Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Geen honger naar meer

Caroline Soesbergen 28 augustus 2014
“Soms begin je ergens aan terwijl je weet dat het toch nooit genoeg zal zijn.” Getekend: Esther Gerritsen over Dorst, op de binnenflap van datzelfde boek. Fijn, een auteur met zelfinzicht. Want Dorst is niet genoeg, zelfs veel te weinig, bijna niks. Alles stoort in deze roman over moeder en dochter: het kinderlijke taalgebruik, het platte verhaal en de oppervlakkige personages, die nergens gevoel of medeleven oproepen. Laten liggen dus.
Dorst is de vierde roman van Esther Gerritsen, die in 2000 debuteerde met de verhalenbundel Bevoorrecht bewustzijn. Ze publiceerde daarna verschillende romans, die genomineerd werden voor de Gouden Uil (2008) en Libris Literatuurprijs (2006, 2010) Sinds september 2010 schrijft ze een wekelijkse column voor de VPRO Gids.

Coco en haar moeder Elizabeth zien elkaar vooral op verjaardagen, maar als blijkt dat Elizabeth door ziekte niet lang meer te leven heeft, besluit Coco bij haar in te trekken. Dat loopt niet altijd even soepel; ze zijn niet gewend met elkaar om te gaan en ze hebben allebei hun eigen problemen. Coco’s relatie met de veel oudere Hans loopt stroef en ze worstelt met haar obsessieve drang (dorst) naar drank, eten en seks. Elizabeth op haar beurt moet eraan wennen dat ze minder kracht en energie heeft dan voorheen.
De relatie tussen moeder en dochter is ingewikkeld en moeizaam. Elizabeth is stoïcijns en heeft Coco als kind niet altijd goed verzorgd, maar toch voelen ze een bepaalde verantwoordelijkheid en liefde tegenover elkaar. Hoe komt dat? Het had interessant voer kunnen zijn voor een diepere psychologische analyse, maar Gerritsen laat het na. Ze komt niet veel verder dan het beschrijven van situaties in het heden, met soms een kleine blik op het verleden. Daardoor zijn veel gebeurtenissen plat en onverklaarbaar. Zo slaat Coco na een ruzie met Hans door. Ze pijpt een man achter de bar in een vies, oud café en gaat met iedereen naar bed die ze tegenkomt. Maar om welke reden? Ligt de grondslag misschien in haar jeugd? Gerritsen heeft geen zin om Coco’s psyche verder uit te pluizen en laat het werk aan de lezer over. Het resultaat is een waaier aan platte personages, die geen enkel medeleven oproepen. Ook Elizabeth’s stoïcisme is een geaccepteerd feit, dat weinig extra aandacht krijgt, hoewel het veel vragen oproept. Waarom wil ze bijvoorbeeld Coco niet om zich heen hebben, maar die tegelijkertijd ook niet kwetsen? Zonder uitleg komt deze dualiteit, zoals zoveel in de roman, uit de lucht vallen.
Het platte lijkt het enige uitgewerkte thema en het loopt ook door in de dialogen. Die raken kant noch wal en zijn een aaneenschakeling van korte, nietszeggende zinnetjes:
‘Hans?’
‘Mijn vriend.’
‘Dat weet ik toch.’
‘Ja?’
‘Het is handig dat je een vriend hebt met een auto.’
‘Mooi’, zegt haar dochter.
‘Nee’, zegt Elisabeth.
‘Wat?’
‘Dat kan toch niet.’
‘Ik wil het.’
‘O’, zegt Elisabeth.
Gerritsen heeft zo geprobeerd het ongemak te tonen in de omgang tussen Elizabeth en Coco, maar dat is niet goed gelukt. Er zit namelijk geen variatie of stijgende lijn in deze gesprekken. Moeder en dochter praten met iedereen, van kapper tot vriend tot ex-man, op deze manier. Net alsof Gerritsen niet weet hoe ze het anders op moet schrijven. Gevoel van realiteit en essentie ontbreken. En tja, dat is inderdaad ongemakkelijk om te lezen. Voor ons dan. Het taalgebruik hakkelt, stokt zelfs regelmatig, en zou beter op zijn plaats zijn in een kinderboek, zo niet-inventief en vol herhaling is het. ‘‘Ga zitten, ga zitten, Miriam, ga zitten.’ En Miriam ging zitten.’ Of dan de gedachtes van Elizabeth: “Aaooh. Aaooh. Aoh. Huppekee. Hoe is het nou. Toe maar zeg. Aaooh. Z’n gangetje. Je kent het wel. Kijk’s aan. Aaooh. Allee hop allee hop. Aaooh.’
Vlak voor het einde doet Gerritsen nog een poging het niveau op te krikken, maar ook die mislukt. Nadat Elizabeth gestorven is, treedt ze buiten haar lichaam en bekijkt ze zichzelf van een afstandje. Er komen voorwerpen en beelden uit haar verleden voorbij en ze raakt enigszins ontroerd. Van plat naar spiritueel in enkele pagina’s, dat werkt niet. De discrepantie is te groot, vooral omdat het verhaal daarna weer op dezelfde hap-slikmanier doorgaat. Teleurstelling alom.
In één opzicht is Dorst wel meer dan genoeg: ik heb na het lezen ervan absoluut geen honger naar meer.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Caroline Soesbergen

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.