Meer dan 6,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Recensie Pupil

Maria van Ewijk 10 november 2010
Het is niet moeilijk om in de achttienjarige ik-persoon Harry Mulisch zelf te herkennen. Bijvoorbeeld door typisch Mulischiaanse uitspraken als:
‘Ofschoon ik een grondige hekel had aan zelfingenomenheid, ontveins ik mij niet, dat ik vaak zeer onder de indruk was als ik aan mijzelf dacht. Iemand als ik kwam niet alle dagen voor’ en dan verderop: ‘..ik, een buitengewoon opmerkelijke jongeman van achttien, even opgewekt als getourmenteerd, met een volstrekt onafhankelijke geest en een universele belangstelling, uitzonderlijk begaafd, met een mateloze ambitie, gecombineerd met een tomeloze werklust, daarbij ongetwijfeld creatief, met een aangeboren mensenkennis en een verbluffend originele fantasie, ook zeer geestig en ad rem, bovendien vrijwel volmaakt gebouwd en altijd smaakvol gekleed, welgemanierd, goed van de tongriem gesneden en bij dat van een hartveroverende bescheidenheid…’

Het verhaal vertelt over hoe hij, kort na de Tweede Wereldoorlog, werkt als pompbediende ergens in Italië en wordt opgepikt door een rijke Vlaamse dame, Mme Sasserath. Zij is de steenrijke weduwe van de uitvinder van de veiligheidsspeld!!! Door Mulisch omschreven als: ‘Dat ene stuk staaldraad, dat in het midden een dolle slinger om zichzelf maakte, waardoor de uiteinden bij zichzelf vandaan wilden, weg, uit elkaar, maar daarin gehinderd werden door een sluw geconstrueerd kapje, dat aan het ene uiteinde vastzat en dat het andere uiteinde tegenhield, dat daardoor steviger aan zichzelf gevangen zat naar mate het heviger weg wilde van zichzelf, op die plek een weerstand ontmoette, die het zelf was….’ !!! Geweldig toch!

Enfin, de madame schenkt, uit dankbaarheid voor de genoten gastvrijheid, aan Italië een stoeltjeslift (in de vorm van een veiligheidsspeld) naar de krater van de Vesuvius. De eerste tocht daarmee, maakt zij in gezelschap van haar pupil. Het vreemde is dat terwijl zij de eerste passagiers van de lift zijn, er ook al mensen terugkeren van de top? Hoe kan dat en wat zijn het voor mensen, ze komen de ‘ik’ heel bekend voor.

Maar eigenlijk, gaat deze novelle over het ontstaan van Mulisch’ schrijverschap. Tijdens het verblijf in de villa op Capri, denkt de ‘ik’ hier veel over na en schrijft ook allerlei verhalen: ‘rare verhalen, bizarre fantasmata met geen enkel literair leven er in’ Hij vraagt zich af of het ooit gaat lukken: ‘Wilde ik niet het onmogelijke?’ Tijdens de tocht naar het vasteland voor de opening van de lift ontstaat het besef dat hij het anders moet doen ‘Terug, voorwaarts naar de eenvoud en tastbaarheid! Ik moest mijn ogen de kost geven, en mijn oren, al mijn zintuigen; en als ik de waarheid van de wereld was, althans mijn waarheid van de wereld, dan kwam de rest weliswaar niet vanzelf, maar dan waren toch de voorwaarden geschapen waaronder de rest kon verschijnen.
Ook wordt het raadsel opgelost van de terugkerende mensen in de stoeltjeslift. Maar dat mogen jullie zelf lezen in dit mooie, kleine boekje.

En o ja, dat vergat ik nog. In een van de laatste bladzijdes schrijft Mulisch: 'ik zou niet sterven eer ik ook het laatste woord had geschreven - misschien eens op het nippertje niet sterven, maar niet sterven'...

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Maria van Ewijk