Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Eindverslag 'In het Museum' geschreven door Joost van Driel

op 20 maart 2017 door

Een zinderende leeservaring ‘In het Museum’

 

De leesclub ‘In het Museum’ telde 15 deelnemers en één lezer die met een eigen exemplaar meedeed. Twee lezers hebben zich niet gemengd in de discussies en één slechts sporadisch. Maar voor de anderen werd het een leeservaring die nog wel een tijdje na blijft zinderen.

Niet iedereen had het boek snel binnen. Kite ging op een gegeven moment zelfs naar de uitgeverij om het boek op te halen.

Bijzonder was ook de wijze waarop auteur Joost van Driel en illustratrice Sabien Clement meededen. Het gaf een extra dimensie aan onze discussies.

 

Achterflap en cover

De achterflap geeft een korte impressie van het boek. “David Schijndels, een jongen van zes jaar, is geobsedeerd door dinosauriërs. Samen met zijn flamboyante vader bezoekt hij het natuurwetenschappelijk museum van Brussel. Fascinerende reisjes die geheim moeten blijven voor zijn labiele moeder. Op een dag laat Davids vader hem achter bij de aantrekkelijke Sarah. En terwijl zijn vader een dubbelleven leidt, zwerft David door het museum, in een wonderlijke wereld waarin hij almaar meer verdwijnt, op een wijze die hij zelf nooit had durven hopen. In het museum is het verhaal van de liefde tussen vader en zoon, van de fantasie van een jongen en het verraad van volwassenen, van het verborgen leven in dode fossielen.”

 

De cover houdt de leesclub lang bezig. Kite vindt dat de auteur en de illustrator hetzelfde verhaal vertellen: je komt n een sfeer terecht die tegelijkertijd donker en hoopgevend is. Men herkent van alles in de cover. De fossielen met de hartvormige staarten die de liefde tussen vader en zoon symboliseren volgens Eeke;  David die bescherming zoekt bij zijn vader en naar zijn vader opkijkt, terwijl zijn vader wegkijkt (Evy en Kris). Nabijheid, geborgenheid en afstand (Tine). De rode draden worden geïnterpreteerd als ‘het museum dat als een rode draad door het hele boek loopt’ (Joke). Je ziet maar een stuk van de dino, een symbool van dat er veel zaken verborgen blijven (Kris). Een lachende dino als je boek een kwartslag draait (Lusaro). Sabien Clement, de kunstenares die de cover ontwierp, was blij met onze interpretaties: “David is zot van het geraamte. Dat link ik met de verboden liefde van zijn vader. Ik doe dat door het geraamte een hartvorm te geven. Daarnaast kunnen de twee harten inderdaad ook de liefde voor vader-zoon symboliseren. Het geraamte hangt vast met rode draadjes, zeer fijn en fragiel, zoals hun relatie is, de relatie met de vader en zijn vrouw… alles in het boek hangt fragiel en broos (met rood, dus met liefde?) aaneen om daarna uiteen te vallen.”

 

De lagen in het verhaal

 

Het boek blijkt een heel rijk boek te zijn en we komen daar als leesclub steeds meer achter. Volgens Marieke is het museum voor David de meest veilige plek. Zijn vader kan hem daar gerust achterlaten. Het museum is voor David ook een plek waar hij kan dromen van iets anders, tot die droom werkelijkheid wordt. Harriët ziet het museum als de plek waar alles min of meer geordend is. Voor David is dat buiten het museum allerminst het geval. Eeke: “David voelt zich er veilig en kan verdwijnen.” “Hij kan er wegdromen naar een andere wereld” (Nathalie B)

Lusaro vindt dat het boek dingen bevat die we direct begrijpen en zien (de onderlinge relaties in het gezin), maar ook de dromen van iedereen. Thema’s als vluchtgedrag, loyaliteit, eenzaamheid,  je staande houden in een disfunctionerend gezin, vrijheid het zoeken naar je eigen identiteit, je eigen plaats in je leven, volwassen worden, trouw komen naar voren. “David doet zijn best om loyaal te zijn aan zijn vader en moeder maar vlucht in een denkbeeldig leven”(Wietske), de Archeopteryx.  Jan leest in het boek ook ‘een ontworstelen aan de realiteit van de maatschappij. Je onttrekken aan de wetmatigheden van alledag. De Archeopteryx is voor hem de Phoenix die herrijst. “Op het eind van het boek lijken de drie hoofdpersonages onderling verbonden in eenzaamheid, in het museum” (Tine). Kris ontdekt in het boek allerlei contrasten: lichaam-geest, fictie-werkelijkheid, waarheid-leugen, materialisme-idealisme, denken-doen, verbeelding wetenschap. Aan het eind van het boek bij de metamorfose van David vloeien deze aspecten samen en vormen ze één geheel. Maar je kunt ook van het boek genieten zonder al deze lagen, maar als je dan aan het slot komt dan moet je wel op zoek naar een diepere betekenis, constateert Evy: “Dat is toch het mooie van literatuur: een boek komt pas tot leven als de lezer er wat mee doet, telkens vanuit zijn of haar eigen leeshouding of interpretatie”

 

Ontdekkingen

 

Gigi en Lusaro zien in het boek een verbinding met Nabokov, een schrijver die door Joost van Driel bewonderd wordt. Jan ontdekt dat Nabokov als schrijver begon onder de naam Vladimir Sarin. De Sirin (in het westen ook wel de sirene genoemd) was een mythische vogel. Aan het eind van het verhaal vindt een metamorfose van David naar een mythische vogel plaats. Joost reageert daar als volgt op: In mijn onderzoek voor de roman kwam ik allerlei mythische dieren tegen, waaronder die Sirin. Je hebt gelijk dat de sirin de kracht had om mensen zichzelf te laten 'vergeten' en aldus mee te voeren naar een andere werkelijkheid. Voor de metamorfose had ik wel degelijk de Archeopteryx voor ogen. Alleen dat fossiel is niet in de collectie in Brussel te vinden.

Gigi ontdekt dat de trein een prominente rol speelt in het boek. Joost van Driel onderschrijft dat: De trein zit inderdaad niet toevallig in het verhaal. De trein staat ook symbool voor iets magisch. En zeker voor kinderen is een rit met de trein lange tijd iets bijzonders, en Davids vader laat hem die trein ervaren.... De trein staat verder natuurlijk in de literatuur vaak symbool voor "tijd", wat ook in het boek een rol speelt. Gigi ontdekt ook dat de merknamen van de overhemden die in het boek voorkomen verwijzen naar bepaalde uitvoerders van klassieke muziek. Joost van Driel bevestigt dat. Kortom er wordt heel wat ‘ontdekt’ in het museum en het is leuk die ontdekkingen met elkaar te delen.

 

Stijl en mooie zinnen

 

De manier van schrijven wordt door de deelnemers aan de leesclub erg gewaardeerd. “Gigi vindt het mooi dat Joost van Driel zo weinig woorden nodig heeft om een situatie te schetsen. Je ziet het meteen voor je. Het is ook subtiel Bijvoorbeeld dat etablissement waar ze naar toe gaan en waar ze ook weer moeten vertrekken heeft ‘Le Grand Depart.’ Kris zegt dat het kleine, sobere taalgebruik (korte zinnen, eenvoudige woorden) mooi past bij David en de zwierige, langere zinnen passend zijn voor Nico, de vader. Nico was ‘smeerde’ de mensen kleding aan. Joke en Wil vonden deze zin mooi: “Zijn vader kleedde de mensen uit.’ En dan is er die magische beginzin: “Nooit had David Schijndels durven hopen dat hij in een dinosaurus zou veranderen. De dag was niet slecht begonnen, maar dat het leven zo zou eindigen….. Als je zo’n zin leest wil je meteen verder lezen, maar ook herlezen. Joost van Driel en Sabien Clement hebben ons nieuwe dingen leren ontdekken.

 

Onze gemiddelde waardering voor het boek: ruim 3,5 sterren

 

Jan Stoel, leesclubcoördinator

 



Reacties op: Eindverslag 'In het Museum' geschreven door Joost van Driel

Meer informatie

Gerelateerd

Over

Joost van Driel

Joost van Driel

Joost van Driel (Middelburg 1976) was als onderzoeker en docent werkzaam aan ver...