Onder de Loep: Schildpadden Tot in Het Oneindige

Al sinds Schildpadden Tot in Het Oneindige van John Green uitkwam (2017) stond deze op mijn verlanglijst. Eerder had ik namelijk van dezelfde auteur naar tevredenheid Een Weeffout in Onze Sterren gelezen, maar ook de gekke twist in de titel maakte mij enorm nieuwsgierig. Kerst 2019 kreeg ik van een kringloop een cadeaubon, toen ik dit boek daar in het schap zag staan hoefde ik er dan ook geen twee keer over na te denken. Eindelijk heb ik hem dan, wanneer ik het zou gaan lezen dat wist ik niet. Zoals veel van mijn andere boeken inmiddels weten is een wensaankopen namelijk iets heel anders dan ook daadwerkelijk gelezen worden. Velen staan al jaren in de boekenkast geduldig te wachten om hun avonturen tot leven te mogen brengen. Toch ging het er met Schildpadden Tot in Het Oneindige anders aan toe. Bij de bushalte bedacht ik mij dat het wel leuk is dat ik het boek nu heb, maar waar gaat het eigenlijk over? Wachtend op de bus besloot ik het boek eens nader te bekijken.
Wat vertelt de titel mij?
Schildpadden Tot in Het Oneindige… Eigenlijk best een rare titel. Wat kan je verwachten van een boek waarvan de titel, qua zinsverband, je oneindig veel laat nadenken over wat het zou kunnen betekenen. Gaat het over liefde voor altijd, twee personen die iets hebben met schildpadden, daar een woordspeling of grapje over maken?
Na wat onderzoek op internet kom ik erachter dat de titel kan verwijzen naar een mythologisch verhaal uit het oosten, die een beetje aan doet als de tegenhanger van de westerse Atlas die de wereld op zijn schouders draagt. In deze oosterse versie gaat het over een schildpad die de aarde op zijn rug heeft. Zijn rug biedt ruimte voor het leven op aarde en verenigd op die manier hemel en aarde. Deze schildpad ligt bovenop een nog grotere, dat zelf weer deel uitmaakt van een kolom met steeds grotere schildpadden wat tot in het oneindige doorgaat. De uitdrukking ‘Schildpadden helemaal naar beneden’ komt hier vandaan en verwijst naar het oneindige. Laat de oorspronkelijke titel van Schildpadden Tot in Het oneindige nou Turtles All the Way Down (Schildpadden helemaal naar beneden) zijn!
Ook het woord oneindig is in de titel te vinden. Oneindig is een begrip in de filosofie, natuurwetenschappen en wiskunde, maar kan ook in de kunst op verschillende manieren worden neergezet. Het staat voor iets wat groter, langer, of verder weg is, dan in getallen is uit te drukken. Met andere woorden, het is zeer groot (denk bijvoorbeeld aan het universum), het heeft geen einde (een getallenreeks), het is zeer ver weg (snelheid van het licht). In de symboliek staat vooral het lemniscaat (∞ ) voor oneindigheid, maar ook de cirkel of een spiraal kan hier voor staan. Van oneindigheid in de kunst is Escher een goed voorbeeld, die met zijn gravures een optische illusie van circulerende oneindigheid weet neer te zetten. In literatuur kan een oneindigheid in de tekst worden neer gezet door middel van dualisme waarbij twee tegenover elkaar staande begrippen elkaar opheffen, hierdoor ontstaat dan een oneindigheid in de tekst doordat er een dimensie ontstaat die niet meer te bevatten is, waarover dan eindeloos gespeculeerd kan worden.
John Green
John Green (1977) studeerde en behaalde titels in Engelse taal, letterkunde en godsdienstwetenschappen. Doordat hij priester wilde worden heeft hij zes maanden als geestelijke in een kinderziekenhuis gewerkt waar hij in aanraking kwam met terminaal zieke kinderen. Hij kwam daar op het idee een boek te schrijven over mensen die moeten leren leven met de dood van iemand die ze lief hadden.
Green begon als eerste te schrijven aan Een Weeffout in Onze Sterren desondanks was het Looking for Alaska die als eerste uit kwam. Ondanks de bescheiden verkoop van zijn debuutroman die autobiografische elementen bevat, ontving het boek de Michael L. Printz Award, een jaarlijkse prijs van The American Library Association voor het beste young adult boek.
Inmiddels is Green wereldberoemd en werkt fulltime als schrijver van young adults. Van zijn boeken, in vijfenvijftig talen verschenen, zijn al meer dan vierentwintig miljoen exemplaren verkocht. Er zijn zelfs verfilmingen gemaakt van zijn boeken Een Weeffout in Onze Sterren, Paper Towns en Het Grote Misschien (Looking for Alaska). Van Let it Snow: Three Holiday Romances (co-auteurschap met Maureen Johnson, Lauren Myracle) werd in 2019 een Netflixfilm gemaakt. Andere boeken van zijn hand zijn 19x Katherine (An Abundance of Katherines), Will Grayson, Will Grayson (co-auteurschap met David Levithan) en natuurlijk Schildpadden Tot in Het Oneindige.
Voor Paper Towns ontving Green in 2009 een Edgar Award, deze prijs is vernoemd naar de Amerikaanse schrijver Edgar Allan Poe en wordt jaarlijks uitgereikt door Mystery Writers of America.
Wat ook een award genoemd zou kunnen worden is dat The New Yorker Green ooit eens in een Teen Whisperer noemde, omdat hij zich voornamelijk richt op het schrijven van Young Adults waarin hij, zoals ze zo mooi zeggen, met een vleugje romantiek van Nicholas Sparks, ingaat op grote vragen die tieners bezighouden.
Iets minder bekend, voor mij althans, is dat Green vlogt op zijn YouTubekanalen Crash Course en Vlogbrothers. Op Crash Course, een educatief kanaal, plaatst hij regelmatig videoblogs waarin je, naast gastvloggers, de auteur zelf enthousiast hoort vertellen over verschillende onderwerpen als literatuur, filosofie, astronomie, wiskunde, psychologie, biologie, filmgeschiedenis, theater, drama en nog veel meer. Op Vlogbrothers plaatst hij, samen met zijn drie jaar jongere broer Hank, om de beurt video’s waarin zij naast het uitwisselen van ideeën soms ook een persoonlijk verhaal delen. Zo bekende John een keer dat de enige sporttrofee die hij ooit kreeg, door zijn ouders was gemaakt en het opschrift All-Star in Our Hearts droeg.
Schildpadden tot in het Oneindige
Is een roman over identiteit. Centraal in het verhaal staat Aza Holmes met haar hypochondrische smetvreesgedachten die haar in een neerwaartse spiraal beïnvloeden. Hieromheen is een detectiveverhaal gebouwd. Zal Aza, terwijl ze probeert haar obsessieve gedachtespiralen de baas te worden, haar achternaam eer aan doen door de verdwijning van een miljardair samen met haar vriendin op te lossen?
In het nawoord las ik dat Green zelf ook gevoelig is voor obsessieve gedachtespiralen, die hij nu weet te beheersen dankzij goede therapie. Het zou dus zomaar kunnen dat Schildpadden Tot in Het Oneindige, net als Looking for Alaska autobiografische elementen bevat.
Leesaanwijzing
Vaak zit er in een boek een leesaanwijzing verborgen, zeker in literaire boeken kun je deze vinden in een titel van het boek of hoofdstuk, of in de benoeming van wel of niet bestaande boeken en/of personages in de tekst.
Schildpadden Tot in Het Oneindige opent met een quote van Arthur Schopenhauer.
‘De mens kan doen wat hij wil, maar hij kan niet willen wat hij wil.’
Arthur Schopenhauer (1788-1860) is een filosoof die een uitgesproken negatieve wereldbeschouwing, vooral over de mens, formuleerde. Volgens Schopenhauer is al wat bestaat niets anders dan een verschijningsvorm van het willen. Als men in zichzelf kijkt, ervaart men dat de mens niet meer is dan de uiting van een allesomvattende wil die achter alle fenomenen schuilgaat. Volgens hem is onze persoonlijke voorstelling niets anders dan schijn. In werkelijkheid is de wereld niets anders dan een wereldwil. Dit (doelgericht) willen is de bron van eindeloos lijden. Heel de wereld is een oorlog van allen tegen allen, van kwellen en gekweld worden. Volgens Schopenhauer biedt een ascetische levenswijze die aansluit bij de oosterse wijsheid een mogelijke oplossing. Door de eigen hartstochten en begeerten te beteugelen (het willen niet meer te willen) komt men tot de ware werkelijkheid. Zijn ethiek is dan ook dat men afstand neemt van zichzelf en zijn wil zoals hij beredeneerd in zijn hoofdwerk Die Welt als Wille und Vorstellung ( 1819), waarin hij zich afvraagt wat het ware wezen van de werkelijkheid is, en opent met
‘De Wereld is Mijn Voorstelling’
Niet alleen in een ascetische levenswijze zag hij een oplossing om tot de ware werkelijkheid, de kern, te komen, maar ook in kunst. Volgens hem stelt de kunst ons in staat de mogelijkheid tijdelijk los te komen van het doelgericht willen, doordat men zich belangeloos richt op het schone. De tragedie zag hij als een van de meest verheven vormen van kunst vanwege de catharsis (het opwekken van krachtige emoties zoals verdriet, angst, medelijden, of zelfs gelach bij de toeschouwer, die vervolgens als effect een zuivering van diezelfde gevoelens bewerkstelligt) die hiermee kan worden bereikt. Maar muziek ziet hij echter als de hoogste kunst omdat deze, de wereld van de voorstelling overstijgt. Het weergeeft niet, zoals in andere kunsten, iets weer. Volgens Schopenhauer is muziek een kopie van de wil zelf. Zo geeft droevige of melancholische muziek niet de gevoelens van een persoon weer, maar representeert het de meest wezenlijke essentie van droevigheid.
Omdat volgens Schopenhauer alles een manifestatie van de wil is, zag hij het ook zo dat alle individuele dieren, inclusief de mens, fundamenteel hetzelfde zijn, alleen in een andere gedaante. Het grote verschil tussen mens en dier berust uitsluitend op de mate van het intellect. Om deze reden beweerde hij dat een goed persoon sympathie voor dieren heeft als lotgenoten in het lijden. Zo zei hij: ‘Compassie voor dieren is nauw verbonden met goedheid van karakter, en het is redelijk om te veronderstellen dat iemand die wreed is jegens levende wezens geen goed mens kan zijn.’
Schopenhauer word beschouwd als voorloper van de levensfilosofie. Bij de levensfilosofie is men vooral gericht op het antwoorden op de vraag naar de zin van het leven. In tegenstelling tot andere filosofische stromingen waar de stof of het intellect centraal staat, wil de levensfilosofie de wereld verklaren vanuit het perspectief van het leven. Terwijl vroegere filosofen vaak de natuurkunde een centrale rol gaven in hun denken, wordt deze rol bij levensfilosofen toegekend aan de biologie. Het leven, en breder de werkelijkheid, is een evoluerend en creatief proces waarbij werkelijkheid en stabiliteit ontbreekt en daardoor moet worden begrepen als een voortdurend proces van verandering, beweging, wording en leven.
Doordat Schildpadden Tot in Het Oneindige begint met de quote ‘De mens kan doen wat hij wil, maar hij kan niet willen wat hij wil.’ zou het mogelijk kunnen zijn dat de filosofische gedachtegang van Schopenhauer als leidraad gebruikt kan worden voor het verhaal.
Wat vind ik van Schildpadden Tot in Het Oneindige?
Zoals al eerder gezegd gaat het boek over identiteit, daarbij weet Green de individu op ingenieuze wijze te plaatsen tussen het kleine oneindige:
[…] en zelfs boven al dat geroezemoes uit hóórde ik hem verteren, hoorde ik alle bacteriën op het pindakaasslijm kauwen – de leerlingen binnen in me die in mijn inwendige kantine zaten te eten. […] Natuurlijk wist ik al heel lang dat ik onderdak bood aan een gigantische verzameling parasitaire organismen, maar daar werd ik liever niet aan herinnerd. Mensen zijn ongeveer vijftig procent bacteriologisch, wat wil zeggen dat zo’n beetje de helft van de cellen waaruit je bestaat helemaal niet van jou is. In mijn persoonlijke bioom leven iets van duizend keer zoveel microben als er mensen op aarde zijn […]. […] dat je een in huid verpakte bacteriële kolonie bent?
pagina 11 (Hier zitten we tevens bij het ‘we zijn allen één’ van Schopenhauer, maar dan op microscopische basis).
En het grote oneindige:
We vervielen in stilte en ik voelde de grootsheid van de lucht boven me, de onvoorstelbare uitgestrektheid – ik keek naar Polaris in het besef dat het licht dat ik zag vierhonderdvijfentwintig jaar oud was, en toen naar Jupiter, minder dan een lichtuur bij ons vandaan. In het naamloze duister waren we niet meer dan getuigen van het licht […]
Pagina 298.
Naast het grote en kleine oneindige, is oneindigheid terug te vinden in de naam van het hoofdpersonage Aza. A. Z. A. waarbij je een soort oneindige kringloop maakt van het begin van het alfabet naar het einde en weer terug. Ook in het lied ‘Can’t Stop Thinking About You’, dat regelmatig voorbijkomt, zit een oneindigheid, of in het stuk over een reeks radiozenders in de auto, waarbij het opgesloten zijn in de auto wordt gecombineerd met vrijheid, doordat alle gewesten worden benoemd en daardoor weer een link wordt gelegd met het oneindig grote:
Zo af en toe kom je op de radio in een schitterende reeks nummers terecht. Telkens als er op een zender reclame komt zoek je een volgende zender waar dan net een nummer is begonnen waar je dol op bent maar dat je al bijna vergeten was, een nummer dat je nooit zou hebben uitgekozen maar dat ideaal blijkt om luidkeels mee te galmen. En zo reed ik nu verder ,met zo’n fantastische playlist, nergens naartoe. Ik volgde de snelweg naar het oosten, toen naar het zuiden, naar het westen, naar het noorden en weer naar het oosten[…]
Pagina 60
Zelfs het oneindig voortgaande proces van de rede en gedachten komt in Schildpadden Tot in Het Oneindige naar voren, je vindt nooit echt antwoorden, alleen nieuwe en verdergaande vragen.
Niet alleen de cirkel is, als symbool van het oneindige, op verschillende manieren in het verhaal te vinden. Ook de spiraal komt op verschillende manieren voor. Zoals bijvoorbeeld op de kaft van het boek, in de obsessieve gedachten van het hoofdpersonage. Of als metafoor in de boom, de uitwaaierende takken staan dan voor de wijdere kant van het spiraal, en de stam voor de punt. Ook het gedicht ‘De Wederkomst’ van Yeats, dat wordt aangehaald op pagina 157 en 163 heeft met spiralen te maken. Evenals het schilderij van Pettibon met zijn veelkleurige draaikolk. Uiteindelijk heeft een draaikolk ook de vorm van een spiraal.
Een spiraal. Draaikolk. Zwart gat
pagina 246
Ja zelfs het zwarte gat blijkt een spiraal te zijn.
Hij vertelde dat onze Melkweg een grote spiraal was, dat veel melkwegen dat waren. ‘Elke ster die wij op dit moment zien zit in die spiraal. Hij is gigantisch.’ ‘Heeft hij ook een middelpunt?’ ‘Ja,’ zei hij. ‘Ja, de hele Melkweg draait om een supergroot zwart gat. Maar heel langzaam. Ik bedoel, het kost ons zonnestelsel iets van tweehonderdvijfentwintig miljoen jaar om zijn baan in de Melkweg af te leggen.’
Pagina 215 (over oneindig groot gesproken)
En zo zijn er nog veel meer aanwijzingen in het boek te vinden die verwijzen naar het oneindige op wat voor manier dan ook.
Niet alleen het grote en kleine oneindige worden tegenover elkaar gezet, maar ook het verleden en de toekomst.
Het verleden door bijvoorbeeld foto’s, herinneringen en voorwerpen van vroeger of met verwijzingen naar het mesozoïcum, een hagedis die als levende dinosauriër wordt gezien, en via voornamelijk op het DNA gerichte evolutie.
De verre toekomst komt naar voren door middel van ruimtegame spelletjes, Science Fiction films als Star Trek, Jupiter Ascending ( een film waarbij een link is met DNA), Star Wars en Iron Man. Ook is er iemand die fanfic schrijft waarbij heden en toekomst samenvallen. En probeert er iemand via het DNA van een hagedis het geheim te ontrafelen voor een hoge ouderdom, wie weet wel een oneindig leven van de mens. Ironisch genoeg overlijdt deze persoon vroegtijdig op een eindige plek om over te gaan naar het oneindige.
Doordat niet alleen het grote en kleine oneindige, maar ook verleden en toekomst tegenover elkaar worden gezet, ontstaat gaandeweg het lezen, een filosofische gedachtegang over het ontstaan van universum en de plaats en identiteit van de mens in dit geheel.
Wat betreft identiteit opent het boek echt op een geweldige manier. Het hoofdpersonage Aza beseft namelijk dat ze wel eens fictief zou kunnen zijn.
‘Op het moment dat ik voor het eerst besefte dat ik weleens fictief zou kunnen zijn, bracht ik mijn weekdagen door in […] de White River High School [..], waar ik op een specifiek tijdstip – tussen 12:37 uur en 13:14 uur - mijn lunch at in opdracht van machten die zoveel groter waren dan ikzelf dat het onbegonnen werk was ze te omschrijven. Als mij een andere lunchtijd was toegewezen, of als de tafelgenoten die de medeauteurs waren van mijn lot die dag in september een ander gespreksonderwerp hadden gekozen, dan zou mij een ander einde hebben gewacht […] Maar ik kreeg door dat je leven een verhaal is dat over jou wordt verteld, en niet een dat jij vertelt. Natuurlijk doe je alsof jij de auteur bent. […] Als om 12:37 uur dat monotone gepiep van hogerhand klinkt denk je: ik kies ervoor om nu te gaan lunchen. Maar in werkelijkheid beslist de bel. […] Onze lunchtafel had wel iets van zo’n stuk dat al eeuwen op Broadway wordt opgevoerd: de cast veranderde in de loop der jaren, maar de rollen bleven dezelfde. Mychal was De Artistiekeling. […] Daisy Ramirez, die al sinds de basisschool de rol van mijn Beste en Onverschrokkenste Vriendin speelde […]. Wat was mijn rol in dit stuk? De Sidekick. Ik was Daisy’s Vriendin, of Mevrouw Holmes dochter. Ik was iemands iets’
Pagina 9/10
Met dit stukje zitten we ook gelijk in Schopenhauers openingszin uit Die Welt Als Wille und Vorstellung namelijk ‘De wereld is mijn voorstelling’. Als een Broadway voorstelling wordt Aza’s leven hier neergezet, waardoor je gelijk geconfronteerd wordt met Schopenhauers vraag wat werkelijkheid is en wat niet. Heb je wel een eigen wil als je beïnvloed wordt door een allesomvattende wil die als een regisseur achter alle fenomenen schuilgaat, zoals in dit geval de bel en de lunch. Zo zijn er in Schildpadden Tot in Het Oneindige meer toespelingen te vinden op de filosofische beschouwing van Schopenhauer.
In de kantine schreeuwden honderden stemmen door elkaar, zodat het gesprek niet meer dan geluid werd, het geruis van een rivier over de rotsen. En toen ik onder de tl-buizen ging zitten die hun agressieve kunstlicht uitspuwden, bedacht ik dat we onszelf allemaal de held van ons eigen heldendicht waanden, terwijl we in wezen identieke organismen waren die een uitgestrekte, vensterloze ruimte koloniseerden […].’
Pagina 10
Iedereen wordt hier eender door middel van de stemmen die een geheel van geluid worden in combinatie met de zin ‘ bedacht ik dat we onszelf allemaal de held van ons eigen heldendicht waanden, terwijl we in wezen identieke organismen waren’, daarmee zou je uit kunnen komen op de stelling van Schopenhauer dat we dan wel allemaal een eigen wilsvoorstelling hebben (je bent zelf de held van je verhaal, anderen zijn je figuranten, en voor je figuranten geldt dit weer andersom), maar die is niets anders dan schijn want op het niveau van de wil zijn we allen fundamenteel één.
Dit één zijn komt in het verhaal ook terug met een kunstproject van een van de personages, waarbij van honderd mensen die Mychal heten, ieder afzonderlijk een foto wordt gemaakt en deze, met behulp van Photoshop, wordt samengesmolten tot één gemiddeld gezicht.
Daarmee kom je op de vraag die centraal staat in Schildpadden Tot in Het Oneindige, en welke naar voren komt tijdens de discussie over schooluniformen, als je één bent, waar blijft jouw identiteit dan?
‘Ik heb een theorie over uniformen. Volgens mij worden die zo ontworpen dat je zeg maar een niemand wordt, zodat je niet meer Daisy Ramirez bent, een mens, maar iets wat mensen pizza brengt en hun bonnen inwisselt voor plastic dinosauriërs. Het is net alsof het uniform is ontworpen om mij te verbérgen.’
Pagina 30
Het duel tussen waarheid en fictie, de wil en identiteit komt niet alleen met het eerder besprokene naar voren, het wordt ook benadrukt door de achternaam van het personage, namelijk Holmes, als in Sherlock Holmes, door haar beste vriendin uitgesproken als Holmesy. Holmesy kan weer een verwijzing zijn naar Ulysses van James Joyce, het boek, dat in Schildpadden Tot in Het Oneindige op pagina 178 ook voorbijkomt. In Ulysses lijkt het personage Molly Bloom de auteur rechtstreeks aan te spreken als ze zegt: ‘O Jamesy laat me hieruit’. Jamesy, Holmesy, het zou zomaar een verwijzing kunnen zijn. Ook het boek De Storm van Shakespeare, die op pagina 44 en 200 wordt genoemd, zou een verwijzing kunnen zijn naar het duel tussen waarheid en fictie, de wil en identiteit. Een van de centrale thema’s van De Storm is namelijk de verhouding tussen werkelijkheid en illusie, waarbij het hoofdpersonage als een regisseur alle gebeurtenissen, en alles wat de personages overkomt tot in details regelt. Met dien verschil dat in Schildpadden Tot in Het Oneindige het hoofdpersonage Aza eerder een marionet is van haar eigen dwanggedachten, die als de wil van een auteur/regisseur aan doen.
Voelde mezelf wegglijden, maar zelfs dat is een metafoor. Omlaaggaan, maar dat is er ook een. Kan het gevoel zelf niet omschrijven, kan alleen zeggen dat ik niet mij ben. Gesmeed in de smidse van andermans ziel. Laat me er alsjeblieft uit. Wie ook mijn auteur is, laat me er alsjeblieft uit. Alles om hier uit te zijn. Maar ik kon er niet uit.
Pagina 224
‘Wie ook mijn auteur is, laat me er alsjeblieft uit’ dat komt bekend voor!
Ook het ‘Dubito, ergo cogito, ergo sum’ (Ik twijfel, dus ik denk, dus ik besta) van Descartes, op pagina 178, verwijst naar het duel tussen waarheid en fictie, de wil en identiteit. Filosoof Descartes stuitte namelijk in zijn onderzoeken op de vooringenomen standpunten van de menselijke waarneming. Voor hem waren de zintuigen zo onbetrouwbaar om waarnemingen te doen, dat hij zich af vroeg wat werkelijkheid is, en wat illusie. Hij vondt dan ook dat aan de werkelijkheid, zoals de mens die waarneemt, kon worden getwijfeld, en dat ware kennis begint bij radicale twijfel aan alles wat we geloven, menen te weten of waarnemen. Met andere woorden, niet blind de overtuiging volgen, maar kritisch nadenken. Hij had de gedachte gevat dat pas als we aan alles twijfelen, we op iets stuiten wat niet meer te betwijfelen is, zoals het feit dat hij twijfelde, en dus denkt, dus ook bestaat, het ‘Dubito, ergo cogito, ergo sum’. Descartes maakte daarbij onderscheid tussen het denken enerzijds en het lichaam anderzijds. De uitgang van het filosofische dualisme. Het lichaam zag hij als een voorgeprogrammeerde machine zonder gedachten of wil, dat blind zijn programma uitvoert. Het denken daarentegen als vrij en bewust van zichzelf, dat kan twijfelen en alternatieve gewoontes ontwikkelen.
De obsessieve gedachtespiralen van Aza (en misschien vergelijkt Green het ook wel zo met de zijne) zijn terug te voeren naar dit filosofisch dualisme van Descartes. Deze twist, van klein nietig, opgesloten zitten in je eigen gedachten, wat ineens omgedraaid wordt tot grootsheid, van de punt van de spiraal, naar het steeds wijder worden, wijder en wijder, als aan het zwarte gat, is geniaal gevonden.
‘Er is nog geen bevredigend antwoord gevonden op de vraag of gekte wel of niet de meest hoogstaande vorm van intelligentie is.’ Edgar Allan Poe.
Pagina 144.
En dat zou dan ook de reden kunnen zijn dat Aza, eenmaal afgezakt tot complete gekte, het mysterie als een superdetective ineens bijzonder snel weet te ontrafelen. Iets, wat je zonder deze leidraad, zou kunnen afschuiven op het snel willen afronden van een verhaal door de auteur, maar die geen idee heeft hoe dit op de juiste manier te doen.
Conclusie
Dat Green gefascineerd is over onze plaats in het heelal, komt duidelijk naar voren in Schildpadden Tot in Het Oneindige. Zoals hij zelf al zegt zijn oneindige sets moeilijk te bevatten. Hij weet de identiteit van een individu echter op ingenieuze, maar begrijpelijke wijze te plaatsen tussen het kleine en het grote oneindige. Het filosofische gedachtegoed, van zowel Descartes als Schopenhauer, zorgt daarbij voor een eenheid van het verhaal. Echter, lees je het verhaal zonder deze leidraad, dan zijn er momenten in het verhaal die onbegrijpelijk (dat het detective gedeelte even verdwijnt omdat Aza opgeslokt wordt in haar gedachtespiralen en daardoor afgesloten is van de werkelijkheid) of als afraffelen van de tekst kunnen overkomen (hoe Aza het mysterie weet op te lossen en het eind). Dat is jammer, want hoe ingenieus het verhaal ook in elkaar is gezet, voor mij is een verhaal pas echt goed als deze ook zonder leidraad één geheel vormt. Desondanks weet Green van een ‘makkelijke’ young adult een bijzonder literair werk te maken, die voor de doelgroep toegankelijk blijft en uitnodigt tot het filosoferen over de evolutie en onze plek in het heelal. Dit maakt dat Schildpadden Tot in Het Oneindige niet alleen voor de jongeren een plezier is om te lezen, maar zeker ook menig volwassene zal verrassen. Daarom krijgt Schildpadden Tot in Het Oneindige van mij vier sterren.
Dit blog is gebaseerd op de leeservaring van Cindy de Rijk.
Bronnen:
Jan Bor, Errit Petersma, Geschiedenis van de westerse en oosterse filosofie, Atlas Contact
Talbot, Margaret, The Teen Whisperer, The New Yorker
Berman, Eliza, John Green Is This Close to Having All his Books Made Into Movies, Time
Catrien, John Green, schrijver van ‘The Fault in our Stars’, Kunst en Cultuur
Sofiaroc, Schildpad in de mythologie, Mens en Gezondheid
QWE Wiki, Turtles All the Way Down
Wikipedia, Die Welt als Will und Vorstellung, boek van Arthur Schopenhauer
Doorman, Maarten, Een professor als hond, NRC
Wikipedia, Arthur Schopenhauer
Wikipedia, De Storm, Shakespeare
Wikipedia, Dualisme (filosofie van de geest)