Meer dan 5,4 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

De verdwijning van Agatha Christie (6)

op 06 januari 2023 door

Dit vervolgverhaal gaat over de 11-daagse verdwijning van Agatha Christie in 1926.
Meer uitleg over hoe het tot stand is gekomen lees je in de inleiding van de eerste aflevering.

De vorige delen kan je lezen door op de volgende linkjes te klikken:


Veel leesplezier met deze 6e en laatste aflevering!


e8c82d23b48c78d3affe0e1937f28ce4.jpg

Donderdag 9 december 1926

Arme, arme Archie. De journalisten hadden hun werk goed gedaan. Ze hadden hem nauwlettend in het oog gehouden en waren er achter gekomen dat hij dat weekend buitenshuis doorgebracht had. Hij moest nu wel toegeven dat hij zijn vrouw bedroog. Van een vooraanstaand financier en oorlogsveteraan was hij veranderd in een vrouwenbedrieger en misschien zelfs moordenaar.
Archies broer Campbell was hem ter hulp gekomen door aan de politie te melden dat hij een brief van haar ontvangen had waarin ze hem meedeelde dat ze naar Yorkshire afreisde. Hij droeg een poststempel uit Londen om 9:45 am de dag na haar verdwijning. De politie hechtte echter weinig belangstelling aan deze verklaring, omdat ze dachten dat hij zijn broer, die intussen verdachte was, wou beschermen. Zeker nadat hij moest toegeven dat hij de brief kwijt was.
Ah, haar collega Edgar Wallace had zijn mening blijkbaar ook gegeven over deze zaak. Als beroemde schrijver van misdaadverhalen uitte hij zijn overtuiging dat haar verdwijning waarschijnlijk op wraak berustte. Hij ging er van uit dat ze haar eerder in Londen moesten zoeken.

Sinds ze Billy gisteren had gesproken, was er een grote last van haar schouders gevallen. De rest van haar verblijf kon ze nu ontspannen doorbrengen. Het hotel bood genoeg mogelijkheden. De tijd doden tot ze haar gevonden hadden, zou geen probleem vormen.

Vrijdag 10 december 1926

Het was ondertussen een dagelijkse gewoonte geworden om zich na het ontbijt naar het leeshoekje in de lounge te begeven. Ze was nieuwsgierig naar wat er vandaag weer over haar geschreven was. Na zelfmoord en moord, kwamen de kranten nu met een nieuwe theorie op de proppen: ze zou overspannen zijn en aan een zenuwinzinking lijden.
De politie in Surrey bleef niettemin de streek verder uitkammen. 250 mensen, politieagenten en vrijwilligers uit de buurt, hadden aan de zoekactie deelgenomen. Er was tevens een gemotoriseerde tractor gebruikt om de grond om te woelen. Tenslotte riep de politie de mensen op om zondag deel te nemen aan een nieuwe zoektocht.

Even overwoog ze of ze zich niet kenbaar zou maken. Ach, wie zou er nu zijn weekend opofferen om naar haar te zoeken? Zeker nadat het hele gebied in de voorbije dagen al zo goed uitgekamd was. Ze had nu trouwens afspraak bij de schoonheidsspecialiste. En deze namiddag werd ze als vierde man verwacht voor een spelletje bridge.

Maandag 13 december 1926

Nog nagenietend van de uitgelaten zondagavond meende ze nu een gespannen sfeer waar te nemen, overal waar ze zich vertoonde. De ogen van het personeel ontweken haar, dat verbeeldde ze zich niet. Bovendien was ze er bijna zeker van dat de man die net binnengekomen was aan de receptionist een penning getoond had, waarna hij naar een achterliggend kantoor geleid werd.

Ook in het restaurant reageerden de obers iets formeler dan anders, wat haar verwonderde. Gisteravond was het echt gezellig geweest. Ze had zelfs meegezongen met de Hydro Hotel Boys.

Uit de leeszaal klonk geroezemoes dat overstemd werd door een zware mannenstem. Hij spuide waarschijnlijk zijn commentaar over een bepaald artikel. Hoe dichter ze kwam, hoe meer ze besefte dat ze het over haar hadden. Schrijfster, Christie, Newlands Corner, zoektocht, ... Ze bleef treuzelen bij een vitrinekast waarin prachtig porselein was uitgestald. Zo kon ze hem duidelijk verstaan zonder dat men haar zag.
“Je houdt het niet voor mogelijk dat ons belastingsgeld op dergelijke manier verkwist wordt,” brulde hij.
“Vijfhonderd politiemannen om één persoon te zoeken. Dat mens is toch de koningin niet. Al die dommeriken die daar hun zondag aan opofferden om de heuvels in Surrey af te dweilen. Ze spreken hier van 15000 vrijwilligers.”
“Wat in de krant staat moet je met een korrel zout nemen,” repliceerde iemand.
Dat was olie op het vuur.
“Neen mijnheer, dat zijn cijfers die door de politie worden doorgegeven. Ik kan het weten,” snauwde hij terug.
“Scouts, bloedhonden, duikers, tjonge, tjonge het kan niet op!”
“En nu de klap op de vuurpijl,” sneerde hij, “het gebied werd de ganse namiddag overvlogen door vliegtuigen op zoek naar de vermiste.”
“Dat noemen ze ‘vooruitgang’,” merkte een andere gast fijntjes op.
Dit was het startsein voor een heftige discussie.

De rest van de dag hield ze zich gedeisd.

Dinsdag 14 december 1926

Ze werd wakker met een onbehaaglijk gevoel. Het was moeilijk te omschrijven. Alsof er iets in de lucht hing. Ach, gisteren had ze zich ook aan het bezoek van de politie verwacht. Maar de avond was gekomen en niets wees er op dat ze haar dekmantel ontdekt hadden. Ze trachtte er zich niet te veel van aan te trekken. De kranten doornemen, kruiswoordraadsels oplossen, lunchen, biljarten, … Zo vloog de dag voorbij.

Toen ze zich in de late namiddag wou gaan opfrissen voor het diner, gebeurde er echter iets onverwachts. In de lounge zag ze een jonge heer haar richting uitkijken. Met vaste tred kwam hij naar haar toegestapt.
Eens hij voor haar stond, hoorde ze hem vragen: “Mevrouw Christie?”
Ze antwoordde niet, maar keek hem doordringend aan.
“Mevrouw Christie, wat doet u hier in Harrogate?”
“En u bent…?”
“Peter Ritchie-Calder, mevrouw, journalist voor de Daily Mail.”
“Wel, mijnheer Calder, ik moet u eerlijk bekennen dat ik dat zelf niet weet. Ik lijd momenteel aan geheugenverlies. Als u mij nu zou willen excuseren. Ik moet mij nog omkleden voor het diner.”
Ze liet hem verbouwereerd achter.
Op haar kamer besefte ze dat dit haar laatste avondmaal zou worden in Harrogate. Als de pers haar al gevonden had, zou het niet lang meer duren voor de politie hier was. Morgen zou het nieuws in alle kranten staan. Ze zag de krantenkoppen al voor zich “Agatha Christie levend en wel teruggevonden”. En daar gingen natuurlijk foto’s bij staan. Ze kon er dus maar beter piekfijn uitzien. Een kwartiertje later begaf ze zich naar het restaurant, in haar roze avondjurk.

De ober begeleidde haar naar haar vaste tafel. Plots bleef ze staan. Daar zat hij, Archie. Met een serieuze blik keek hij haar vragend aan, terwijl hij roerloos bleef zitten. Ze had zich hun weerzien helemaal anders voorgesteld.
“Oh Agatha, ik heb je zo gemist. Sorry dat ik niet eerder heb ingezien dat jij de vrouw van mijn leven bent,” terwijl hij haar liefdevol in zijn armen zou sluiten.
Met zijn koele reactie glipte haar laatste sprankeltje hoop op een verzoening weg.

Nooit zou ze hem, of iemand anders, de ware reden onthullen van haar verdwijning. Dat had ze zich voorgenomen. Er zouden onvermijdelijk veel vragen over komen. Daarom had ze bedacht hoe ze deze het makkelijkst kon ontwijken. Ze had gekozen voor een oplossing uit één van haar eigen boeken: geheugenverlies. De perfecte dekmantel! En om geloofwaardig over te komen, moest ze daarin blijven volharden. Altijd en overal.
“Mijn broer! Mijn broer is overgevlogen uit Zuid-Afrika!” riep ze terwijl ze hem hartelijk om de hals vloog.

1927

Ze was geschrokken van de impact van haar elfdaagse verdwijning. Wat begonnen was als een manier om te zorgen voor financiële zekerheid voor Rosalind en haar, was heel anders uitgedraaid dan ze verwacht had.

Wat het schrijven betreft, had ze Campbells raad opgevolgd. Het gebrek aan inspiratie was nog steeds een struikelblok en dus had ze vier kortverhalen, die ze eerder al gepubliceerd had in het magazine Sketch, door middel van bindteksten tot één groot geheel verweven. Het boek lag in de winkels. “De grote vier” ging als zoete broodjes over de toonbank, ondanks de slechte kritieken. Al gauw werden er dubbel zoveel exemplaren van verkocht als haar vorige boek “De moord op Roger Akroyd”. De geldzorgen waren voorlopig van de baan.

1933

Ze was hier al enkele keren geweest. De oude stad met de nauwe drukke steegjes, de winkeltjes vol mooie stoffen, … Er was altijd wel iets te beleven. Maar deze keer zocht ze vooral de rust op van haar hotelkamer.
Het succes van haar boeken was enorm. De mensen wilden elk jaar een nieuwe “Christie” in de winkels zien liggen. Haar uitgever had er dan ook op gestaan dat ze zo snel mogelijk een nieuw manuscript zou schrijven. Een titel had ze al: “Murder on the Orient Express”. En waar kon ze dat beter schrijven dan in Istanbul, het eindstation van deze tot de verbeelding sprekende trein? Het Pera Palas hotel waar ze verbleef, ontving elk jaar tientallen Orient Express-treinreizigers.

Kamer 411, dat was haar voorlopige thuis. Opmerkzaam als ze was, had ze gevoeld dat één van de planken van de houten vloer onder de schrijftafel wat los leek te zitten. Ze had het tafeltje verschoven, zich op haar knieën gezet en de plank voorzichtig losgewrikt. De sleutel had ze er zachtjes laten onder glijden.

In gedachten verzonken, zat ze aan haar schrijftafel. De dikke gordijnen dempten het lawaai dat uit de straten weerklonk. Het schrijven wou deze avond niet echt lukken. Haar geest dwaalde voortdurend af, naar die winter van 1926. Bijna zonder dat ze het besefte, was ze naar haar bruine hutkoffer gelopen. Ze opende hem en schoof wat kleren opzij. Toen haar hand het metalen kistje raakte, aarzelde ze even. Ze vermande zich, trok het kistje eruit en legde het op bed.

Intussen was ze al opnieuw naar haar schrijftafel gelopen. Ze zat op haar knieën. De sleutel in haar hand bekeek ze alsof het haar kostbaarste bezit was. In zekere zin klopte dat ook wel. Het was immers letterlijk en figuurlijk de sleutel tot haar goed bewaarde geheim. Zelfs Archie had de waarheid nooit geweten. En ook aan Max, haar nieuwe echtgenoot, had ze het niet willen vertellen. Elke vrouw had recht op haar geheimen, vond ze.

Ze opende nu het kistje en nam een hoopje verfrommeld zijdepapier uit een kartonnen doosje. Bij het openvouwen rolden de diamanten verlovingsring en de diamanten gesp in haar handen. Herinneringen aan haar moeder kwamen naar boven. Na een tijdje mijmeren, nam ze het zwart gehaakte zakje in de hand. De gouden muntstukken, die ze eruit liet rollen op het bed, blonken in het licht. Eentje hield ze omhoog, terwijl ze naar de beeltenis keek van koning George V. Ze had ze al die tijd gehouden. Na een poosje staren naar haar “schatten”, sloot ze het metalen kistje en stak het opnieuw in de hutkoffer.

De sleutel liet ze zachtjes terug onder de planken vloer glijden.



Reacties op: De verdwijning van Agatha Christie (6)

Meer informatie

Over

Agatha Christie

Agatha Christie

Agatha Christie (1890-1976) leek op het eerste gezicht een afstandelijke Engelse...