Dood, ondood of levend.

De 17 jarige Wessel woont in Amsterdam 1670. Zijn vader Zacharias wil de geheimen van de dood leren kennen. Wessel wordt daar helemaal in meegesleurd en steunt en helpt zij vader overal waar hij kan. Ze bouwen een apparaat waarmee je kan aflezen hoe lang iemand no te leven heeft. Als Zacharias zichzelf afleest er erachter komt dat hij nog geen 15 dagen meer te leven heeft, wordt hij gek en stoot zichzelf een priem in zijn borst. Hij was de doden aan het ondervragen hoe het daar was. Maar voor een prijs, energie.
En bij vind je dat anders dan kinderen?

+ Wessels famielie was duidelijk
Een klein stukje vooraf
Soms wisselen van tijd.

- Wessels dagboek, de brief van Decartus en het document van Spinoza waren niet zo duidelijk te lezen door het lettertype
Soms lange stukken in een tijd
In het midden werd het een beetje saai

Vragen:
Hoe komen ze aan geld?
In welk dorpje wonen Pink en Bor dan?
Is er ooit heibel geweest over het huis?

Verder was het heel leuk om te lezen, en ik heb een andere kijk op het leven gekregen