Lezersrecensie
Doeners en denkers, maar praten .., dat doe je niet zomaar even.
Spitsbergen, geschreven door Ina Broekhuizen.
In een westfriese stolpboerderij dat de naam Spitsbergen draagt wonen zes mensen.
Hoewel er kortgeleden een einde is gekomen aan de bezetting door Nazi-Duitsland, zwijgen zij allemaal over hun oorlogservaringen.
Op een dag wordt er een jongen naar de boerderij gebracht. Twee koffers heeft hij bij zich.
De bewoners wisten dat hij zou komen. De vragen die dat oproept, komen gaandeweg het verhaal aan de orde.
Hoewel de jongen een naam heeft, zwijgt hij wanneer ernaar wordt gevraagd.
Daarom heet hij gewoon jongen.
Benieuwd naar het hoe en wat van deze logé leert de lezer de bewoners kennen en ontdekt langzamerhand wat de komst van de jongen met hen doet.
Ina Broekhuizen beschrijft de gebeurtenissen vanuit de verschillende personages, hun karakters, gedachten en hun ervaringen tijdens en na de bezetting. Ervaringen die littekens hebben achtergelaten. Littekens die verborgen blijven.
Door te wisselen met het tijdsperspectief weeft de schrijfster de verhalenlijnen, de terugblikken en de opvolgende gebeurtenissen subtiel tot een prettig lezend geheel.
Met de haar zo kenmerkend verhalende schrijfstijl deelt Ina Broekhuizen haar kennis en kunde van het westfriese landschap en zijn bewoners.
Doeners en denkers, maar praten …, dat doe je niet zomaar even.
Onbegrijpelijk dat hier in deze menselijke wildernis bloemen bloeien, dat het gras gemaaid wordt, de struiken gesnoeid. Dat de goudenregen haar overdadige tranentrossen showt.
Hier is hij de woorden verloren. De woorden van zijn voorouders, van zijn vader, zijn moeder. De woorden van de gebeden, van de feesten, de eeuwenoude woorden van zijn reisgenoten.
Hier heeft hij zich afgesloten voor de taal …
Tenslotte krijgt de jongen zijn naam terug. Een naam die bij hem hoort als het riet op het dak van de stolpboerderij.
Lammy Vriesinga
In een westfriese stolpboerderij dat de naam Spitsbergen draagt wonen zes mensen.
Hoewel er kortgeleden een einde is gekomen aan de bezetting door Nazi-Duitsland, zwijgen zij allemaal over hun oorlogservaringen.
Op een dag wordt er een jongen naar de boerderij gebracht. Twee koffers heeft hij bij zich.
De bewoners wisten dat hij zou komen. De vragen die dat oproept, komen gaandeweg het verhaal aan de orde.
Hoewel de jongen een naam heeft, zwijgt hij wanneer ernaar wordt gevraagd.
Daarom heet hij gewoon jongen.
Benieuwd naar het hoe en wat van deze logé leert de lezer de bewoners kennen en ontdekt langzamerhand wat de komst van de jongen met hen doet.
Ina Broekhuizen beschrijft de gebeurtenissen vanuit de verschillende personages, hun karakters, gedachten en hun ervaringen tijdens en na de bezetting. Ervaringen die littekens hebben achtergelaten. Littekens die verborgen blijven.
Door te wisselen met het tijdsperspectief weeft de schrijfster de verhalenlijnen, de terugblikken en de opvolgende gebeurtenissen subtiel tot een prettig lezend geheel.
Met de haar zo kenmerkend verhalende schrijfstijl deelt Ina Broekhuizen haar kennis en kunde van het westfriese landschap en zijn bewoners.
Doeners en denkers, maar praten …, dat doe je niet zomaar even.
Onbegrijpelijk dat hier in deze menselijke wildernis bloemen bloeien, dat het gras gemaaid wordt, de struiken gesnoeid. Dat de goudenregen haar overdadige tranentrossen showt.
Hier is hij de woorden verloren. De woorden van zijn voorouders, van zijn vader, zijn moeder. De woorden van de gebeden, van de feesten, de eeuwenoude woorden van zijn reisgenoten.
Hier heeft hij zich afgesloten voor de taal …
Tenslotte krijgt de jongen zijn naam terug. Een naam die bij hem hoort als het riet op het dak van de stolpboerderij.
Lammy Vriesinga
1
Reageer op deze recensie