Meer dan 5,4 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Hebban recensie

Penisnijd of de onmogelijkheid van vrouwelijke vrijheid

Karla De Greeve 14 juli 2021 Hebban Recensent

Rachel Cusk (Canada, 1967) schrijft essays, non-fictieboeken en romans. Met de 'Contour'-trilogie verkende ze de grenzen tussen fictie en non-fictie. In haar nieuwe roman De tweede plaats laat ze M., een schrijfster van middelbare leeftijd, aan het woord. Marijke Versluys stond in voor de vertaling.

M. richt zich tot een zekere Jeffers, over wie we verder weinig te weten komen. Haar relaas start met een herinnering uit Parijs, waar ze kennismaakte met de schilderijen van L. Zijn werk bracht ‘gewelddadige verandering’, bij thuiskomst moesten haar huwelijk en gezinsleven op de schop. Jaren later leeft M. met haar tweede man Tony in een afgelegen kuststreek. Ze nodigt L. uit om te logeren in hun cottage, omdat ze benieuwd is hoe hij ‘haar’ moeras met zijn kunstenaarsblik vastlegt. Als L. ten slotte arriveert, worden haar verwachtingen allerminst ingelost.

De doorlopende tekst, zonder afgebakende hoofdstukken, biedt nauwelijks adempauzes. M. vertelt chronologisch, met wilde zijsprongen. Ze declameert haar ideeën in lange zinnen en verslikt zich in tegendraadse inzichten, die ze om de haverklap herformuleert. Op vermoeiende wijze stelt ze alles in vraag. De tekst leest als een apologie om haar levenskeuzes te verantwoorden. Als je eindelijk denkt te snappen wat ze bedoelt, zet ze alles weer op zijn kop. Herlezen maakt de verwarring enkel groter. M. geeft herhaaldelijk aan dat de taal haar in de steek laat en dat ze haar toevlucht zoekt tot beeldende kunst om zichzelf te begrijpen.

Tegenstellingen voeren de boventoon: tussen mannen en vrouwen, afhankelijkheid en vrijheid, lichaam en geest, beeldende kunst en taal. M. worstelt met de opgelegde rol die ze als vrouw moet spelen, ze voelt zich onzichtbaar en lelijk. Hunkering naar erkenning spat van de bladzijden. In haar zelfbeklag komt M. over als een elitaire dramaqueen met luxeproblemen, die opborrelen uit verveling en te veel lege tijd. Ze kijkt op naar L., omdat hij mannelijke vrijheid belichaamt.

‘de volstrekte vrijheid die zijn schilderijen uitstralen, een vrijheid die tot de laatste penseelstreek tot in de kern verstokt mannelijk is’.

Op het obsessieve af, verlangt ze ernaar door L. gezien te worden. Alsof ze verwacht dat hij haar op die manier een versie schenkt van deze vrijheid. M. bevestigt het stereotype van de Freudiaanse hysterische vrouw, die kampt met penisnijd. De auteur ramt de boodschap erin dat het voor vrouwen onmogelijk is om vrij te zijn. Dat ze zich altijd laten overvleugelen door mannen. Is een dergelijke premisse in de 21ste eeuw, die bol staat van genderneutraliteit, niet zoetjesaan gedateerd?

‘Het is een geval van pronken met andermans veren en soms van regelrechte impersonatie.’

De andere personages fungeren als contrast of spiegel. De no-nonsense levenskunstenaar Tony is de tegenpool van M. Hij neemt het leven zoals het komt en is zwijgzaam, praktisch, standvastig en zorgzaam. In de dienstbare houding van haar dochter Justine herkent M. zichzelf toen ze jong was en met haar eerste echtgenoot een begrensde toekomst tegemoet ging, afgekeerd van risico en avontuur.

Gelukkig is het niet hoogdravendheid wat de klok slaat. De dialogen ademen wrange humor en Cusk haalt sfeervolle, symbolisch beladen metaforen uit de schilderachtige setting. Kleurrijke natuurbeelden illustreren de tegenstelling tussen vrijheid en gevangenschap.

‘Inmiddels stond de zon hoger boven ons en we keken samen uit over het moeras en de mooie dag, en ik ervoer de zeldzame rust die het geeft om – hoe kort ook – helemaal in het moment te leven.’

De tweede plaats is een roman waarin de boodschap primeert, maar het is moeilijk om grip te krijgen op het geheel. Mogen we hieruit voorzichtig afleiden dat de wens om het leven in kaders te vatten onzinnig is en dat je de werkelijkheid beter aanvaardt voor wat ze is, zoals de aardse Tony?

‘Niettemin geloof ik dat er ook een algemener talent bestaat om de buitenkant van het leven en de vormen die het aanneemt te interpreteren, een talent dat voortkomt uit of zich ontwikkelt tot het vermogen om de werken van de scheppers te begeleiden en doorgronden.’

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Karla De Greeve