Lezersrecensie
Bekend maar ook verrassend
Mijn achternaam is De Vries, een doodgewone achternaam, duizenden mensen hebben hem ook. Maar er bestaat maar één familie Vriezel en die ‘woont’ in het nieuwste boek van Kelly van Kempen!
Ik las het boek op 31 oktober, Halloween. Een dag die voor mij eigenlijk als alle andere is, maar Halloween wordt steeds populairder en dus verschijnen er ook steeds meer griezel-boeken in de oktobermaand. Mij zegt dat niet zoveel, dat griezelen, maar ik kan me voorstellen dat kinderen er erg van kunnen genieten en dan is het fijn als er boeken voor zijn. Paul van Loon is de bedenker van grumor: griezelen en lachen tegelijk, en dat concept vindt veel navolging. Gelukkig maar, want alleen maar enge dingen is voor jonge kinderen echt niet fijn.
Zo vond ik in De Vriezels de zeehond van de familie, Dooie genaamd - een zombiehond met een zichtbaar skelet en kwijl dat gaten brandt in je kleren - een angstaanjagend figuur. Gelukkig viel er ook met Dooie veel te lachen, want ondanks dat het een zombie is, is hij enthousiast als een jonge hond en likt hij Amin, de nieuwe vriend van Appel, lekker in zijn gezicht.
Appel is het meest hilarische (ook wel grielarisch genoemd) maar ook de meest tragische personage in het verhaal. Ze heeft ogen die om de haverklap uit haar oogkassen vallen. Ze blijven dan verbonden met zilveren draden die langer dan lang kunnen worden. Ze kan er doelgericht mee schieten en er zelfs mee slingeren naar een boom of naar haar slaapkamer op de eerste verdieping.
De familie De Vries bestaat dus uit Appel, Dooie, vader Valentijn, moeder Wendy en broer Falco. Ze trekken van stad naar stad en moeten dus heel vaak verhuizen, tot groot verdriet van beide kinderen. Ze zouden zo graag eens naar school gaan en vrienden maken. Maar als je zo’n rare familie bent, is het lastig om te aarden: iedereen is doodsbang voor je. Zal het ze lukken om nu eens een plek te vinden waar ze kunnen blijven? Voordat die vraag beantwoord kan worden moeten er eerst wat serieuze griezels uit de weg geruimd worden…
Natuurlijk doet het verhaal denken aan de geweldige Adams family: maar Van Kempen gaf haar eigen draai aan dat idee. Het is fris, eigentijds, heeft een duidelijke boodschap (je mag zijn wie je bent) en er is plaats voor een lach en een traan. De illustraties zijn grappig en het toevoegen van zwarte pagina’s voor de écht enge stukken is een goede vondst. Een aanrader voor lezers vanaf 8 jaar.
Ik las het boek op 31 oktober, Halloween. Een dag die voor mij eigenlijk als alle andere is, maar Halloween wordt steeds populairder en dus verschijnen er ook steeds meer griezel-boeken in de oktobermaand. Mij zegt dat niet zoveel, dat griezelen, maar ik kan me voorstellen dat kinderen er erg van kunnen genieten en dan is het fijn als er boeken voor zijn. Paul van Loon is de bedenker van grumor: griezelen en lachen tegelijk, en dat concept vindt veel navolging. Gelukkig maar, want alleen maar enge dingen is voor jonge kinderen echt niet fijn.
Zo vond ik in De Vriezels de zeehond van de familie, Dooie genaamd - een zombiehond met een zichtbaar skelet en kwijl dat gaten brandt in je kleren - een angstaanjagend figuur. Gelukkig viel er ook met Dooie veel te lachen, want ondanks dat het een zombie is, is hij enthousiast als een jonge hond en likt hij Amin, de nieuwe vriend van Appel, lekker in zijn gezicht.
Appel is het meest hilarische (ook wel grielarisch genoemd) maar ook de meest tragische personage in het verhaal. Ze heeft ogen die om de haverklap uit haar oogkassen vallen. Ze blijven dan verbonden met zilveren draden die langer dan lang kunnen worden. Ze kan er doelgericht mee schieten en er zelfs mee slingeren naar een boom of naar haar slaapkamer op de eerste verdieping.
De familie De Vries bestaat dus uit Appel, Dooie, vader Valentijn, moeder Wendy en broer Falco. Ze trekken van stad naar stad en moeten dus heel vaak verhuizen, tot groot verdriet van beide kinderen. Ze zouden zo graag eens naar school gaan en vrienden maken. Maar als je zo’n rare familie bent, is het lastig om te aarden: iedereen is doodsbang voor je. Zal het ze lukken om nu eens een plek te vinden waar ze kunnen blijven? Voordat die vraag beantwoord kan worden moeten er eerst wat serieuze griezels uit de weg geruimd worden…
Natuurlijk doet het verhaal denken aan de geweldige Adams family: maar Van Kempen gaf haar eigen draai aan dat idee. Het is fris, eigentijds, heeft een duidelijke boodschap (je mag zijn wie je bent) en er is plaats voor een lach en een traan. De illustraties zijn grappig en het toevoegen van zwarte pagina’s voor de écht enge stukken is een goede vondst. Een aanrader voor lezers vanaf 8 jaar.
3
Reageer op deze recensie