Een sfeervolle thriller/ meeslepende detective

In de lodge van een prestigieuze universiteit in Oxford wordt op een koude Novemberavond het lichaam van een jonge vrouw gevonden. Terwijl het onderzoek nog maar net op gang komt, wordt inspecteur R. Wilkins uit zijn bed gebeld. Pas de volgende ochtend ontdekt men echter dat niet Ryan Wilkins, die dezelfde dag bij Thames Valley start, gebeld had moeten worden, maar Ray Wilkins.

Vanaf dat moment ontstaat er een botsing tussen twee totaal verschillende rechercheurs. Ray is een man van regels en procedures; Ryan is—op z’n zachtst gezegd—onorthodox, koppig en niet bepaald geliefd bij zijn nieuwe collega’s. Hun samenwerking verloopt stroef, en de mysterieuze sfeer rondom de universiteit helpt bepaald niet mee. Ook de persoonlijke problemen waar beide mannen mee worstelen, maken het onderzoek er niet eenvoudiger op.

Maar juist door zijn afwijkende manier van denken komt Ryan uiteindelijk op het spoor van de waarheid. Zelfs wanneer hij door een aanklacht wordt getroffen en op non-actief wordt gezet, laat hij zich niet tegenhouden. Hij zet door—desnoods alleen—om de identiteit van de moordenaar te achterhalen. De vraag is alleen: zijn hij en zijn inmiddels voormalige partner nog op tijd om de dader daadwerkelijk te stoppen? En hoe gaan beiden verder met de gevolgen voor hun privéleven?

Hoewel het boek omschreven wordt als een sfeervolle thriller, voelde het voor mij vooral als een klassieke, spannende detective. De auteur weet je in een zorgvuldig gesponnen web te trekken, waarin elke aanwijzing telt en je tot het allerlaatste moment blijft meepuzzelen. Als iemand die veel detectives leest en het genre met plezier verslindt, kan ik zeggen dat dit boek me echt heeft meegesleept en me tot de laatste pagina in zijn greep hield.