Blogpost:
Katja van Meurs
Dromen
Lucide dromen; waarin je dus weet hebt dat je droomt.
Veel mensen onthouden hun dromen niet of alleen een wegebbend gevoel of flarden ervan, maar net buiten bereik van het grijpbare. Ik moest denken aan mijn eigen dromen en dan vooral als kind. Intense, heldere dromen, helaas ook vaak eng, bedreigend en/ of verdrietig. Sommige waren echt wel nachtmerries te noemen. Het maakte dat ik niet in slaap durfde te vallen of met een wild kloppend hart wakker werd, midden in de nacht, en om mijn ouders riep...of zelfs bij mijn ouders in bed kroop voor de veiligheid en troost.
Ik kon mijn dromen altijd levendig na vertellen en op een dag kreeg ik een mooi schrijfboekje van mijn moeder; een dromendagboek.
Ik was al bekend met een dagboek maar een dromendagboek? Ja, waarom ook niet. Ik maakte s´nachts net zoveel mee als overdag!
In `De Schaduwvriend´ houden vier jongens ook een dromendagboek bij. De leider van het groepje wil door middel van `incubatie´ zijn eigen dromen en die van de drie anderen jongens sturen. Incubatie? Dat is toch de tijd die zit tussen besmetting en de eerste verschijnselen van een ziekte? Ja, dat klopt maar incubatie bij dromen - droom incubatie - is een manier om je dromen te sturen; voor het slapen gaan denk je dan intensief aan een onderwerp waarover je graag wilt dromen.In het boek zorgt de leider van het groepje jongens ervoor dat `Roodhand´ steeds terug komt in zijn droomdagboek fragmenten (die ze aan elkaar voorlezen). Roodhand is de man zonder gezicht en de versleten legerjas, met rode handpalmen die in het bos woont. Uiteindelijk beginnen alle jongens over deze Roodhand te dromen.
Het bedenken waar ik over wil dromen maakt niet dat ik erover droom. Dus die incubatie werkt bij mij niet echt geloof ik. Mijn ervaring is juist dat hoe meer ik overdag met iets bezig ben hoe minder ik erover droom. Alsof ik er overdag al genoeg de tijd voor heb genomen dus mijn hersenen dat s´nachts niet meer hoeven te doen. Want ik geloof wel dat dromen te maken heeft met dingen verwerken. Mij gebeurd het juist dat ik droom over een ogenschijnlijk klein detail dat ik overdag nauwelijks waarnam maar waar ik s´nachts ineens volop over droom. Bijvoorbeeld een onbekende die naar me glimlachte op straat, secondenwerk, maar waar ik in mijn droom een hele wereld omheen bouw.
Wat heerlijk dat een boek maakt dat ik weer meer bezig ben met mijn eigen dromen. En dat ik besef dat ik, zeker als kind, lucide dromen had. In eerste instantie droomde ik helder en intensief en kon ze altijd na vertellen maar overkwamen ze me. Zonder er verder iets over te weten gebeurde het dat ik op een keer weer bang was voor demonen die me wilde grijpen en toen riep ik het zelf een halt toe. Ik besefte ineens dat ik droomde en ik gaf er zelf een andere draai aan! Ik zei tegen die krijsende demonen: `Jullie kunnen mij niets maken, jullie zijn niet echt want ik droom!´ Toen hielden ze ineens op met krijsen en trokken zich terug. Dit gaf een machtig, fijn en opgelucht gevoel!
Ik heb me voorgenomen om dit jaar opnieuw te beginnen met een dromendagboek. Ik hoef mezelf dus niet te trainen in het onthouden van mijn dromen maar wil onderzoeken of ik weer vaker lucide kan dromen en wat mijn droombeelden mij eventueel te vertellen hebben.
Goh, mijn kinder-droomdagboek zal wel nog op zolder liggen in mijn ouderlijk huis. Nu ben ik nieuwsgierig naar wat ik er toen in op geschreven heb. Wie weet staan er nog wel pareltjes van dromen in...soms bedenk ik in een droom dat dit een fantastisch verhaal zou zijn om in boekvorm te gieten om dan bij wakker zijn te concluderen dat mijn rare, vreemde, onsamenhangende, over de top droom zich er toch niet zo goed voor leent...!