Meer dan 6,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Meesterlijk verteld

Fernando Aramburu raakte bekend door zijn bestseller ‘Vaderland’ waarin de Spaanse politiek een grote rol speelt. In ‘Het tellen van de dagen’ - de nieuwste door Hendrik Hutte vertaalde roman- is politiek enkel een achtergrondgegeven want onderlinge relaties en levensvragen over liefde, leven en geluk vormen het middelpunt.
In deze dubbeldikke psychologische roman brengt hoofdpersoon Toni het duister in zijn hart en hoofd, messcherp aan het licht terwijl hij wacht op de dag van zijn zelfmoord. Wat hij heeft te brengen is niet erg fraai, de zinloosheid van zijn bestaan lardeert hij met een zwartgallig, cynisch sausje en zijn haat richting maatschappij en het leven doen bij vlagen denken aan die van de macabere Céline. Toch is Het tellen van de dagen zeker niet ‘zum toden betrübt’ want Toni’s gedragingen geven de lachspieren regelmatig een workout.

‘Als kind wilde ik later ook vader worden, om mijn eigen kinderen te kunnen slaan’

Toni, midden vijftig, gescheiden en leraar op een middelbare school heeft genoeg van zijn leven. Zijn leerlingen zijn ongeïnteresseerd en met zijn zoon heeft hij weinig contact. Alleen met Kunstpoot heeft hij regelmatig contact en hij twijfelt of hij deze zijn vriend kan noemen. Van liefde heeft hij namelijk geen kaas gegeten, zijn opvoeding liet nogal wat te wensen over.
Over een jaar zal hij zichzelf van het leven benemen, de definitieve beslissingen laat hij over aan de gierzwaluwen die in de maand april weer terugkeren uit Afrika. Zij zullen hem de boodschap geven om wel of niet door te gaan met zijn plan. Ondertussen houdt hij een dagboek bij waarin hij afrekent met zijn heden en verleden. Hij schuwt zichzelf niet waardoor we een man zien, ontdaan van verfraaiingen, vol rancune jegens zijn geliefden en zichzelf. En laten we eerlijk wezen, Toni is alles behalve aimabel.

Aanvankelijk roept Toni de nodige afkeer op maar gaandeweg weet hij enige sympathie te verwerven, want ondanks zijn schuimbekkende woede is het maar een sneue man. Het is hoe dan ook onmogelijk om onberoerd te blijven bij de gedragingen van deze hoofdpersoon.
Maar ook Toni zelf verandert gedurende dit jaar. Terwijl hij zijn boeken en spullen op bankjes en dergelijke achterlaat – en stiekem kijkt wie ze meeneemt-ontdoet hij zich tegelijkertijd van de haat die hij als een last met zich meezeult. Hij vergast ons op zijn eigen morele waarden afgewisseld met die van zijn geliefde en verguisde filosofen.

‘Diep van binnen worden we gedreven door het egoïstische verlangen om voort te leven in ons nageslacht. We zouden ertoe in staat zijn onze kinderen te ontdoen van hun persoonlijkheid en ze als opgezette dieren te vullen met het zaagsel van de onze’

Gelukkig is het niet enkel kommer en kwel, alhoewel…eigenlijk is het dat wel. Al het menselijke wordt in de vorm van beschouwingen, tirades en pleidooien, driften, woede en laksheid door de schrijver onverbiddelijk en zonder verzachting op je bordje gedumpt. Om je vervolgens met een kwinkslag een lachsalvo te bezorgen.

‘Tina is menselijker dan veel mensen. Ik heb prostituees gekend die meer op robots leken dan zij’

Wat is het dat ervoor zorgt dat die zeshonderachtendertig pagina’s blijven boeien?
Het zijn meerdere elementen die de lezer aan de hengel houden. Naast de humor en de eerlijke ontboezemingen van Toni, zijn er terugkerende aan hem gerichte anonieme briefjes die de nieuwsgierigheid naar de afzender blijven voeden. Ook de vraag naar de achterliggende betekenis van de immer terugkerende gierzwaluwen en de ‘noli me tangere’ van Kunstpoot vragen de aandacht. En dan verschijnt de oude lelijke jeugdliefde op het toneel. Toni moet niks van haar weten. Zeker niet als hij achter die vreselijke naam van haar hond komt. En wat moet er met de hond Pepa gebeuren als hij er niet meer is? En zal hij daadwerkelijk overgaan tot zelfmoord?

‘En ik tel de dagen. Het zijn er misschien nog maar weinig maar voor mij nog steeds te veel’

'Het tellen van de dagen' is een meesterlijk opgebouwd psychologische roman die de lezer van haat naar liefde sleept, dat doet walgen en doet gieren van het lachen om te eindigen in mededogen. Het is zo menselijk en zo herkenbaar en zit zo dicht op de huid dat het af en toe ongemakkelijk maakt. Maar nogmaals.. o zo menselijk. En gewoonweg meesterlijk verteld.

NB De oorspronkelijke titel luidt Los Vencejos en dat betekent in de Nederlandse vertaling: de gierzwaluwen

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Saskia Jacobs-Labree