Meer dan 6,6 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

‘Wstawaç’.

24 oktober 2023
Levi herlezen: na ‘Is dit een mens’ pakte ik ‘Het Respijt’ op, Levi’s tweede boek die zijn zwerftocht weerom naar huis beschrijft. Levi schreef dit boek in 1962 en werd een jaar later in Italië uitgegeven om pas in het Nederlands te verschijnen in 1988.
“Ze begroetten niet, ze glimlachten niet: behalve door medelijden leken ze bezwaard door een verward gevoel van schroom … het schouwspel van dood en verwoesting. … “de schaamte die ons na selecties overmande en alle keren dat we een schanddaad moesten bijwonen of ondergaan, de schaamte die de Duitsers niet kenden … die de gerechte voelt … zijn goede wil nietig en ontoereikend is geweest … niet heeft kunnen verhinderen”.
Je hebt de eerste bladzijde net ongeslagen of je beseft dit op de volgende lezend met welk bezwaard gemoed Primo Levi worstelt. Zestien jaar na zijn eerste boek schrijft hij zijn tweede in 1963 die eind jaren tachtig na zijn dood in Nederlandse taal wordt uitgebracht.
Aankomend op de laatste bladzijde wanneer hij weer ‘veilig’ thuis is in zijn eigen huis waar niemand hem eigenlijk meer herkende noch raakt hij zijn diepen angst niet kwijt noch de voortdurende dreiging en ook al kijkt hij niet langer alleen maar omlaag naar de grond op zoek naar iets eetbaars, of garen of ijzer of … alles is bruikbaar dan wel ruilbaar voor eten, stukjes brood is hij “weer in het Lager en niets was waar behalve het Lager. De rest was een korte vakantie, of gezichtsbedrog, droom … de binnenste droom van vrede voorbij, de buitenste droom die ijzig voortgaat … met één enkel woord, stem ‘Wstawaç’ – Opstaan”.
Levi lezen is ondergaan hoe mensen met elkaar omgaan, kunnen omgaan. Hij beschrijft feilloos de voortdurende blijvende strijd nadat Auschwitz bevrijdt is en die noodzakelijk blijft om te overleven en het hebben van de juiste vrienden die elkaar voorthelpen en “Een van de voornaamste dingen die ik in Auschwitz had geleerd was dat je er altijd voor moest zorgen niet een van de velen te zijn … alle wegen staan open voor wie een baantje heeft, hoe onbenullig ook ”.
Ondanks de bevrijding wordt hij overvallen door verdriet, de “onuitputtelijke bron van het kwaad”, “een golf van dodelijke vermoeidheid”. “Daarom sloeg voor ons ook het uur van de vrijheid met een zware, verstopte klank”.
Na overleefd te hebben onder de strikte zeer gedisciplineerde, autoritaire alles volgens strak vastgelegde regels op straffe van ijzingwekkende straffen volgt nu de chaos van de Russen, de onduidelijkheid, de onzekerheid en niet weten van wanneer wel en hoe. Morgen? Dit lijkt in de Russische opvatting ergens in die (verre) toekomst te liggen echter is niet morgen.
Levi beschrijft hierin zijn zwerftocht in Polen, Wit-Rusland, Oekraïne om via Roemenië, Hongarije, Oostenrijk en Duitsland eindelijk op 19 oktober 1945 weer thuis te komen in Turijn. De verhalen in het boek spelen zich vooral af in ‘Het Grote Kamp’ in Katowice en in Starye Dorogi, wat zoveel als ‘oude Wegen’ betekent en in Wit-Rusland ligt. Zijn beschrijving van een groep Duitse gevangenen die ze onderweg in hun verwaarloosde op lompen lijkende waar hun trotse Wehrmacht uniform nog in doorblonk, ze waren leeg en passief.
Vol mededogen voor het doen en laten van zijn mede vrijgekomen gevangen met rake scherpe observaties en oog voor detail en gemoed beschrijft hij de lange vermoeiende tocht van zo’n achthonderd overgebleven Italianen die al sjacherend, bedelend, ruilend zo en nu dan stelend zich in leven weten te houden op een eindeloze tocht zonder te weten waar het wanneer ophoudt.
Na een reis van vijfendertig dagen kwam hij eindelijk aan in Turijn waar zijn huis nog stond “al de mijnen leefden, niemand verwachtte mij. Ik was pafferig, baardig en haveloos en werd maar met moeite herkend”.
Het boek opent met een indringend gedicht van Levi geschreven in 1946, aankomend bij de laatste bladzijde besef je deze ijzingwekkende droom met aan het eind iedere ochtend ‘Wstawaç’, het is in hem nooit meer opgehouden “ik ben weer in het lager en niets was waar behalve het Lager. De rest was een korte vakantie, of gezichtsbedrog, droom: mijn familie, de bloeiende natuur, mijn huis” is zijn binnenste droom, zijn buitenste droom gaat immer en ijzig voort “een bekende stem: één enkel woord, niet gebiedend, maar kort en zacht. Het is het ochtendcommando van Auschwitz, een vreemd woord, gevreesd en verwacht: opstaan, ‘Wstawaç’”.
“Nu hebben wij onze huizen teruggevonden / onze buiken zijn vol, / we hebben niets meer te vertellen. / Het is tijd. Gauw zullen we het weer horen, / het bevel van de vreemde: / ‘Wstawaç’.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van