In vier tekstanalyses en drie beeldessays gaat Berger in tegen de onschuld van de kunstgeschiedenis. Zijn visie is dat ook hoge kunst beeldcultuur is, en dat beeldcultuur altijd de belangen dient van de heersende klassen. De teksten waarin Berger dit punt naar voren brengt zijn beknopt en geïllustreerd met tientallen plaatjes. De lezer blijft na het lezen van dit boek achter met de veronderstelling dat niets vanzelfsprekend is.
