Lezersrecensie
Een heel eigen genre
Zoals jullie wellicht weten hou ik zeer van Sebald, en heb ik m.n. zijn roman Austerlitz zeer bejubeld. Nu heb ik dan De ringen van Saturnus weer eens herlezen, en dat was misschien wel net zo geweldig als Austerlitz.
Eigenlijk heeft Sebald een heel eigen genre uitgevonden tussen alle genres in. De ringen van Saturnus combineert bijvoorbeeld de genres van autobiografie, reisroman, essay, fotorapportage, historische werken en fantastische romans. De ene meanderende, langzame en bedwelmende zin leidt op kalme en associatieve wijze naar de andere, en op het langzame ritme van die zinnen reis je met de ik-figuur mee op een wandeltocht door Engeland en naar allerlei andere landen en tijden waar die ik-figuur al wandelend en mijmerend aan denkt. En zo dwaal je van Conrad naar de vroegere haringvangst, van een kort essay over het oude China naar de geschiedenis van zijde en zijderupsen in Europa, en van daaruit weer naar de holocaust, en van daaruit weer naar een Engels oord dat bol staat van verlies en verval. Een passage over een fantastisch verhaal van Borges, waarin al ons denken als illusie en een soort lege fantastische literatuur wordt beschreven, gaat ongemerkt over in een mijmering over het verleden dat in al zijn pijnlijkheid al even ongerijmd lijkt als het verhaal van Borges. En zonder die op het eerste gezicht ongemotiveerde associatie met Borges had Sebald nooit zo treffend het gevoel opgeroepen dat al dat leed uit het verre verleden ook zo enorm onwerkelijk lijkt. Sebald gebruikt foto's en illustraties uit het verre verleden, en door het commentaar op die foto's en illustraties worden het een soort onwerkelijke spookbeelden hangend tussen leven en dood. Ook dat doet hij weer geniaal: het verhaal op zich is treurig, de foto's op zich ook, maar de wijze waarop Sebald ze combineert zorgt ook voor een mate van verwondering die je bij andere auteurs niet vaak vindt. Wat nog meer onderstreept wordt door het ontbreken van elke plot: 'geschiedenis' heeft bij Sebald geen logisch verloop, geen grijpbaar doel, en dat wordt mede voelbaar gemaakt door de schijnbaar doelloos meanderende loop van zijn zinnen en zijn verhaal.
Hij is enorm melancholisch, die Sebald: De ringen van Saturnus gaat over vele vormen van vernietiging en ondergang in vele tijden en landen, waarbij de enorme hoeveelheid door visserij vermoorde haringen al even suggestief worden beschreven als de duizenden door onderdrukking gestorven Chinezen of door kolonialisme verdelgde inwoners van Belgisch Kongo. En bij Sebald is er altijd ook de holocaust, vaak gedempt en op de achtergrond, maar juist daardoor des te suggestiever aanwezig. Nee, vrolijk is zijn werk niet. Maar zijn stijl is prachtig, de schoonheid van zijn taal is overweldigend ook als hij treurige taferelen beschrijft, en zijn vorm (die combinatie van genres waardoor Sebald zijn eigen unieke genre schept) is verbluffend. Die vorm en stijl zijn naar mijn smaak echt uniek: perspectieven zoals Sebald die oproept zie je bij niemand anders. Op zijn hoogst een beetje bij Javier Marias of Teju Cole. Weinigen kunnen de teloorgang van de zijdeproductie zo melancholisch beschrijven, maar er is tegelijk ook bijna niemand die zo treffend de schoonheid kan oproepen van zijde of verwondering over de zijderups en de vlinder. Bovendien, de wijze waarop hij al die duizenden doden uit al die verschillende landen en tijden beschrijft is OOK ontroererend subtiel en respectvol: hij richt als het ware een monument voor ze op, haalt ze terug uit de vergetelheid, hoezeer hij hen tegelijk ook als bijna onwerkelijke schimmen beschrijft. Sebalds werk is daarom, voor mij althans, behalve melancholisch OOK inspirerend, stimulerend en bijzonder prachtig. Ik zal hem hopelijk nog jaren kunnen herlezen en herlezen.
Eigenlijk heeft Sebald een heel eigen genre uitgevonden tussen alle genres in. De ringen van Saturnus combineert bijvoorbeeld de genres van autobiografie, reisroman, essay, fotorapportage, historische werken en fantastische romans. De ene meanderende, langzame en bedwelmende zin leidt op kalme en associatieve wijze naar de andere, en op het langzame ritme van die zinnen reis je met de ik-figuur mee op een wandeltocht door Engeland en naar allerlei andere landen en tijden waar die ik-figuur al wandelend en mijmerend aan denkt. En zo dwaal je van Conrad naar de vroegere haringvangst, van een kort essay over het oude China naar de geschiedenis van zijde en zijderupsen in Europa, en van daaruit weer naar de holocaust, en van daaruit weer naar een Engels oord dat bol staat van verlies en verval. Een passage over een fantastisch verhaal van Borges, waarin al ons denken als illusie en een soort lege fantastische literatuur wordt beschreven, gaat ongemerkt over in een mijmering over het verleden dat in al zijn pijnlijkheid al even ongerijmd lijkt als het verhaal van Borges. En zonder die op het eerste gezicht ongemotiveerde associatie met Borges had Sebald nooit zo treffend het gevoel opgeroepen dat al dat leed uit het verre verleden ook zo enorm onwerkelijk lijkt. Sebald gebruikt foto's en illustraties uit het verre verleden, en door het commentaar op die foto's en illustraties worden het een soort onwerkelijke spookbeelden hangend tussen leven en dood. Ook dat doet hij weer geniaal: het verhaal op zich is treurig, de foto's op zich ook, maar de wijze waarop Sebald ze combineert zorgt ook voor een mate van verwondering die je bij andere auteurs niet vaak vindt. Wat nog meer onderstreept wordt door het ontbreken van elke plot: 'geschiedenis' heeft bij Sebald geen logisch verloop, geen grijpbaar doel, en dat wordt mede voelbaar gemaakt door de schijnbaar doelloos meanderende loop van zijn zinnen en zijn verhaal.
Hij is enorm melancholisch, die Sebald: De ringen van Saturnus gaat over vele vormen van vernietiging en ondergang in vele tijden en landen, waarbij de enorme hoeveelheid door visserij vermoorde haringen al even suggestief worden beschreven als de duizenden door onderdrukking gestorven Chinezen of door kolonialisme verdelgde inwoners van Belgisch Kongo. En bij Sebald is er altijd ook de holocaust, vaak gedempt en op de achtergrond, maar juist daardoor des te suggestiever aanwezig. Nee, vrolijk is zijn werk niet. Maar zijn stijl is prachtig, de schoonheid van zijn taal is overweldigend ook als hij treurige taferelen beschrijft, en zijn vorm (die combinatie van genres waardoor Sebald zijn eigen unieke genre schept) is verbluffend. Die vorm en stijl zijn naar mijn smaak echt uniek: perspectieven zoals Sebald die oproept zie je bij niemand anders. Op zijn hoogst een beetje bij Javier Marias of Teju Cole. Weinigen kunnen de teloorgang van de zijdeproductie zo melancholisch beschrijven, maar er is tegelijk ook bijna niemand die zo treffend de schoonheid kan oproepen van zijde of verwondering over de zijderups en de vlinder. Bovendien, de wijze waarop hij al die duizenden doden uit al die verschillende landen en tijden beschrijft is OOK ontroererend subtiel en respectvol: hij richt als het ware een monument voor ze op, haalt ze terug uit de vergetelheid, hoezeer hij hen tegelijk ook als bijna onwerkelijke schimmen beschrijft. Sebalds werk is daarom, voor mij althans, behalve melancholisch OOK inspirerend, stimulerend en bijzonder prachtig. Ik zal hem hopelijk nog jaren kunnen herlezen en herlezen.
3
Reageer op deze recensie