Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Hebban recensie

Sprintkoninginnen is overzicht met een open einde

Luc Wierts 09 juli 2016

Dafne Schippers is hoogstpersoonlijk verantwoordelijk voor het verschijnen van het sportboek Sprintkoninginnen van Kees Kooman. Met de wereldtitel op de 200 meter en het WK-zilver op het koningsnummer doet Nederland voor het eerst in dertig jaar weer serieus mee bij de belangrijkste nummers van de mondiale atletiek. Kooman die eerder al een biografie van Fanny Blankers-Koen schreef, Een koningin met mannenbenen, zag in de opmars van de Nederlandse atleten genoeg paralellen met Nederlands beroemdste atlete ooit en trok het breder.

Zo gaat Sprintkoninginnen niet alleen over de twee grootste blikvangers. Fanny, de vrouw die voor de meest opmerkelijke prestatie in de Nederlandse olympische geschiedenis zorgde – natuurlijk de vier gouden medailles in Londen 1948 – was het absolute hoogtepunt en Schippers is de cliffhanger, maar sprinten ging de Nederlandse vrouwen bij tijd en wijle goed af.

Zo was er Tollien Schuurman, de eerste atlete die de grens van 12 seconden slechtte op de 100 meter. We schrijven 1932. Schuurman is geen icoon van de Nederlandse atletiek geworden, omdat ze individueel en met de estafette als vierde eindigde op de Spelen van Los Angeles in 1932 en niet voor de eerste sprintmedaille op de Spelen zorgde. Die werd overigens ook niet door een vrouw, maar door een man behaald. Tinus Osendarp won in de schaduw van Jesse Owens op de Spelen van Berlijn 1936 twee keer brons op de 100 en 200 meter, maar door zijn foute oorlogsverleden is hij een beetje weggegumd uit het collectieve atletiekgeheugen. Kooman begint zijn boek echter terecht bij Schuurman en de grens van twaalf tellen die werd geslecht. Goed 83 jaar later zou Schipppers als eerste Nederlandse onder de barrière van elf seconden duiken en vanaf dat moment tellen we weer helemaal mee.

Daar tussenin had Nederland af en toe sprintsters die meetelden en natuurlijk één echte koningin. Van al die momenten heeft Kooman mooie verhalen en goeie quotes. Vooral schrijft hij het allemaal met flair op. Als atletiekverslaggever volgde hij negen keer de Spelen en sprak hij met alle mensen die in het Nederlandse sprinten van belang waren: atleten, hun coaches en de bestuurders die geregeld hevig botsten met de coaches. Zo is de geschiedenis van het Nederlandse vrouwensprinten er ook een van incidenten. Het gedoe rondom de getalenteerde estafette uit 1968, die voor even het wereldrecord op naam hadden - al zou dat pas later blijken - komt uitgebreid aan bod. De kille eliminatie van de plotselinge rivale van Fanny Blankers-Koen – Foekje Dillema - die werd beschuldigd iets te veel mannelijk chromosomen te hebben blijft helaas wat summier.

Kooman beschrijft ook hoe we ergens na FBK mondiaal de aansluiting verliezen en hoe we ons voorhouden dat dat komt omdat onze atletes niet de ‘begeleiding’ kregen zoals de Russinnen, Amerikaansen, Cubaansen en de ‘dames’ uit de DDR. Maar deze verdachtmakingen zorgen er nu voor dat ze in andere landen op eenzelfde manier naar ónze’ Dafne kijken. Immers, alleen Florence Griffith en Marion Jones waren sneller. Van Jones weten we dat ze doping gebruikte (de BALCO-affaire), Griffith overleed plotseling op jonge leeftijd. Kooman pluist de beschuldigingen uit, spreekt met alle hoofdpersonen (lees: de familie van Schippers) en schrijft over de knappe wijze waarop de atlete zichzelf staande houdt tegen verdachtmakingen waar ze zich moeilijk tegen kan verdedigen.

Sprintkoninginnen is een fijn boek over de Nederlandse toppers op dit atletieknummer. Het is geen complete geschiedenis en wil dat ook niet zijn. Immers, de sterke atleten uit Nederland die de top net niet haalden – bijvoorbeeld Jaqueline Poelman of de teamgenotes van Schippers op de estafette – ontbreken in dit boek. Maar de gesprekken met de vrouwen van de ’68-estafette of de terugblikken met het ‘vaatje buskruit’ Nelli Cooman zijn smeuïg. Dat in de beschrijvingen van Fanny en Dafne de nadruk ligt op het altijd willen winnen is niet vreemd. Dat is eigen aan absolute toppers. Het laatste hoofdstuk van Sprintkoninginnen is natuurlijk verre van af, maar dat is geen reden om niet alvast aan het boek te beginnen.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Luc Wierts

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.