Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Geschiedenis en familiedrama

Martin Overheul 29 april 2018
Twee jaar na de Tweede Wereldoorlog liggen de meeste grote Duitse steden grotendeels in puin, als pertinente getuigenis van de neergang van het ooit onoverwinnelijk geachte Duizendjarige Rijk. Dat rijk is in 1933 uitgeroepen door de meedogenloze moordmachine die vanaf dan het land regeert. Een van die zwaargehavende steden is de noordelijk gelegen havenstad Hamburg. De bewoners van die stad krijgen in de nacht van 24 juli 1943 bijna honderdduizend brandbommen te verwerken. Door dat gruwelijke bombardement sterven naar schatting 42.000 mensen en is ruim de helft van alle woningen in de stad verwoest.
In die naoorlogse chaos, waarin iedereen op zichzelf is aangewezen, situeert Mechtild Borrmann haar zevende roman Oorlogskind. Hanno Dietz, zijn moeder Agnes en kleine zus Wiebke proberen uit alle macht het hoofd boven water te houden. Moeder Agnes verdient een centje bij met naai- en verstelwerk en Hanno gaat elke dag tussen het puin op zoek naar hout en dingen die hij kan verkopen of ruilen. Door de omstandigheden waarin hij opgroeit, is Hanno een vroegwijs kind met veel te veel verantwoordelijkheid voor zijn leeftijd. Van zijn vader Gustav, die aan het Oostfront streed, hebben ze al jaren niets meer gehoord. Daarom heeft Hanno de rol van familiehoofd op zich genomen en gaat hij elke dag opnieuw, met gevaar voor eigen leven, op zoek naar brandhout, ijzer, koper, kortom alles wat hij kwijt kan op de zwarte markt. Tot hij op een dag op het bevroren lijk van vrouw botst en in haar onmiddellijke nabijheid een nog levend jongetje aantreft. Dat kereltje, ze noemen hem Joost, krijgt een plaats in het gezin.
Ettelijke kilometers verderop, niet ver van de Poolse grens, ligt de streek Uckermark. Daar woont het gezin Anquist op een uitgestrekt landgoed. Dochter Clara vervult een soortgelijke rol in dit gezin als Hanno in het zijne. Haar moeder is overleden en Clara heeft als vanzelfsprekend haar plaats ingenomen. Het gezin probeert zich op de achtergrond te houden tijdens de oorlog, maar ontkomt niet aan de alomtegenwoordigheid van NSDAP zodat vader Heinrich niet anders kan dan samenwerken met de nazi’s. Die verplichte samenwerking breekt hem zuur op als de Russen Duitsland binnenvallen en zich zijn landhuis toe-eigenen.
Rond deze personages ontwikkelt zich een boeiend verhaal dat opgebouwd is uit een viertal elementen: geschiedenis, familiedrama, de onontkoombaarheid van het levenslot en de nog immer onopgeloste puinmoorden (Trümmermörder) die plaatsvonden in het Hamburg van 1947 – de vrouw die door Hanno gevonden wordt, blijkt een van de slachtoffers te zijn. Borrmann geeft de lezer een aannemelijk kijkje in het leven van Duitse burgers na de oorlog. Door de wederwaardigheden van een arbeidersgezin en een gegoede familie naast elkaar te plaatsen, laat ze haarscherp zien dat in de nasleep van die oorlog iedereen opdraait voor de gevolgen van de wereldbrand die het Duitse nazibewind jaren voordien had aangestoken. Dat Borrmann in staat is om haar roman te bevolken met een aantal zeer sterk uitgewerkte personages (met name Hanno, Clara, Joost en diens nog niet genoemde tegenhanger Anna) maakt de geloofwaardigheid van het verhaal er alleen maar groter op. Op een enkele uitzondering na – de Russische soldaten die het landgoed van het gezin Anquist gewelddadig bezetten, zijn opgetrokken uit één dimensie in plaats van drie – lopen hier personen rond die je ook nu in eender welke Duitse stad tegen het lijf kunt lopen.
Ook de keuze om verleden en heden met elkaar af te wisselen, werkt uitstekend. Door de lezer keer op keer een paar puzzelstukken aan te reiken, die niet per definitie direct op hun plaats vallen, zorgt Borrmann ervoor dat die lezer voortdurend geneigd is om nog gauw een volgend hoofdstuk mee te pikken. Als je daar de vlot leesbare schrijfstijl bij optelt, krijg je een roman die leest als de spreekwoordelijke trein.
Is alles dan geslaagd aan Oorlogskind? Nee, zeker niet. De schrijfster heeft bij momenten namelijk de neiging om iets te veel te willen verklaren en bijgevolg te weinig over te laten aan de fantasie van de lezer. Die mag immers best in staat geacht worden om enkele bewust aangebrachte hiaten in het verhaal zélf in te vullen. Voorts wil ze al eens tien woorden gebruiken als de helft of minder ruimschoots volstaan. Dat maakt dat sommige passages te wijdlopig zijn waardoor je als lezer de aandrang voelt om een paar regels over te slaan. Maar die constatering werpt geen onoverkomelijke smet op een roman die niet enkel een paar uur leesplezier biedt, maar er tegelijk voor zorgt dat ons beeld van het naoorlogse Duitsland lichtjes wordt bijgesteld. Op die manier is het nuttige meteen aan het aangename gepaard.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Martin Overheul

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.