Er verdwijnen spoorloos diverse weeskinderen uit de opvanghuizen. Hoofdpersoon Noa ook, maar zij wordt wakker op een operatietafel en kan vluchten. Het blijkt dat een scrupuleloos bedrijf kinderen gebruikt om een nieuwe methode tegen een AIDS-achtige ziekte te testen. De belangen zijn groot en het bedrijf zet alles op alles om Noa op te sporen. Zij weet het bedrijf steeds een stapje voor te blijven, daarbij geholpen door een hele hackersgemeenschap waarvan ene Peter de leider is.
Een aardig, snel en makkelijk leesbaar boek voor de jeugd. Maar voor de volwassen of doorgewinterde lezer biedt het boek toch echt te weinig diepgang. De eerste helft bestaat vooral uit rennen, vluchten en rennen en constant op de hielen gezeten worden door mannen in zwarte pakken. Hoe die telkens weer op het spoor van de hoofdpersonen komen en uit het niets opduiken blijft een raadsel. De hoofdpersonen Noa en Peter, ca 17 jaar oud, zijn erg voorlijk en wereldwijs en vertonen gedrag en ervaring dat je eerder zou verwachten bij iemand die 10 jaar ouder is. Vanaf hoofdstuk 11, met de introductie van medisch student Cody wordt het verhaal beter maar uiteindelijk blijft het een zwak verhaal met opsporen, op onderzoek gaan, knokken en vluchten. Het einde is open en dat kan kloppen want er volgen nog twee boeken in deze serie. Maar ik betwijfel ernstig of ik die ga lezen....