Lezersrecensie
Wie ik ben?
Het begin van een sterke roman is altijd een contractuele overeenkomst tussen schrijver en lezer. Er is bijvoorbeeld een uitnodiging tot een doolhof. Of tot een dans. Het enigszins filosofische openingscontract van het debuut van Levi Jacobs is er een waarbij je, zoals bij elk contract, ook op de kleine woorden moet letten, op woordjes als ‘niet’ en ‘noch’. De eerste zinnen luiden zo: ‘Het is niet de stilte van vroeger, de stilte waarin hij boeken las […]. Of de stilte waarin we schaakten […]. Noch is het de zwijgzaamheid waarmee we boodschappen deden […].’
Er is een uitnodiging tot luisteren naar een bepaalde stilte tussen een zoon en zijn vader. De stilte tussen hen is namelijk ‘niet meer dezelfde’. Sinds de zoon een eigen leven heeft, is er een wederzijds recht tot zwijgen. Toch is het juist de zoon die recht van spreken heeft. ‘Ik adem diep in, sta op het punt het zwijgen te doorbreken.’ We worden vervolgens getuige van een biecht. We worden uitgenodigd mee te luisteren. Ook in stilte. Hoe is de stilte van de biecht? Hij die spreekt geeft woorden aan het onzegbare. Hoeveel woorden er ook gebruikt worden, wat niet gezegd wordt, niet gezegd kán worden, is altijd meer.
Levi Jacobs heeft met de keuze van dit openingscontract voor geen beter kunnen kiezen. Immers, gaat de roman, getuige de titel 'Wie ik ben', geheel over een ‘ik’, het is de taal zelf die struikelblok is voor elke poging tot beschrijving van dit ‘ik’. Woorden kunnen niet anders dan na elkaar komen, terwijl onze ervaringen tegelijk en door elkaar heen lopen. Amos Oz schrijft wat dit betreft: ‘De auteur probeert zich daarom te bevrijden van de handboeien van de taal en met woorden iets te creëren waarvan de woorden geen deel uitmaken.’ Dit ‘iets’ gebeurt bij Jacobs in een nieuwe stilte. In alles wat hij schrijft, opbiecht, gaat het om iets wat zich (opnieuw) niet zeggen laat. Dit nodigt de lezer continu uit met andere ogen te lezen, met ogen die mogen mee-lezen. Elke zin wordt daardoor een andere zin. Zelfs elk woord verschiet van kleur. Soms donkerder, soms lichter. Het is de ik-verteller die te biecht gaat, en daarmee recht van spreken heeft, om de lezer meer en meer in stilte te hullen, in de stilte van eigen leven. Dat maakt deze roman oneindig fascinerend. Na de laatste bladzijde is er die nieuwe stilte.
Er is een uitnodiging tot luisteren naar een bepaalde stilte tussen een zoon en zijn vader. De stilte tussen hen is namelijk ‘niet meer dezelfde’. Sinds de zoon een eigen leven heeft, is er een wederzijds recht tot zwijgen. Toch is het juist de zoon die recht van spreken heeft. ‘Ik adem diep in, sta op het punt het zwijgen te doorbreken.’ We worden vervolgens getuige van een biecht. We worden uitgenodigd mee te luisteren. Ook in stilte. Hoe is de stilte van de biecht? Hij die spreekt geeft woorden aan het onzegbare. Hoeveel woorden er ook gebruikt worden, wat niet gezegd wordt, niet gezegd kán worden, is altijd meer.
Levi Jacobs heeft met de keuze van dit openingscontract voor geen beter kunnen kiezen. Immers, gaat de roman, getuige de titel 'Wie ik ben', geheel over een ‘ik’, het is de taal zelf die struikelblok is voor elke poging tot beschrijving van dit ‘ik’. Woorden kunnen niet anders dan na elkaar komen, terwijl onze ervaringen tegelijk en door elkaar heen lopen. Amos Oz schrijft wat dit betreft: ‘De auteur probeert zich daarom te bevrijden van de handboeien van de taal en met woorden iets te creëren waarvan de woorden geen deel uitmaken.’ Dit ‘iets’ gebeurt bij Jacobs in een nieuwe stilte. In alles wat hij schrijft, opbiecht, gaat het om iets wat zich (opnieuw) niet zeggen laat. Dit nodigt de lezer continu uit met andere ogen te lezen, met ogen die mogen mee-lezen. Elke zin wordt daardoor een andere zin. Zelfs elk woord verschiet van kleur. Soms donkerder, soms lichter. Het is de ik-verteller die te biecht gaat, en daarmee recht van spreken heeft, om de lezer meer en meer in stilte te hullen, in de stilte van eigen leven. Dat maakt deze roman oneindig fascinerend. Na de laatste bladzijde is er die nieuwe stilte.
3
Reageer op deze recensie