Meer dan 5,4 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Ge(s)laagde toekomstroman voor liefhebbers van sciencefiction en mainstream literatuur

Kim Schreurs 17 december 2017
Na twee reisboeken en drie andere romans, waaronder het bejubelde semi-autobiografische ‘Kinderen van het ruige land’, is ‘Slaap zacht, Johnny Idaho’ het zesde boek van Auke Hulst. Met deze toekomstroman won Hulst de eerste editie van de Harland Award Romanprijs, de grootste prijs voor Nederlandstalige toekomstliteratuur. Een jaar later won hij ook de tweede editie met het apocalyptische boek ‘En ik herinner me Titus Broederland’.

In een toekomst die eigenlijk al aangebroken is reist de Amerikaanse tiener Johnny Idaho naar de Archipel. Op deze zwaarbewaakte een eilandstaat in de Stille Oceaan leven de allerrijksten en de allerarmsten strikt van elkaar gescheiden, maar hoe ellendig het er in de arme gebieden ook is, het is er nog altijd beter dan in de rest van de wereld. De mysterieuze Johnny, arm, ongeregistreerd en getekend met afgrijselijke littekens, is hier op zoek naar de waarheid en naar wraak. In het rijkste deel van de Archipel woont de rijke, succesvolle, maar ook terminaal zieke Nederlandse zakenman Willem Gerson die tot het uiterste wil gaan om langer te kunnen leven. De Japanse biomedica Hatsu Hamada is op zoek naar het geheim van het eeuwige leven. Zij kan Gerson redden, maar ook zijn lot bezegelen.

‘Slaap zacht, Johnny Idaho’ beschrijft acht dagen uit het leven van Gerson, Hatsu en Johnny Idaho. In opeenvolgende hoofdstukken lees je over wat ze meemaken. Elk personage heeft een duidelijke eigen stem waardoor je meteen weet over wie het hoofdstuk gaat. Bij Johnny wordt dit versterkt doordat hij als enige als ik-verteller optreedt en hij de lezer rechtstreeks lijkt aan te spreken. De gebruikte taal past goed bij de wereld en de personages. Hoewel er enkele geslaagde zinnen zijn is de taal in dit boek echter niet zo indrukwekkend als in het sprookjesachtige ‘En ik herinner me Titus Broederland’.
Het boek komt traag op gang. Het verhaal begint nergens duidelijk echt. Het is sterk personagegedreven. Lange tijd vraag je je af waar het heen gaat. Pas achteraf merk je dat je al lang alle informatie gekregen hebt die je nodig hebt en dat alles belangrijk is voor de ontknoping. Aan het eind komen de drie verhaallijnen op een mooie manier bij elkaar.
De acht dagen zijn een goed gekozen periode. Je krijgt een duidelijk beeld van het leven van de personages en bent getuige van een week die voor hen allemaal belangrijk is. Het is lang genoeg om de ontwikkeling die de personages doormaken en de vele dingen die gebeuren geloofwaardig te laten overkomen. Alleen bij Gerson voelt het soms alsof er meer tijd verstreken is.

Informatie over de wereld en de personages wordt geleidelijk verstrekt. Het is duidelijk dat de Archipel sterk gedigitaliseerd is, maar hier wordt niet uitgebreid bij stilgestaan. Hulst kauwt niets voor en haast zich niet om dingen uit te leggen. Hij introduceert weblenzen, vingerscantoegang, Big Data en organisaties als Good To Know You – het verband met de toekomstroman van Orwell is niet te missen – op het moment dat ze belangrijk zijn zonder uit te leggen wat het precies zijn en wijdt niet uit. Voor de personages is dit immers allemaal vanzelfsprekend. Door de stukjes informatie die je krijgt kun je je uiteindelijk steeds beter een beeld vormen van hoe de aarde eruitziet en wat er gebeurd moet zijn. Voor sommige lezers gaat dat wellicht te traag, ook omdat er aanvankelijk weinig lijkt te gebeuren. Het werkt echter tevens vervreemdend en dat is precies wat Hulst ongetwijfeld hoopte te bewerkstelligen.
Van datzelfde vervreemdende effect is sprake bij de personages. Hulst geeft de lezer de tijd om hen te leren kennen. Alle drie staan ze echter zo ver van je af dat het moeilijk is je met hen te identificeren. Er blijft een duidelijke afstand tussen hen en de lezer. Toch blijf je benieuwd naar wat hen drijft en hoe het met hen af zal lopen. Johnny is hierbij het meest fascinerende personage omdat er lange tijd veel onduidelijk blijft over zijn achtergrond, hoewel er subtiele aanwijzingen gegeven worden.
Pas vlak voor de helft van het boek kom je meer over Johnny te weten en in het laatste kwart worden er enkele antwoorden gegeven. Voordat het daadwerkelijk gezegd wordt begrijp je wat hem met de andere personages verbindt. Van een aanklacht tegen de digitalisering van de samenleving en terrorisme wordt het boek dan een aanklacht tegen de verdraaiing van feiten door machtige instanties en het in een negatief daglicht zetten van mensen die feitelijk niets hebben misdaan. Het duurt nog even voor de waarheid onthuld wordt terwijl je al vermoedt hoe het zit. Dat is niet erg, want de amusante mailwisseling en de dialoog waarin eromheen gedraaid wordt zijn meer dan de moeite waard.

‘Slaap zacht, Johnny Idaho’ is geen typische sciencefictionroman. Het – kunstmatige – onderscheid tussen sciencefiction en literatuur valt in dit boek volledig weg. De roman roert filosofische en actuele thema’s aan zoals het verlangen naar een oneindig leven, de grens tussen arm en rijk, de ondergang van onze planeet, de manipulatie van feiten en de afkeer voor iedereen met een afwijkend uiterlijk of een andere cultuur. De digitalisering van de samenleving speelt tegen deze achtergrond slechts een kleine maar wel belangrijke rol.
Het oppervlakteverhaal is erg interessant, maar er zit meer in het boek dan je er in eerste instantie uithaalt. Intertekstualiteit speelt een belangrijke rol. Johnny is gefascineerd door ‘Moby Dick’, het boek dat hij las in de nacht dat hij iets meemaakte wat zijn leven veranderde. Jaren later begrijpt hij het boek nog altijd niet. Iets waar de lezer die er niet heel bekend mee is zich in kan herkennen, want er lijken zo veel verwijzingen naar en overeenkomsten met dat verhaal te zijn dat ‘Slaap zacht, Johnny Idaho’ eigenlijk ook niet volledig te doorgronden is zonder het gelezen te hebben. Het is knap gedaan, maar ook enigszins frustrerend dat het boek zo sterk op deze intertekst leunt omdat de meeste lezers niet alle noodzakelijke kennis hierover paraat zullen hebben.
Voor lezers die plotgedreven, spannende toekomstverhalen gewend zijn is dit boek waarschijnlijk iets te saai door de trage opbouw. Als je echter van diepere lagen houdt en je graag intertekstuele verbanden uitpuzzelt dan zal je genieten van dit boek. Lezers van literatuur moeten zich dan ook zeker niet af laten schrikken door de situering van dit boek in een mogelijke toekomst of alternatieve werkelijkheid. ‘Slaap zacht, Johnny Idaho’ is een typisch Hulst-boek. Gelaagd, uitdagend en prachtig opgebouwd. Na het omslaan van de laatste pagina van het boek heb je de neiging om het onmiddellijk nogmaals te lezen om nieuwe dingen te ontdekken die je bij de eerste lezing gemist hebt.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Kim Schreurs