Lezersrecensie
Eigenlijk gaat dit verhaal niet over de Brandaan mythe, maar over het ontstaan van verhalen
Dit boek is een hervertelling van de Brandaan mythe, maar het is ook iets anders. Het verhaal zelf is een beetje plat, omdat het vooral uit volkse dialogen bestaat, maar wel in de ritmische en poëtische stijl van Paul Biegel.
“Ze dromden met hun allen naar binnen naar de grote zaal waar de honing en de appels en de andere meegebrachte waren werden rondgedeeld en bewonderd en goed opgeborgen - en dat ging over in dansen en zingen en dollen en krollen en rollen en knippen en knijpen en kietelen en kussen, neuzelen en neuken.”
Maar er zit nog een diepere laag onder, want eigenlijk gaat dit verhaal niet over de Brandaan mythe, maar over de manier waarop het verteld wordt, hoe verhalen begrepen worden en weer worden doorverteld. Eigenlijk is dit een verhaal over het ontstaan van verhalen. In de inleiding schrijft hij het volgende:
“Talloze avonturenverhalen moeten in de oude tijden de ronde hebben gedaan. […] Wij kennen alleen die opgeschreven versies; hoe ze hebben geklonken weten we niet. Hoe ze zijn rondverteld, van hoofd to hoofd, van generatie op generatie, aangepast aan de mode van de tijd, aan de denktrant van de toehoorders, deels met elkaar vermengd zijn geraakt, aangevuld met eigen fantasieën, wisselend per individu, is nauwelijks te gissen.”
Het is een interessant boekje, zeker als je van de verhalen en de stijl van Paul Biegel houdt.
“Ze dromden met hun allen naar binnen naar de grote zaal waar de honing en de appels en de andere meegebrachte waren werden rondgedeeld en bewonderd en goed opgeborgen - en dat ging over in dansen en zingen en dollen en krollen en rollen en knippen en knijpen en kietelen en kussen, neuzelen en neuken.”
Maar er zit nog een diepere laag onder, want eigenlijk gaat dit verhaal niet over de Brandaan mythe, maar over de manier waarop het verteld wordt, hoe verhalen begrepen worden en weer worden doorverteld. Eigenlijk is dit een verhaal over het ontstaan van verhalen. In de inleiding schrijft hij het volgende:
“Talloze avonturenverhalen moeten in de oude tijden de ronde hebben gedaan. […] Wij kennen alleen die opgeschreven versies; hoe ze hebben geklonken weten we niet. Hoe ze zijn rondverteld, van hoofd to hoofd, van generatie op generatie, aangepast aan de mode van de tijd, aan de denktrant van de toehoorders, deels met elkaar vermengd zijn geraakt, aangevuld met eigen fantasieën, wisselend per individu, is nauwelijks te gissen.”
Het is een interessant boekje, zeker als je van de verhalen en de stijl van Paul Biegel houdt.
1
Reageer op deze recensie