Januari heeft de volle maan verstopt achter een felle sneeuwstorm. Arnie Westrum krijgt onverwacht bezoek van een wolf. Hij wordt teruggevonden met opengereten keel. Op Valentijnsdag in februari wordt Stella Randolph, nogal een gezette vrouw die een manufacturenwinkel drijft, aangevallen door een weerwolf. Het is een sneeuwachtige avond in maart wanneer het licht uitgaat. Door het gewicht van de sneeuw en de hagel zijn er stroomdraden afgeknapt. De volgende morgen vindt een lijnwerker een zwerver terug. Hij ligt dood in een bevroren plas van zijn eigen bloed. In april wordt een elfjarige jongen, Brady Kincaid onthoofd en met opengereten buik teruggevonden. Ook mei ontsnapt niet aan zijn lot, op een ochtend wordt het lijk van Clyde Corlisse, de koster teruggevonden door Dominee Lester Lowe van de Grace Baptist Church. In juni wordt er nog iemand vermoord. Het is Alfie Knopfler, baas van de Chat ’n Chew, het enige café in het dorp. Maar nu krijgt het verhaal een onverwachte wending, het Beest valt Marty Caslow aan, maar tot zijn grote verbazing krijgt Marty het voor elkaar hem weg te jagen door vuurwerk in zijn gezicht af te steken.

Iedere volle maan weer, breekt het uur van de weerwolf aan. Iedereen in het dorpje Tarker's Mill kan de volgende zijn. Maar Marty Caslow komt stilaan de echte waarheid te weten. Het Beest is niet wat het lijkt, het is menselijk.