Meer dan 5,4 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Hebban recensie

Grappige, absurde satire met een boodschap

Marvin O. 16 april 2019

Zijn ouders noemden hem Zakaria. Voor zijn moeder werd hij al snel haar lief klein konijntje, maar voor zijn vrienden heet hij Remspoor. Hij is in België geboren en voelt zich ook 100% Belg, maar door zijn uiterlijk blijft hij voor de buitenwereld een Marokkaan. In het ziekenhuis, bij het sterfbed van zijn vader, ontmoet hij ‘de Reusachtige Verpleegster’. Met haar beleeft hij ‘zijn eerste keer’ en nog heel wat volgende keren. Voor hem is dit een relatie, voor haar een avontuur. Haar passie bekoelt en ze ruilt hem in voor Zakaria’s Turkse vriend. De woede en teleurstelling laten zich voelen. Door de dood van zijn vader valt het gezin van Zakaria ook nog eens uit elkaar. Blijvend verlangend om door iedereen als Belg aanzien te worden, transformeert hij tot Jihaad, Abu Batman en Greg Junior, allemaal nieuwe namen voor dezelfde persoon, op zoek naar een identiteit.

“Enkele dagen later kwam de berg niet naar Zakaria, maar wandelde Zakaria naar de berg. Ik belde stipt op tijd aan. Met een ondeugende glimlach en lieve pretoogjes deed ze de deur open.
‘Dag, Marokkaantje.’
‘Dag, mevrouw. Je vergist je, ik ben een Belg.’
‘Jij bent nog een grappig Marokkaantje ook’, grinnikte ze.”


Fikry El Azzouzi (1978) levert met De beloning zijn zevende roman af sinds zijn debuut Het schapenfeest uit 2010. Hij toont zich hiermee erg productief, zeker als men weet dat hij in diezelfde periode ook nog een twaalftal theaterstukken uit zijn mouw toverde en ook als columnschrijver actief is. Als Vlaming met Marokkaanse ouders verwondert het niet dat allochtone personages centraal staan in zijn boeken. Een tweede constante is de snijdende, absurde en satirische humor.

Het eerste hoofdstuk is ongemeen grappig. We leren Remspoor en zijn familie kennen, en terwijl die uiteenvalt na de dood van de vader, zien we vooral hoe Remspoor kennismaakt met de vleselijke geneugten die ‘de Reusachtige Verpleegster’ biedt, en hoe hij zich bekwaamt in het ‘afschieten van zijn raket’, waarbij zijn Turkse buur en vriend Emre hem wat al te enthousiast van advies voorziet. Het is een hoofdstuk waarin de personages nog min of meer met de voeten op de grond staan, en dat kan ook van de plot gezegd worden. Daarna wordt alles wat vreemder, te beginnen met de kinderbescherming die Zakaria, zijn broer Bilal en zijn zus Leyla uit huis haalt om hen openbaar aan de meestbiedende te verkopen.

Hoewel het boek vreemder wordt, stopt El Azzouzi niet met grappig zijn. Zijn snedige pen en snelle dialogen blijven voor situaties zorgen die men onmogelijk erg serieus kan nemen. De absurde taferelen waarin het hoofdpersonage verzeild raakt, vragen wel eens een inspanning van de lezer. Als Remspoor van het ene ogenblik op het andere de hond Jihaad blijkt te zijn bijvoorbeeld, vraagt men zich wel even af of men iets gemist heeft. Als de graad van absurditeit te hoog wordt, blijkt het effect van de humor minder sterk. Als een bootje op woelig water kent het boek daarom zo zijn hoogtes en laagtes. Een van die laagtes is het gangstaraptaaltje van personage Tupac Shakur. De vloed aan woorden als bitch en mothafucking die dan pagina’s lang het boek domineert, is hemeltergend irritant.

In de metamorfoses van Zakaria zit, wars van alle humor, wel een duidelijke boodschap. Zakaria die niet alleen behandeld wordt als een hond maar het in de ogen van zijn baas ook is, de onmogelijkheid om als Belg aanvaard te worden zonder eerst enkele malen bij elkaar geslagen te zijn geworden en een inburgeringsproef te hebben doorstaan, het zijn scènes waarin een realiteit zit die door de schrijver aan de kaak gesteld wordt, zonder zeuren, zonder klagen, maar op een manier die mensen bereid zijn te aanhoren: met satire. De ontknoping is onverwacht en valt licht tegen. Na alle satire was een einde in dezelfde stijl meer passend geweest.

1

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Marvin O.