Levina en Charlotte over hun Prentenboek van de Kinderboekenweek
'Pas wanneer we om een pagina vaker heel erg hard gelachen hebben, keuren we hem goed.' – Charlotte Bruijn
Het thema van de Kinderboekenweek is 'Vol avontuur!' Zijn jullie van nature avontuurlijk aangelegd?
Levina: Ik ben niet heel avontuurlijk als in dat ik de wereld overtrek met een backpack. Ik durf niet zoveel. Ik vlieg bijvoorbeeld niet. Het liefst vertoef ik gewoon in ons kikkerlandje. Maar in mijn hoofd beleef ik wilde avonturen. Bijvoorbeeld terwijl ik een kopje koffiedrink op een terras en de wereld om mij heen observeer. In mijn hoofd heb ik veel meer durf.
Charlotte: Als kind was ik een crossfiets-buitenkind dat over daken liep, als hoogste in bomen klom en met haar pony zonder zadel door het bos en de duinen galoppeerde. Mijn jeugd voelde ongecompliceerd en vrij. Nu ik moeder ben, loop ik niet meer zo snel in zeven sloten tegelijk. Ik vind avontuur door met mijn gezin op pad te gaan én in het illustreren van prentenboeken, waarin ik het een uitdaging vind om het beste beeldverhaal te ontdekken.
Hoe ziet een gemiddelde werkdag er voor jullie uit en hoe zien jullie werkplekken eruit?
Levina: Ik sta rond een uur of acht op. Na een kopje koffie en een ontbijt ga ik eerst ruim een uur wandelen. En dan ga ik schrijven, mail beantwoorden of bezoeken voorbereiden. Ik stop meestal rond een uur of vier en ga dan nog even een frisse neus halen. Op dagen dat ik scholen, boekhandels of bibliotheken bezoek, ziet mijn dag er anders uit. Dan schrijf ik niet. In de wintermaanden werk ik in mijn werkkamer thuis in Amsterdam. Maar zodra het weer het toelaat, ga ik naar ons plekje aan de kust van Zandvoort. Daar werk ik buiten aan een grote tafel.
Charlotte: Sinds anderhalf jaar huur ik een studio bij Vonk – een oergezellige Broedplaats Hilversum – waar ook andere creatieven en zelfstandigen werken. We lunchen vaak met elkaar en bespreken wat ons zoal bezighoudt. Mijn studio heeft overdadig daglicht en ik kom er heel graag. Bijkomend voordeel is dat ik al mijn 'rommel' kan laten liggen en niemand er last van heeft. Tussendoor ga ik met de hond naar het bos om te voorkomen dat er geen wortels uit me groeien.
Waarom schrijven en illustreren jullie het liefst kinderboeken? Waar komt die liefde vandaan?
Levina: Ik heb een enorme kinderliefde. Ik heb er ook altijd voor gekozen om met kinderen te werken. Ik hou van het magisch denken, het naar de wereld kijken door kinderogen. Niets is te gek en alles kan, grenzeloos fantaseren, heerlijk. Maar ik hou er ook van het fantastische ontwikkelingsproces te volgen. Kinderen hebben daar weleens een steuntje bij nodig. Als ik dan een duwtje kan geven vind ik dat fijn. De puurheid waarmee ze hun emoties uiten ontroert mij, inspireert mij. Goed kijken naar kinderen, ze echt zien, vind ik belangrijk.
'Het samenspel tussen Charlotte en mij is heerlijk. Het is een puzzel waar ik van geniet. Dat is niet moeilijk, dat is leuk!' – Levina van Teunenbroek
Charlotte: Ik tekende altijd al graag fantasievolle en kinderlijke figuurtjes omdat ik er zelf vrolijk van werd en word. Mijn moeder zei dat ik altijd al poppetjes tekende waarbij de figuurtjes echt iemand waren, die je echt aankeken. Op grote-mensen-verjaardagen kon je mij als kind vinden onder de eettafel met mijn schetsboek. Helemaal tevreden in mijn eigen fantasiewereld. Het duurde tot mijn veertigste dat ik er vól voor ging en er mijn beroep van maakte. En nu heb ik de leukste baan op aarde.
Hoe bedenken jullie telkens weer een nieuw verhaal voor de koninklijke familie? Raakt de inspiratiebron nooit uitgeput?
Levina: De billoze ridder/prins/koning gedraagt zich vaak als een kind, hij loopt tegen dingen aan waarin kinderen zich kunnen herkennen. Het hilarische zit hem erin dat het een groot mens is. Het is een teerhartige antiheld. Ik observeer veel kinderen, maar ook gewoon alle mensen om mij heen. Ik hoor opvoedproblemen (vaak kleine dingen) van ouders en leerkrachten aan. In de avonturen van onze billoze familie komen die dan aan bod. Niet belerend, maar met een dosis humor, een beetje luchtig. Zo wordt een onderwerp makkelijk bespreekbaar. Zoals bijvoorbeeld het eten van groente (Het prinsesje zonder stank), of op je beurt wachten (De koning zonder kroon), of vriendschap (De koning zonder paard). Ik weet eigenlijk niet of de inspiratiebron uitgeput gaat raken. Nu nog niet in ieder geval.
Charlotte: De personages van 'De ridder zonder billen'-serie liggen heel dicht bij onszelf. Het voelt daardoor heel speels en vertrouwd. De uitdaging voor mij zit hem om ze het allerleukste avontuur te laten beleven en er grapjes aan toe te voegen die het hoofdverhaal verrijken en niet overschaduwen. Zodat je het boek honderd keer kunt lezen en er nieuwe dingen in ontdekt en nieuwe gesprekjes over kunt beginnen. Levina houdt tijdens het schrijven al rekening met veel afwisseling in situaties en locaties zodat iedere pagina een nieuwe wereld opent. Pas wanneer we om een pagina vaker heel erg hard gelachen hebben, keuren we hem goed.
Levina, hoe moeilijk (of makkelijk) is het om een heel verhaal op rijm te bedenken?
Levina: Bij het schrijven van nieuw deel hou ik verschillende dingen voor ogen. De taal moet rijk zijn. Ik hou van woorden die je niet heel vaak hoort. Zoals 'subiet' of 'tabee'. Ook verzin ik graag woorden, die door de context van het verhaal hun betekenis krijgen. De bekendste is 'flatoeter'. Zo’n verzonnen woord geeft ruimte bij het rijmen. De cadans van de tekst moet lekker lopen. Dat helpt bij het beklijven van nieuwe woorden bij kinderen. Dan moet er een heel verhaal in redelijk weinig tekst verteld worden, dat is een fijne uitdaging. Ook moet ik zoveel mogelijk situaties verzinnen, zodat Charlotte alle kanten op kan in haar beeldverhaal. Daar wordt het verhaal rijk van en is er ruimte om veel te bekijken en te bespreken. Het samenspel tussen Charlotte en mij is heerlijk. Het is een puzzel waar ik van geniet. Dat is niet moeilijk, dat is leuk!
'In mijn hoofd beleef ik wilde avonturen.' – Levina van Teunenbroek
Charlotte, met welke materialen werk je graag voor jouw illustraties?
Charlotte: Ik begin altijd met potloodschetsen op gewoon HEMA-papier, waarbij ik eerst heel ruw schets en het beste 'camerastandpunt' zoek voor de illustratie. Ik probeer van alles uit en gooi veel weg. Zo valt langzaam de beeldverhaalpuzzel in elkaar en werk ik de illustraties netter uit. Dan scan ik de tekeningen in en kleur ik ze in op mijn Wacom Cintiq. Dat is een groot beeldscherm waarin ik in Photoshop direct op het beeldscherm kan tekenen met twee of drie vaste brushes die het beste passen bij de stijl die ik voor ogen heb. Dat is een potlood- en een aquarel brush. Ook kies ik van tevoren een vast kleurenpalet. In totaal werk ik zo’n drie maanden fulltime aan een prentenboek. Zes weken voor schetsen en zes weken voor kleuren.
Wat is de allerleukste reactie die jullie ooit van een lezer hebben gekregen?
Levina: Als de billoze ridder in de billenwinkel uiteindelijk de harige billen kiest, is er altijd wel een kind dat roept dat zijn vader die ook echt heeft. Dan zie ik weleens een vader wegduiken in het publiek. Ontzettend grappig.
Charlotte: Och, er zijn zoveel lieve mensen die ons vertellen dat er zoveel gelachen en gekletst wordt in de klas of voor het slapengaan wanneer ze titels uit de serie lezen. Maar het mooiste bericht kwam van een logopediste die me vertelde dat een niet-verbale autistische jongen was gaan praten door De ridder zonder billen. Zo mooi wat boeken kunnen doen …
Hoe is het om samen aan een prentenboek te werken? Gaat dat samen, om-en-om of nog weer anders?
Levina: Ik krijg een idee, schrijf een eerste versie en stuur dat naar Charlotte. Die gaat erop schieten (veel bellen en appen en lachen). Dan ga ik herschrijven, stuur het weer naar haar en naar de uitgever en redacteur. Iedereen schiet erop, dat is heel fijn. En dan weer herschrijven. Zo gaat dat een poosje. Als het verhaal staat, gaat Charlotte schetsen. Die stuurt ze naar mij. Ik schiet daarop (weer bellen en appen en lachen). Charlotte gaat daar weer mee aan de slag. Veel heen en weer gepingpong dus.
Charlotte: Zoals Levina zegt. We fantaseren en pingpongen graag heen en weer. Soms is het ook gewoon leuk om een gek idee te kunnen roepen. Ook al wordt dat later niet gebruikt. Het is als een puzzel die beetje bij beetje in elkaar valt.
'Op grote-mensen-verjaardagen kon je mij als kind vinden onder de eettafel met mijn schetsboek.' – Charlotte Bruijn
Als je een fictief hoofdpersonage (van jezelf of een ander) naar de echte wereld kon halen, wie zou dat dan zijn?
Levina: De Grote Vriendelijke Reus uit De GVR van Roald Dahl.
Charlotte: Falcor van Het oneindige verhaal door Michael Ende.
Tip allebei twee kinderboeken: een boek dat je vroeger graag las en een van nu
Levina: Ik heb ontzettend met mijn kinderen gelachen om de boeken van Ole Lund Kirkegaard. Orla de Kikkerslikker was onze favoriet. Het is niet zo bekend en ik weet niet eens of het nog te koop is. Een absolute favoriet van nu is Mot en de metaalvissers van Sanne Rooseboom. Maar ook de 'Oerbloed'-trilogie van Rob Koops is prachtig.
Charlotte: Ik was vroeger lid van de Disney Boekenclub. Iedere maand viel er post voor me op de mat en ik leerde erdoor lezen. Ik herinner me nog het geluid dat het maakte als het op de grond plofte. Zo blij werd ik daarvan. Met mijn kinderen lazen we een miljoen keer Het raadsel van alles wat leeft van Jan Paul Schutten en Floor Rieder. Mijn dochter was groot fan van Het muizenhuis van Karina Schaapman en De Gruffalo van Julia Donaldson.
Tijdens de Kinderboekenweek van 1 tot en met 12 oktober vind je het Prentenboek voor slechts € 7,99 in de boekhandel. Bij aankoop van minimaal € 13,50 aan kinderboeken krijg je bovendien het Kinderboekenweekgeschenk Lexie cadeau.