Lezersrecensie
Boeiende leeservaring
In Brave New World maken we kennis met de nieuwe wereld in het jaar 632 AF (After Ford), wat overeenkomt met 2540 in onze eigen jaartelling. De wereld wordt bevolkt door mensen die allemaal uit een reageerbuis komen. Tijdens het ‘broedproces’ worden de embryo’s al geconditioneerd om hun toekomstige rol te vervullen. De bevolking bestaat uit 5 klassen: Alpha’s en Bravo’s (de midden- en hoger klasse) en Gamma’s, Delta’s en Epsilon’s (de werkende klasse). Iedereen is tevreden met de taak en de positie die hij/zij heeft, en voor het geval er toch een moment van ontevredenheid bestaat, is er soma, een drug die van regeringswege verstrekt wordt en die je alle ongemakken doet vergeten. We maken kennis met o.a. Lenina en Bernard, die in deze nieuwe wereld leven. Terwijl Lenina het leven omarmt zoals het komt, is Bernard ontevreden en ongelukkig. Als zij samen een reservaat bezoeken waar nog mensen uit de oude tijd leven, ontmoeten zij John, en besluiten hem mee te nemen naar de nieuwe wereld. Een pijnlijke confrontatie voor iedereen volgt.
Brave New World is, net als 1984, waar het vaak in één adem mee genoemd wordt, een satire op en tevens een waarschuwing voor totalitaire regimes. De nieuwe wereld heeft deze principes in hoge mate omarmt. De hele wereld vormt één staat, met 10 leiders op de verschillende werelddelen als vertegenwoordiger van de hoogste macht. De Alpha’s en Bravo’s bekleden de hogere functies, en de lagere klassen vormen het werkvolk, dat een simpel en onwetend bestaan leidt. Oorlog en ziektes zijn uitgebannen, vaste relaties zijn vervangen door vrije seks, consumentisme viert hoogtij. Maar waar 1984 echt een zwart en somber beeld van de samenleving schetst waarin elke vorm van vrijheid is ingeperkt, lijkt in de Brave New World ogenschijnlijk iedereen gelukkig en tevreden met wat men mag en doet. In die zin zijn beide boeken echt tegenhangers van elkaar.
Waar na het uitkomen van het boek nog wel eens gedacht werd dat Brave New World een aanklacht tegen de voortschrijdende techniek was, geeft Huxley in een voorwaard van een latere editie aan dat zijn zorg niet zozeer de ontwikkeling van de techniek als zodanig geldt, maar van de invloed die dit op de mensheid heeft. Dit komt indirect tot uiting in het boek als we lezen hoe Bernard eigenlijk ontevreden is met zijn bestaan (vergelijkbaar met Winston Smith in 1984) en hoe de ‘savage’ John reageert als hij meegevoerd wordt naar de nieuwe wereld en zich daar al gewoon vreselijk ongelukkig voelt. Met name het gemis van het recht om ongelukkig te zijn, vormt voor hem een belangrijke hindernis. Daarmee wordt pijnlijk duidelijk dat geluk slechts een oppervlakkig iets is als er nooit tegenslag tegenover staat; net zoals je alleen maar van zonneschijn geniet omdat het tussendoor ook soms regent. Het feit dat je al lezend deze boodschap steeds duidelijk ziet worden, maakt het boek tot een veel rijkere leeservaring dan 1984, waar vrijwel vanaf het begin al de somberheid en afschuw over de toekomstige wereld de overhand krijgen en ook niet meer verdwijnen.
Brave New World is, net als 1984, waar het vaak in één adem mee genoemd wordt, een satire op en tevens een waarschuwing voor totalitaire regimes. De nieuwe wereld heeft deze principes in hoge mate omarmt. De hele wereld vormt één staat, met 10 leiders op de verschillende werelddelen als vertegenwoordiger van de hoogste macht. De Alpha’s en Bravo’s bekleden de hogere functies, en de lagere klassen vormen het werkvolk, dat een simpel en onwetend bestaan leidt. Oorlog en ziektes zijn uitgebannen, vaste relaties zijn vervangen door vrije seks, consumentisme viert hoogtij. Maar waar 1984 echt een zwart en somber beeld van de samenleving schetst waarin elke vorm van vrijheid is ingeperkt, lijkt in de Brave New World ogenschijnlijk iedereen gelukkig en tevreden met wat men mag en doet. In die zin zijn beide boeken echt tegenhangers van elkaar.
Waar na het uitkomen van het boek nog wel eens gedacht werd dat Brave New World een aanklacht tegen de voortschrijdende techniek was, geeft Huxley in een voorwaard van een latere editie aan dat zijn zorg niet zozeer de ontwikkeling van de techniek als zodanig geldt, maar van de invloed die dit op de mensheid heeft. Dit komt indirect tot uiting in het boek als we lezen hoe Bernard eigenlijk ontevreden is met zijn bestaan (vergelijkbaar met Winston Smith in 1984) en hoe de ‘savage’ John reageert als hij meegevoerd wordt naar de nieuwe wereld en zich daar al gewoon vreselijk ongelukkig voelt. Met name het gemis van het recht om ongelukkig te zijn, vormt voor hem een belangrijke hindernis. Daarmee wordt pijnlijk duidelijk dat geluk slechts een oppervlakkig iets is als er nooit tegenslag tegenover staat; net zoals je alleen maar van zonneschijn geniet omdat het tussendoor ook soms regent. Het feit dat je al lezend deze boodschap steeds duidelijk ziet worden, maakt het boek tot een veel rijkere leeservaring dan 1984, waar vrijwel vanaf het begin al de somberheid en afschuw over de toekomstige wereld de overhand krijgen en ook niet meer verdwijnen.
2
Reageer op deze recensie