95% van de magie is bijgeloof, 3% zijn goocheltrucjes, 1% is mesmerisme en de laatste 1%...

Dit boek focust op de magie van de Grijze Jager-wereld, een kant die meestal niet erg naar voren komt. En als het wel naar voren komt, is het uiteindelijk te verklaren door bijgeloof (hoe de bevolking over Grijze Jagers denkt) of goocheltrucjes (de Magiër van Macindaw). Dit boek focust op de 1% die onverklaarbaar lijkt te zijn.
De magie zelf is niet heel bijzonder, maar de houding van de hoofdpersonen (en van jou als lezer) tegenover magie is dat wel. Na zestien Grijze Jager-boeken ga je automatisch op zoek naar verklaringen voor de magie, zoals toverlantaarnen, en ben je verbaasd als die het hoofdstuk erna niet gelijk gevonden worden. En dat is bijzonder in het fantasygenre, waar schrijvers eigenlijk altijd proberen om hun magie geloofwaardig te maken.
Na het lezen van de flaptekst was ik wat sceptisch: weer een leger van bovennatuurlijke monsters? Maar het is niet simpelweg een herhaling van Morgoraths leger van Wargels en de magie is juist wat het een interessante toevoeging aan de Grijze Jager-serie maakt.
Er is wel wat weinig karakterontwikkeling, behalve in hoe de personages omgaan met magie. Het is gewoon een avontuur dat een onverwachte wending neemt. Will en Maddie vullen elkaar wel goed aan en voor Will is het de eerste keer dat hij terug is in Celtica na de gebeurtenissen van boek twee, dus qua personages zijn er ook zeker wel interessante momenten.