Meer dan 5,4 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Recensie van Wouter van Heiningen

Hugo 02 januari 2016
Van Méland Langeveld kreeg ik de bundel ‘Zijwaarts springen’. Een bundel die op een bijzondere manier tot stand kwam, maar daarover straks meer.

Méland Langeveld is (tekst)schrijver, redacteur en dichter. Langeveld deed meerdere malen mee met de Turing gedichtenwedstrijd. Zes gedichten in deze bundel eindigden hoog in de Turingprijs-ranglijst. Gedichten uit de edities van 2012, 2013 en 2014 en ongetwijfeld zal ook dit jaar zijn naam niet ontbreken op de ranglijst (als hij weer meedoet) want zijn poëzie heeft een heel eigen toon.
Uit eerdere besprekingen van zijn gedichten door de Turingprijs-redactie:
‘Fantasie en werkelijkheid lopen door elkaar heen, vooral als er een vergelijking wordt gemaakt tussen een vader die lispelt en meubelen die praten.’
Maar ook: ‘zeer ontroerende, beeldende beschrijving van de relatie tot een dementerende ouder. Nergens wordt dit gedicht zeemzoet – wat met een gevoelige thematiek niet gemakkelijk te vermijden is.’

De verwachtingen voor lezing waren dan ook hoog gespannen bij mij. Dan als eerste de bundel. Deze is een gevolg van het feit dat Langeveld in de zomer van 2015 de eerste prijs bij de door uitgeverij aquaZZ georganiseerde gedichtenwedstrijd, won.
Als prijs werd deze bundel uitgegeven. Mooi vormgegeven door Angélique Kersten en opgedragen aan Leonie en Roos. De bundel is ingedeeld in zes hoofdstukken met titels als: ‘Huilend leeg landschap’, ‘Sleetse loper naar het avondland’ en ‘Lepe ogen van de melancholieke koe’. Dit zijn mijns inziens willekeurig gekozen titels, ik heb tenminste geen directe link kunnen vinden met de gedichten die na de hoofdstuktitels volgden en de titel van een desbetreffend hoofdstuk. Overigens vind ik dit totaal geen probleem, misschien zie ik iets over het hoofd, misschien zijn het slechts vehikels om enige structuur aan te brengen in de bundel.

Uit deze titels komt al naar voren wat voor soort dichter Méland Langeveld is, wat ik een bijvoeglijke naamwoordendichter zou noemen. Dat is overigens zeker niet altijd een negatieve connotatie. In het geval van Langeveld zeker niet. Juist door de ongebruikelijke manier van toepassen. Voorbeeld: ‘Het vochtig ruisen van rul water’, ‘Fris gewassen sneeuw’ en ‘onverschillige regen’. Juist door het gebruik van dit soort ongebruikelijke combinaties van bijvoeglijke en zelfstandige naamwoorden is het lezen van deze bundel een plezier.

De gedichten zijn dan weer heel ‘down to earth’ en even later weer volledig ontspoord (op een positieve manier). Hierbij speelt de fantasie van de dichter een belangrijke rol. Voor de ervaren poëzielezer valt er veel te genieten maar ook voor de minder ervaren lezer zijn de gedichten zeer te genieten (ik heb de proef gedaan!). Een bundel die ik kan aanraden kortom.

Reageer op deze recensie