Lezersrecensie
Tovert een Glimlach op je Gezicht
‘Mijn ex de dood en ik’ is de debuutroman van de Duitser Thees Uhlmann. Het is een vermakelijke, absurde en wat donkere humoristische vertelling die een glimlach op je gezicht tovert en af en toe leidt tot een fikse schaterbui.
‘En waar gaan jullie naartoe?’
‘Naar de hel’, zei de Dood
Ullman is een Noord- Duitse muzikant en schrijft behalve liedjes al jaren artikelen in muziek en voetbalbladen. Zijn debuutroman is in zijn thuisland een bestseller geworden. Dit jaar is zijn boek in het Nederlands vertaald door Herman Vinckers. En dat kan geen toeval zijn!
De leeservaring roept namelijk herinneringen op aan de cabaretvoorstellingen van Herman Finkers. Net als bij de ons bekende cabaretier zit de humor in de kleine dingen en wemelt het van de woordspelingen.
Het boek begint met de woorden: ‘Er werd aangebeld en in het trappenhuis rook het naar vers gezette koffie’. Behalve dat het in werkelijkheid níét naar vers gezette koffie ruikt. De verteller verklaart waarom dit toch de eerste zin van het boek moet zijn. Vervolgens legt hij uit dat hij de deur nóóit opent. Van de weersomstuit opent hij hem toch in de hoop dat het trappenhuis naar koffie ruikt. Waarmee de slang zichzelf in de staart heeft gebeten en er een Finkerse situatie is ontstaan. De bezoeker is de Dood, de man met de zeis die onze verteller komt halen. Absurder kan haast niet. En we zijn nog pas aan het begin.
De Dood geeft de verteller drie minuten om afscheid te nemen van zijn leven. Maar er gaat iets mis. Ex-vriendin Sophia belt aan en gooit roet in het eten. De naamloze verteller krijgt nog enkele dagen respijt en gedrieën gaan zij op weg om afscheid te nemen van zijn moeder en zijn zoontje. Het wordt een spannende en veelbewogen reis waarbij de verteller zijn leven nog eens onder de loep neemt en de Dood zich verlustigt in het leven.
Gedurende het hele verhaal blijft de verteller naamloos. De dialogen beginnen met Hij: of ‘Zij: en Ik:. Deze schrijfstijl is wat ongebruikelijk en lijkt op een filmscript. Het leest af en toe wat stroef.
Omdat deze stukjes niet te lang duren en vooral humoristisch van aard zijn, wekken ze geen irritatie op. Even wennen is het echter wel. Uhlmann wisselt deze dialogen af met beschrijvingen van de situaties en de gedachten van de verteller. Hierdoor krijgt hij de kans om te laten zien dat hij ook vloeiende lange zinnen kan maken met verrassende metaforen die de ene keer ontroeren en de andere keer weer op de lachspieren werken of getuigen van een diep cynisme. Onderstaande passage is hier een voorbeeld van.
‘Tante Gunhild was een als een gele haarkwal, een beetje ronddobberend, afhankelijk van waar de getijden haar heen brachten, maar als ze eenmaal werd geraakt kon ze bijten en branden, was ze giftig en gevreesd terwijl ze toch zo mooi was.’
‘Mijn ex de dood en ik’ is een kolderieke roman, vol cynische en absurde humor. Je moet wel van dit soort absurde humor houden.
‘
‘En waar gaan jullie naartoe?’
‘Naar de hel’, zei de Dood
Ullman is een Noord- Duitse muzikant en schrijft behalve liedjes al jaren artikelen in muziek en voetbalbladen. Zijn debuutroman is in zijn thuisland een bestseller geworden. Dit jaar is zijn boek in het Nederlands vertaald door Herman Vinckers. En dat kan geen toeval zijn!
De leeservaring roept namelijk herinneringen op aan de cabaretvoorstellingen van Herman Finkers. Net als bij de ons bekende cabaretier zit de humor in de kleine dingen en wemelt het van de woordspelingen.
Het boek begint met de woorden: ‘Er werd aangebeld en in het trappenhuis rook het naar vers gezette koffie’. Behalve dat het in werkelijkheid níét naar vers gezette koffie ruikt. De verteller verklaart waarom dit toch de eerste zin van het boek moet zijn. Vervolgens legt hij uit dat hij de deur nóóit opent. Van de weersomstuit opent hij hem toch in de hoop dat het trappenhuis naar koffie ruikt. Waarmee de slang zichzelf in de staart heeft gebeten en er een Finkerse situatie is ontstaan. De bezoeker is de Dood, de man met de zeis die onze verteller komt halen. Absurder kan haast niet. En we zijn nog pas aan het begin.
De Dood geeft de verteller drie minuten om afscheid te nemen van zijn leven. Maar er gaat iets mis. Ex-vriendin Sophia belt aan en gooit roet in het eten. De naamloze verteller krijgt nog enkele dagen respijt en gedrieën gaan zij op weg om afscheid te nemen van zijn moeder en zijn zoontje. Het wordt een spannende en veelbewogen reis waarbij de verteller zijn leven nog eens onder de loep neemt en de Dood zich verlustigt in het leven.
Gedurende het hele verhaal blijft de verteller naamloos. De dialogen beginnen met Hij: of ‘Zij: en Ik:. Deze schrijfstijl is wat ongebruikelijk en lijkt op een filmscript. Het leest af en toe wat stroef.
Omdat deze stukjes niet te lang duren en vooral humoristisch van aard zijn, wekken ze geen irritatie op. Even wennen is het echter wel. Uhlmann wisselt deze dialogen af met beschrijvingen van de situaties en de gedachten van de verteller. Hierdoor krijgt hij de kans om te laten zien dat hij ook vloeiende lange zinnen kan maken met verrassende metaforen die de ene keer ontroeren en de andere keer weer op de lachspieren werken of getuigen van een diep cynisme. Onderstaande passage is hier een voorbeeld van.
‘Tante Gunhild was een als een gele haarkwal, een beetje ronddobberend, afhankelijk van waar de getijden haar heen brachten, maar als ze eenmaal werd geraakt kon ze bijten en branden, was ze giftig en gevreesd terwijl ze toch zo mooi was.’
‘Mijn ex de dood en ik’ is een kolderieke roman, vol cynische en absurde humor. Je moet wel van dit soort absurde humor houden.
‘
1
Reageer op deze recensie