waren op zoek naar verzoening met het verleden en Speer maakte daar zeer handig gebruik van. Onthutsend beeld en boek met de hoop dat Primo Levi elk contact met deze Nazi afhield hoe graag Speer dit wilde bewerkstelligen en beseffende dat Harry Mulisch nog in 2001 met zijn roman ‘Siegfried’ de mythe die Speer had gebouwd terwijl al veel van zijn leugens waren ontmanteld nog een keer weer opdiste die echter in het niet valt bij de moedwillige onwetendheid van Joachim Fest en talloze andere historici. Speer was de stuwende kracht achter de voortduring van de oorlog met zijn demagogische bewapeningspraatjes en getallen en de mysterieuze wapens die nooit kwamen.
Dit boek kwam uit in 2018 helaas overleed Levi lang daarvoor zonder te weten hoezeer hij het juist had. Deze essays in ‘De verdronkenen en de geredden’ is het laatste wat Levi ons naliet.
Levi’s gedicht begint met ‘Since the, at an uncertain hour’, en gaat dan over op
‘Sindsdien, op een onzeker uur,
Keert dat verdriet terug,
En er is niemand om hem aan te horen
Dan brandt het hart hem in de borst.
Hij ziet weer de gezichten van zijn makkers
Lijkbleek in het eerste daglicht …
… Het is mijn schuld niet dat ik leef en adem …”.
That agony returns,
And till my ghastly tale is told,
This heart within me burns”.
‘De verdronkenen en de geredden’ is het volgende boek die ik van Primo Levi herlees en opent met dit gedicht waar Levi zijn eigen interpretatie aangeeft in een je verslagen achterlatend gedicht die inmiddels vertaald is in het Nederlands daar het is opgenomen in zijn indrukwekkende gedichtenbundel ‘Op een onzeker uur’ die in 1984 uitkwam en vier jaar later in onze taal.
Levi beëindigde zijn leven op 11 april 1987 in het jaar daarvoor had hij dit boek afgerond die pas in 1991 in Nederland uitkwam.
Regen, de regen valt genadeloos op ons neer. Achter ons raast het verkeer heen en weer. Deze plek is niet moeilijk te vinden. Bereiken wel.
Dit boek herlezen valt me zwaar, zijn strijd om niet te laten vergeten wat hier op deze plaats ter grote van zo’n vijfendertig vierkante kilometer heeft plaatsgevonden te samen met al die andere plekken en plaatsen “Ook al zouden we alles vertellen, ze zouden ons niet geloven”. Levi streed een ongelijke strijd met zichzelf, hij besefte iedereen die in het Lager was beland diende te sterven, de ‘Geheimisträger’ dienden te worden vernietigd niemand mocht bevrijdt worden en tegelijkertijd besefte hij dat bij de onderdrukkers er velen waren die deze geheimen kenden echter die velen kenden slechts weinig, slechts een paar enkelen wist veel waarbij de Duisters er trots op waren mochten er enkelen van Levi’s soortgenoten overleven hun verhalen te monsterlijk waren om te geloofd te worden, jullie schrijven de geschiedenis niet! Dat doen wij. Naarmate de jaren verstreken en de tijd steeds verder af kwam te staan van wat hij had meegemaakt, gezien en ondergaan, raakte hij steeds verder weg van hen die hun ouders opvolgden en die niet in zijn tijd geleefd hadden. Steeds vaker moest hij zich verantwoorden van hoezo niet gevlucht, geen weerstand geboden, geen verzet gepleegd.
Lopend om het monument heen, de plassen ontwijkend wetend voor hen was deze luxe niet weggelegd, m’n regenjas dichter om me heen trekken en denkend aan hun dunne gestreepte zomerse linnenjasjes die ze in de herfst en winter aan moesten houden …
Levi beschrijft in al zijn boeken nauwgezet de situaties waarin hij belandde, wat hem bij voortduring overkwam en hield daarbij een scherp oog voor zijn omgeving en bleef de humanist die zocht naar woorden die zo zuiver mogelijk het meegemaakte weergaven, naakt, helder, zonder omwegen, de waanzin en moet ervaren dat zijn verhaal niet gehoord wordt, ze praten door elkaar heen, met elkaar, niet met hem en zijn zuster die hem aankijkt, opstaat en weggaat zonder iets te zeggen. Levi registreert ijzersterk, hij is de chemicus die analyseert, observeert en feitelijk beschrijft.
Het monument valt mij eigenlijk tegen, op een niet al te hoog plateau staan vier met blokken strak op mensen lijken figuren, bovenop buigt de laatste steen een vijfenveertig graden naar voren, tussen hen in is bovenaan op ijzerdraad lijkende zwart metaal gespannen, een aantal plakkaten vertellen in verschillende talen een kleine duiding van de waanzin die hier plaatsvond. Op de grond op het plateau liggen twee lichamen om elkaar heen gestrengeld een verbeelding van hoe mensen moesten slapen samen op die te smalle brits, ieder omgekeerd met je hoofd tussen de voeten van de ander.
Het kwaad en hoeveel mensen zich niets willen herinneren, liegen, leugens vertellen en hoe mooie woorden die gruwelijke daden verbergen Einsatzkommando’s die achter het front duizenden Joden doodgeschoten op de rand van de door henzelf gegraven massagraf. Hoe pijnlijk de Duitsers de Jood volledig ontmenselijkte daar hij werd aangesteld als Kapo, Lagerälteste die op hun medemensen (Joden) genadeloos in moesten slaan om hun iets meer geprivatiseerde functie met voordelen te behouden. Hij beziet en beschrijft het mededogen, de vele grijstinten in evenzovele relaties en de intense strijd daarbinnen om te overleven.
Je mag hier niet over oordelen, geen veroordeling over uitspreken vindt Levi daar het systeem die hen zo maakte moet worden veroordeeld en al die mensen die dit systeem uitvoerden of zich door dit systeem zo lieten gaan, zij veroorzaakten dit, zij dreven de mensen hiertoe. Levi begrijpt de wens om te vereenvoudigen echter zo eenvoudig is dit niet om kwaad en goed, winnaars en verliezers van elkaar te onderscheiden daar de Duitsers uitstekend in staat waren om elk moreel kompas te vernietigen, om alles wat de mens een mens maakt eruit te rammen, ongedierte moesten ze worden zonder nog een graantje geweten zoals de Sonderkommando ’s die na de vergassing de vermoorden moesten opruimen, hun uitkleden, gouden tanden uitrukken en alle, ja alle haren afscheren en vervolgens verbranden die niet voor niets de ‘aasvogels van het crematorium’ werden genoemd en die daarna een partijtje moesten voetballen tegen de SS-ers. Ze werden uitgekozen voor dit werk en nee zeggen betekende direct vermoordt te worden.
Levi’s essays (her)lezen in deze tijd doet je doordringen en waar hij onophoudelijk voor bleef strijden, hoe uitzonderlijk die jaren waren waar de mens geïndustrialiseerd vernietigd werd en in dit werkkamp waar hij verbleef totaal werden uitgebuit, uitgeperst tot hun laatste ademteug voordat ze het crematorium in verdwenen om via de pijp hun vrijheid weerom te verkrijgen. Hij wilde onophoudelijk laten zien er is géén vergelijk, hoe verschrikkelijk, gruwelijk andere oorlogen en strijd zijn, dit was een unicum zonder hier trots op te zijn, niet eerder werden zoveel mensen domweg vermoord om wie ze ooit waren, bij miljoenen, treinen met volgepropte veewagons uit vele Europese landen werden uitstappend gedreven naar de gaskamers enkele ogenblikken later vermoord zijnde. Levi’s enige opdracht is dit levend te houden, niet voor hemzelf maar voor al die miljoenen die dit niet kunnen, die dit genadeloze lot moesten ondergaan daar anderen hun tot ongedierte hadden bestempeld.
Zijn essays zijn adembenemend om te (her)lezen wanneer hij vertelt over ‘de grijze laag/Schaamte/Nutteloos geweld (met wat een zeggingskracht)’ om uiteindelijk te komen bij zijn behandeling van zijn correspondentie n.a.v. ‘Is dit een mens’ met Duisters om uit te komen bij de goede Duitser H.S. met wie hij zestien jaar correspondeerde totdat ze Albert Speer bezocht n.a.v. zijn ‘Dagboeken uit Spandau’ waardoor zij enige compassie voor hem had gekregen. Levi raakte wantrouwig en geïrriteerd en hoe terecht Levi’s wantrouwen bleek werd jaren later helder door briljant monnikenwerk van Magnus Brechtken die bijna duizend pagina’s nodig heeft om deze verhelderde messcherpe biografie over de ‘Goede’/’Edele’/’Deugende’ Nazi te schrijven die honderden, duizenden, miljoenen mensen wist in te pakken met zijn verhalen over ‘de kunstenaar, de architect’ die iedereen na de oorlog te graag wilde geloven. Niet iedere Nazi was slecht geweest. Onder anderen Simon Wiesenthal, onze eigen Harry Mulisch en Erich Fromm naast zijn biografen Joachim Fest en Gitta Sereny pakte Speer iedereen in, in de jaren na zijn gevangenschap. Het lukte Albert Speer tot zijn dood (1981) om zijn verhalen tot feit te laten zijn daar niemand de archieven in dook en zij die trachtten het beeld wel te doen kantelen zoals Erich Goldhagen of Jean Amery, een belangrijke schrijfvriend na de oorlog voor Levi, werden door talloze anderen weersproken met valse bewijzen waar Speer voor zorgde. Als met een lancet glijdt Brechtken door het overweldigende archiefmateriaal wat er altijd al lag maar Speer was dé alomtegenwoordige Zeitzeuge. Brechtken laat zien hoe de wereld na de oorlog smachtte naar ‘goede’ Nazimisdadiger die men eindeloos geloofde terwijl hij medeverantwoordelijk was voor de bouw van Auschwitz II, hij liet honderdduizenden dwangarbeiders en concentratiekampgevangenen via zijn bewapeningsfabrieken en de materialen voor hem werken, zijn verjaging van de Joden uit Berlijn voor de megalomane plannen waaruit blijkt dat Berlijn al meer in puin lag dan de geallieerden nog stuk konden bombardeerden. Macht en geld dreef hem voor, in en na de oorlog met zijn verhalen waar een ieder zich door liet inpakken, zoals hij zich zogenaamd door Hitler liet inpakken, zo pakte hij de rest van de wereld in. Hij loog alles bij elkaar want we waren op zoek naar verzoening met het verleden en Speer maakte daar zeer handig gebruik van. Onthutsend beeld en boek met de hoop dat Primo Levi elk contact met deze Nazi afhield hoe graag Speer dit wilde bewerkstelligen en beseffende dat Harry Mulisch nog in 2001 met zijn roman ‘Siegfried’ de mythe die Speer had gebouwd terwijl al veel van zijn leugens waren ontmanteld nog een keer weer opdiste die echter in het niet valt bij de moedwillige onwetendheid van Joachim Fest en talloze andere historici. Speer was de stuwende kracht achter de voortduring van de oorlog met zijn demagogische bewapeningspraatjes en getallen en de mysterieuze wapens die nooit kwamen.
Dit boek kwam uit in 2018 helaas overleed Levi lang daarvoor zonder te weten hoezeer hij het juist had. Deze essays in ‘De verdronkenen en de geredden’ is het laatste wat Levi ons naliet.
Levi’s gedicht begint met ‘Since the, at an uncertain hour’, en gaat dan over op
‘Sindsdien, op een onzeker uur,
Keert dat verdriet terug,
En er is niemand om hem aan te horen
Dan brandt het hart hem in de borst.
Hij ziet weer de gezichten van zijn makkers
Lijkbleek in het eerste daglicht …
… Het is mijn schuld niet dat ik leef en adem …”.
3
1
Reageer op deze recensie